27 615
Wijziging van enige bepalingen van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren in verband met de zuivering van stedelijk afvalwater en toekenning bevoegdheid aan waterschapsbesturen tot vergunningverlening

nr. 14
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 26 september 2006

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit¹, de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer² en de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat³ hebben op 6 september 2006 overleg gevoerd met minister Peijs van Verkeer en Waterstaat over:

– de brief van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 8 juni 2006 over het voorgehangen ontwerpbesluit wijziging Lozingenbesluit open teelt en veehouderij en enige andere besluiten (actualisering lozingsvoorschriften) van 8 juni 2006 (27 615, nr. 13).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Mastwijk (CDA), mede sprekend namens de heer Oplaat van de VVD-fractie, meent dat de sector zich op een goede manier inzet en een gewaardeerde poging doet om de afgesproken doelen te realiseren. Haar inzet komt de kwaliteit van het oppervlaktewater ten goede.

De sector heeft na het verschijnen van het conceptbesluit contact gehad met het departement. Gebleken is dat over bepaalde technische aspecten nog overleg nodig is. Is de minister bereid constructief overleg met betrokken partijen te voeren teneinde eventuele knelpunten op te lossen?

De heer Mastwijk merkt verder op dat er onduidelijkheid bestaat over de definitie van meststoffen. De in het conceptbesluit gehanteerde definitie hiervoor zou afwijken van die welke gebruikt wordt in de Meststoffenwet. Dit is niet alleen verwarrend, maar dit kan ook nadelig zijn voor het onderhoud van de grasbanen. De grasbanen tussen de fruitbomen worden namelijk gerekend tot de teeltvrije zone. Onderhoud van die banen is echter heel belangrijk voor het transport. Is de minister bereid om in overleg met vertegenwoordigers van de departementen van VROM en LNV en die van de sector na te gaan of de definitie voor meststoffen zo aangepast kan worden dat de ondernemers bij het onderhouden van de grasbanen daar geen hinder van ondervinden?

In voorkomende gevallen zal de best haalbare techniek moeten worden toegepast bij het bespuiten, maar niet duidelijk is of die techniek ook rendabel moet zijn. De best haalbare techniek kan namelijk te kostbaar zijn voor de bedrijfsvoering en daardoor bedrijven in problemen brengen. Nu lijkt het erop dat de waterbeheerder ongeacht de kosten ervan een bepaalde techniek kan voorschrijven. Wil de minister aangeven dat de best haalbare techniek alleen dan gebruikt moet worden als die ook economisch rendabel is? Wil de minister verder bevestigen dat op dit dossier het maximaal toelaatbare risico zal gelden?

De CDA-fractie vindt verder dat de sector iets moet merken van verlaging van de administratieve lasten. Die zullen voor de waterschappen 1,4 mln. besparing opleveren. Daardoor zouden de heffingen van de waterschappen omlaag kunnen. Wil de minister zich voor die verlaging inzetten?

De grilligheid van het klimaat impliceert de kans op calamiteiten die oogsten kunnen doen mislukken. Dan kan vliegtuigspuiten soms uitkomst bieden. Daarom moet de mogelijkheid van vliegtuigspuiten blijven bestaan. Wil de minister dat toezeggen?

Mevrouw Roefs (PvdA) is ook tevreden met de manier waarop de vrijwillig gemaakte afspraken over de handhaving worden nagekomen. Gebleken is dat de handhaving erg is gebaat bij controle, maar controle kan niet alles voorkomen. Wat is de afgelopen jaren actief gedaan om de handhaving te verbeteren?

Mevrouw Roefs verbaast zich erover dat in het conceptbesluit een verwijzing naar de kaderrichtlijn Water ontbreekt. Het gaat bij dit besluit namelijk om lozingen die rechtstreeks gevolgen hebben voor het oppervlaktewater.

In sommige regio’s, zoals in Midden-Brabant, zal de bomenteelt en de fruitteelt toenemen. Dat betekent dat daar de geloosde hoeveelheid bestrijdingsmiddelen ook zal toenemen. Kan voorkomen worden dat door de groei van deze sector de belasting van het milieu zo groot wordt dat extra investeringen voor de waterzuivering nodig zijn?

Antwoord van de minister

De minister zegt evenals de leden tevreden te zijn over de samenwerking met de sector. Het Lozingenbesluit is een van de instrumenten ter bevordering van het milieu. De kaderrichtlijn Water richt zich op het tegengaan van de totale belasting van het oppervlaktewater, terwijl met dit besluit een bepaald aspect daarvan in aanmerking wordt genomen.

