nr. 27
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER EN VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2006
Het kabinet heeft zich voorgenomen om nieuwe stappen te zetten naar een
modern en doelmatig vermogensbeheer en een sterker en beter georganiseerd
optreden in gebiedsprojecten. Hiervan is de Tweede Kamer middels een brief
van de ministers van Financiën en VROM (15 september 2005, 27 581,
nr. 23) in kennis gesteld. Eén van de stappen betrof de oprichting
van een Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB) voor het Rijk.
De afgelopen maanden zijn de voornemens uit de Tweede Kamerbrief uitgewerkt
in een werkwijze voor rijkssamenwerking voor het GOB: de organisatie van het
GOB en het opdrachtgeverschap zijn uitgewerkt evenals de wijze hoe om te gaan
met projecten; de projectenprocedure. Ook maakt het financieel kader GOB onderdeel
uit van deze werkwijze. Hierin zijn de financiële instrumenten die in
de kabinetsbrief zijn benoemd verder vormgegeven. Op voorspraak van het GOB
kan gebruik worden gemaakt van een aantal bestaande financiële instrumenten
om de inzet in gebiedsontwikkeling mogelijk te maken.
Hierbij sturen wij u, mede namens de minister van Verkeer en Waterstaat,
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de staatssecretaris
van Defensie en de staatssecretaris van Economische Zaken, een notitie over
de wijze waarop de rijkssamenwerking voor het gemeenschappelijk ontwikkelingsbedrijf
(GOB) is vormgegeven1. Hiermee is de kwartiermakersfase
van het GOB afgesloten en is het GOB ingesteld. Dit maakt de weg vrij om binnenkort
met de eerste GOB-projecten te starten.
Naar verwachting kunnen nog voor de zomer de eerste kabinetsbesluiten
worden genomen over de inzet van het GOB bij een aantal gebiedsontwikkelingen.
Er lopen reeds verkenningen voor de projecten Ede-Oost, Greenport Venlo/Klavertje
Vier, Almere, Bloemendalerpolder/KNSF, Valkenburg, Moerdijkse Hoek en de Nieuwe
Hollandse Waterlinie.
De werkwijze zal gaandeweg verder gedetailleerd worden; het financieel
beleidskader zal kunnen worden aangepast ingeval hiertoe gegronde aanleiding
bestaat in het kader van het IBO Vastgoed, concrete projectervaringen en/of
de gedeelde visie op de wijze waarop het GOB – als ware het een bedrijf –
kan functioneren.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
S. M. Dekker
De Minister van Financiën,
G. Zalm