27 565 Alcoholbeleid

Nr. 121 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2012

Op 9 februari jl. heeft het Algemeen Overleg Alcoholbeleid plaatsgevonden (Kamerstuk 32 022, nr. 84). Tijdens dit overleg heb ik een aantal toezeggingen gedaan. Met deze brief informeer ik u, mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, over de uitvoering van deze toezeggingen. Ik heb onder andere toegezegd om me er voor in te zetten het thema alcohol en ouderen op de agenda bij verzorgingstehuizen te krijgen. Hierop zullen de staatssecretaris van VWS en ik terugkomen in de beantwoording van de onlangs door het lid Kooiman gestelde vragen over de toename van ouderen met een alcoholprobleem.

In deze brief ga ik ook in op een aangenomen motie van het lid Joldersma, voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 5 maart 2012 (Kamerstuk 32 793, nr. 43), over verankering van de expertise van Stivoro (Kamerstuk 32 793 preventief gezondheidsbeleid, motie nr. 26).

Toezeggingen uit het AO alcoholbeleid

Tijdens het AO vroegen de leden Van der Ham, Straus en Van der Staaij naar de mogelijkheden om dronkenschap onder jongeren aan te pakken met artikel 453 van het Wetboek van Strafrecht (WvSr). Artikel 453 WvSr stelt dat hij die zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevindt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twaalf dagen of geldboete van de eerste categorie. Volgens de delictomschrijving van openbare dronkenschap moet sprake zijn van een «kennelijke staat». De politieagent moet op basis van zijn eigen waarneming constateren dat sprake is van dronkenschap in het openbaar en deze dronkenschap moet zich uiten in aanstootgevend gedrag.

In de praktijk blijkt dat artikel 453 WvSr veelvuldig wordt toegepast op jongeren. Uit cijfers van het Openbaar Ministerie blijkt dat in 2011 3 114 geldboetevonnissen zijn opgelegd voor openbare dronkenschap, waarvan 3 079 met betrekking tot jongeren onder de 16 jaar (98,9%). In 2010 ging het om 3 103 zaken, waarvan 2 991 gericht op jongeren (96,4%). Op basis van deze cijfers heb ik dan ook geen aanwijzing dat de toepassing van artikel 453 WvSr bij jongeren tekort schiet.

Tijdens het AO heb ik ook toegezegd een ronde tafelbijeenkomst te organiseren met de betrokkenen die in de praktijk te maken hebben met alcoholproblematiek, zoals overlast en alcoholmisbruik door jongeren. Deze bijeenkomst heeft plaatsgevonden op 11 april 20121.

Uit het gesprek bleek dat alcoholgerelateerde overlast en de maatschappelijke norm zeer nauw aan elkaar gerelateerd zijn. Samenwerking is een belangrijke voorwaarde om tot oplossingsrichtingen te komen.

Uit het gesprek werd duidelijk dat er al projecten in meerdere regio’s zijn ontwikkeld, waarbij er goed wordt samengewerkt door de verschillende organisaties. Zo werken in de regio Gelre-IJssel de GGD, Verslavingszorg, politie, Halt en gemeenten effectief samen in het project «Alcoholmatiging Jeugd in de Achterhoek en Stedendriehoek», en ging de burgemeester van Amsterdam in op zijn voorstellen met betrekking tot het aanpakken van alcoholgerelateerde overlast, door de overlastgevers meer verantwoordelijk te stellen voor hun gedrag. In dit verband kwam ook het strafrechtartikel over openbare dronkenschap ter sprake2. Het was een constructieve bijeenkomst. Afgesproken is om er een effectief vervolg aan te geven door een lijst op te stellen met maatregelen die volgens de deelnemers nodig zijn om dit probleem te keren.

Reactie op motie Joldersma

Vanaf 2013 zal tabakspreventie een integraal onderdeel uitmaken van de activiteiten van het Trimbos-instituut gericht op preventie van middelengebruik. Om te zorgen dat het Trimbos-instituut vanaf januari 2013 deze taken goed kan uitvoeren en daarbij gebruik maakt van de bestaande kennis en expertise op het gebied van tabaksbeleid, heb ik het Trimbos voor dit jaar een subsidie gegeven van ruim € 147 000, zodat zij zich kan inwerken. Het Trimbos-instituut overlegt nu al geregeld met relevante partijen zoals het Centrum Gezond Leven, GGD Nederland, Stichting Rookpreventie Jeugd, fondsen zoals KWF Kankerbestrijding, het Partnership Stop met roken en natuurlijk Stivoro. Ook mag Stivoro binnen de project- en instellingsubsidie dit jaar uren besteden aan de kennisoverdracht aan het Trimbos-instituut.

Op een aantal onderdelen, zoals de infolijn, zal in de loop van dit jaar al integratie plaatsvinden (één infolijn voor alcohol, drugs en tabak). Vanaf 2013 zal de monitoring, het adviseren en informeren van burgers, het delen van wetenschappelijke kennis en het bevorderen van gezonde leefstijl in de eigen omgeving via het versterken van weerbaarheid op het gebied van roken worden vormgegeven door het Trimbos-instituut. Daarbij wordt gekozen voor een bredere benadering (roken, alcohol en drugs). Voor de herkenbaarheid en vindbaarheid in het veld, bijvoorbeeld voor gezondheidsprofessionals, zal het Trimbos-instituut zich naar veldpartijen presenteren als Expertisecentrum Tabak. Ook op de website zal die vermelding komen.

De motie Joldersma zie ik als een ondersteuning van mijn beleid. Met deze toelichting heb ik aangegeven hoe ik de bestaande kennis over tabaksontmoediging zal borgen.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers


X Noot
1

Aan tafel zaten (vertegenwoordigers van) de volgende organisaties: Openbaar ministerie, ministerie van V&J, het politiekorps, bureau HALT, de alcoholpoli’s, ambulancevervoer, GGD, GGZ en de NVWA. Ook waren er vertegenwoordigers aanwezig van gemeenten (de burgemeesters van Amsterdam en Hoorn), de Nationale Jeugdraad, de alcoholbranche en de horeca.

X Noot
2

Voor een uitgebreider verslag van de bijeenkomst zie bijlage 1. Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven