27 622 Mond- en Klauwzeer

Nr. 148 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 januari 2020

Op 7 januari 2020 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) uitspraak gedaan in de beroepszaak die veehouders uit Kootwijkerbroek hadden aangespannen tegen de Staat. Zij hebben bezwaar gemaakt tegen de preventieve ruiming van de dieren op hun bedrijf tijdens de mond- en klauwzeerepidemie in 2001. Uw Kamer is hierover diverse keren geïnformeerd1. Met de uitspraak van het CBb is een einde gekomen aan een langlopende procedure.

Het CBb heeft het beroep van de veehouders ongegrond verklaard. Het besluit tot ruiming was niet onrechtmatig.

Met de uitspraak is een einde gekomen aan de onzekerheid in deze zaak. De uitspraak zal ik zorgvuldig bestuderen. Daar waar sprake is van schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn, zal dat zo snel mogelijk afgewikkeld worden.

De MKZ-crisis in 2001 en de ruimingen van bedrijven heeft een grote impact gehad in Nederland. Er zijn ingrijpende maatregelen getroffen om de ziekte zo snel mogelijk te beheersen. De maatregel om de bedrijven in Kootwijkerbroek te ruimen heeft een enorme impact gehad op betrokken veehouders, hun gezinnen en de gemeenschap.

Op korte termijn ga ik in gesprek met de betrokken veehouders om hun verhalen en ervaringen te horen. Daarnaast vind ik het belangrijk dat wij als overheid leren van de uitspraak en het proces van de afgelopen jaren. Momenteel bekijk ik hoe we dat leerproces goed kunnen vormgeven.

Tevens wil ik een onafhankelijke audit van de processen binnen het laboratorium Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) laten uitvoeren. Het laboratorium is geaccrediteerd en werkt continu aan het verbeteren van de processen en methoden, maar ik vind het belangrijk dat hun werkwijze onafhankelijk in een audit wordt beoordeeld. Ook hier is het belangrijk om te leren. De resultaten van de audit zullen nog dit jaar worden opgeleverd.

Over de verdere stappen en acties naar aanleiding van deze uitspraak zal ik uw Kamer nader informeren.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Onder andere Kamerstuk 27 622, nrs. 140147

Naar boven