De minister merkt verder op dat over de definities nog overleg wordt gevoerd. Zij zal in ieder geval bevorderen dat de verschillende wetsteksten eenduidige omschrijvingen bevatten. Zij onderkent het belang van het onderhoud van de grasbanen tussen de bomen en vindt dat bemesting van die banen mogelijk moet blijven.

De term «best haalbare techniek» impliceert niet alleen dat die het meeste effect sorteert, maar ook dat die economisch nog verantwoord is bij een normaal bedrijf. Vliegtuigspuiten is duur en zal daarom niet veel worden toegepast, maar het blijft mogelijk onder stringente voorwaarden om bij calamiteiten met vliegtuigen gewassen te bespuiten.

De agrariërs zullen de gegevens over het lozen niet meer bij verschillende instanties hoeven te melden. Daarvoor komt één loket. Dat vermindert de administratieve lasten. De hoogte van de waterschapslasten is evenwel een zaak van de waterschappen. De criteria voor de lozingen zullen hetzelfde blijven ook bij toename van de boom- en fruitteelt.

Gedurende de vierjarige overgangstermijn kunnen de boeren elke beschikbare dop voor het spuiten gebruiken. Het ministerie zal overleg voeren met de sector over de handelwijze na die vier jaar.

Nadere gedachtewisseling

De heer Mastwijk (CDA) wijst er nog eens op dat de grasbanen in de fruitteelt als verkeerswegen worden beschouwd en daarom kan de teeltvrije zone niet gelijk worden gesteld aan de mestvrije zone.

De minister zegt ervoor te zullen zorgen dat de grasbanen niet beschouwd zullen worden als mestvrije zone.

De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Schreijer-Pierik

De voorzitter van de vaste commissie voor Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Buijs

De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Atsma

De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Van der Sman

---

1 Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Buijs (CDA), Van Beek (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), voorzitter, Atsma (CDA), Van Gent (GroenLinks), Oplaat (VVD), Mosterd (CDA), Waalkens (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Verbeet (PvdA), Van den Brink (LPF), Vergeer (SP), Tichelaar (PvdA), Ormel (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Koopmans (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Boelhouwer (PvdA), Douma (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Kruijsen (PvdA), Nijs (VVD), Lenards (VVD) en Willemse-van der Ploeg (CDA).

Plv. leden: Slob (ChristenUnie), Spies (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ten Hoopen (CDA), Vendrik (GroenLinks), Hofstra (VVD), Samsom (PvdA), De Krom (VVD), Krähe (PvdA), Herben (LPF), Van Heteren (PvdA), Van Lith (CDA), Özütok (GroenLinks), Van Bochove (CDA), Van der Laan (D66), Gerkens (SP), Timmer (PvdA), Depla (PvdA), Fierens (PvdA), Verdaas (PvdA), Veenendaal (VVD), Örgü (VVD) en Jager (CDA).

2 Samenstelling:

Leden: Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GroenLinks), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van den Brink (LPF), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Fierens (PvdA), ondervoorzitter, Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Hermans (LPF), Veenendaal (VVD), Lenards (VVD) en Krähe (PvdA).

Plv. leden: Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GroenLinks), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Knops (CDA), Vendrik (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Vergeer (SP), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Koşer Kaya (D66), Boelhouwer (PvdA), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Roefs (PvdA), Varela (LPF), Oplaat (VVD), Van der Sande (VVD) en Crone (PvdA).

3 Samenstelling:

Leden: Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Atsma (CDA), voorzitter, Van Gent (GroenLinks), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Depla (PvdA), Van den Brink (LPF), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Boelhouwer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Hermans (LPF), Dezentjé Hamming (VVD), Van Hijum (CDA), Roefs (PvdA), Van der Sande (VVD), Lenards (VVD), Knops (CDA), Krähe (PvdA) en Van Oudenallen (Groep Van Oudenallen).

Plv. leden: Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Hessels (CDA), Özütok (GroenLinks), Smeets (PvdA), Slob (ChristenUnie), Waalkens (PvdA), Herben (LPF), Van Winsen (CDA), Halsema (GroenLinks), Jager (CDA), Vergeer (SP), Van Haersma Buma (CDA), Bakker (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Van Dam (PvdA), Van Beek (VVD), Dubbelboer (PvdA), Oplaat (VVD), Buijs (CDA), Van Dijken (PvdA), Szabó (VVD), Aptroot (VVD), Ten Hoopen (CDA) en Heemskerk (PvdA).