27 615
Wijziging van enige bepalingen van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in verband met de zuivering van stedelijk afvalwater en toekenning bevoegdheid aan waterschapsbesturen tot vergunningverlening

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 30 augustus 2001

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel I, onderdeel G, wordt tussen «een inrichting» en «in gebruik» een komma ingevoegd.

2. Artikel I, onderdeel L, komt te luiden:

L

Artikel 21 wordt gewijzigd als volgt:

a. Het derde lid komt te luiden:

3. In afwijking van artikel 20, eerste lid, wordt de vervuilingswaarde van de stoffen, die vanuit een bedrijfsruimte of vanuit een zuiveringtechnisch werk voor het zuiveren van afvalwater worden afgevoerd, gesteld op drie vervuilingseenheden indien door de heffingplichtige aannemelijk is gemaakt dat die vervuilingswaarde minder dan vijf vervuilingseenheden bedraagt en op één vervuilingseenheid indien door de heffingplichtige aannemelijk is gemaakt dat die één vervuilingseenheid of minder bedraagt.

b. Het vijfde en zesde lid komen te luiden:

5. In afwijking van artikel 20, eerste lid, wordt de vervuilingswaarde van de stoffen die vanuit een bedrijfsruimte of een onderdeel van een bedrijfsruimte bestemd om in het kader van de uitoefening van een beroep of een bedrijf onder een permanente opstand van glas of kunststof gewassen te telen, bepaald op basis van het zesde lid.

6. De vervuilingswaarde bedraagt drie vervuilingseenheden per hectare vloeroppervlak waarop onder glas of kunststof wordt geteeld en per deel van een hectare vloeroppervlak een evenredig deel van drie vervuilingseenheden.

c. Er wordt een nieuw zevende en achtste lid ingevoegd luidende:

7. Indien in de loop van het kalenderjaar het gebruik van een in het vijfde lid bedoelde bedrijfsruimte of onderdeel van een bedrijfsruimte dan wel van een deel daarvan door de gebruiker aanvangt of eindigt wordt hij in dat kalenderjaar voor die bedrijfsruimte, voor dat onderdeel of voor dat deel voor een evenredig gedeelte van het op basis van het zesde lid bepaald aantal vervuilingseenheden aan een heffing onderworpen.

8. Een vervuilingswaarde voor de bedrijfsruimte of het onderdeel van een bedrijfsruimte, berekend op basis van het zesde of zevende lid van minder dan vijf vervuilingseenheden wordt op drie vervuilingseenheden, en van één of minder dan één vervuilingseenheid op één vervuilingseenheid gesteld.

3. In artikel I, onderdeel N, derde lid, wordt de zinsnede «In het vijftiende lid» vervangen door: In het veertiende lid.

4. Onder vernummering van artikel III tot artikel V worden twee artikelen ingevoegd luidende:

ARTIKEL III

In de Wet op de economische delicten wordt in artikel 1a, ten eerste, de zinsnede «Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de artikelen 1, eerste, derde en vierde lid, 1b, 2a, 2c, tweede lid, 5, eerste lid, en 26» vervangen door: Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de artikelen 1, eerste, derde en vierde lid, 1b, 2a, 2c, tweede lid, 5, eerste lid, en 30a.

ARTIKEL IV

De tekst van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren wordt in het Staatsblad geplaatst.

5. Artikel V komt te luiden:

ARTIKEL V

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst met uitzondering van artikel I, onderdelen I tot en met O dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2002. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2002, treedt artikel I, onderdelen I tot en met O in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2002.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

Naar boven