Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 april 2015
Naar aanleiding van het verzoek van uw Kamer van 9 april 2015 om de stand van zaken
te vernemen met betrekking tot het Programma Elektromagnetische Velden en Gezondheid
van de organisatie ZonMw meld ik u het volgende.
Het ZonMw-programma Elektromagnetische Velden en Gezondheid is gestart in 2006 en
loopt door tot en met 2019. Doel van het programma is om de Nederlandse kennisinfrastructuur
op het gebied van elektromagnetische velden en gezondheid te versterken en de effecten
van elektromagnetische velden op de gezondheid te onderzoeken. Het programma, gefinancierd
door de toenmalige ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
en Economische Zaken, heeft € 16,6 mln te besteden aan onderzoek.
In 2012 heeft een eerste tussentijdse zelfevaluatie plaatsgevonden.1 Medio 2015 wordt een tweede tussentijdse evaluatie uitgevoerd.
Omdat het programma loopt tot en met 2019, is er nog geen compleet beeld met conclusies
te geven. Wel kan er een impressie worden gegeven of de te behalen doelen bereikt
zullen worden.
Op grond van een actualisatie van de gegevens uit de eerste evaluatie ontstaat het
volgende beeld. Het programma heeft per 31 december 2013 het gehele onderzoeksbudget
van € 16,6 mln toegekend aan 57 projecten, waaronder drie subsidies voor leerstoelen
bij Nederlandse universiteiten.
Het programma draagt bij aan het versterken van de infrastructuur voor (wetenschappelijk)
onderzoek op dit terrein door financiering van enige tientallen stafleden bij tien
onderzoeksinstellingen en universiteiten.
Uit de eerste tussentijdse evaluatie komt naar voren dat de programmacommissie gedurende
de looptijd van het programma waar nodig heeft bijgestuurd. Er is bijvoorbeeld meer
geld gegaan naar technische projecten van hoge kwaliteit en er zijn geen meta-analyse
projecten gefinancierd die eerder wel waren voorzien. Daarnaast is naar aanleiding
van signalen vanuit het Kennisplatform Elektromagnetische Velden en Gezondheid besloten
middelen beschikbaar te stellen voor onderzoek naar een diagnosemiddel voor elektrohypersensitiviteit.
Bij de uitvoering van het programma is aansluiting gezocht bij internationale activiteiten.
De helft van de programmacommissie bestaat uit buitenlandse deskundigen op het gebied
van EMV.
De communicatie heeft zich de eerste jaren van het programma vooral gericht op het
bekend maken van het programma en de samenwerking met het Nederlandse Kennisplatform
Elektromagnetische Velden en Gezondheid. Daarnaast was er uitwisseling tussen projecten
onderling.
Vooruitlopend op de tussentijdse evaluatie van medio 2015 wordt op basis van de eerste
tussentijdse evaluatie verwacht dat het programma zijn gestelde doelen gaat behalen.
De Nederlandse onderzoeksinfrastructuur is duidelijk versterkt; er zijn meer gezamenlijke
projecten en er is meer (internationale) samenwerking tussen onderzoekers. Het is
nog te vroeg voor een beoordeling van de effecten en mogelijke toepassingen van de
resultaten van de gehonoreerde projecten.
Een nadrukkelijk aandachtspunt is het behouden van de impuls in de onderzoeksinfrastructuur
na afloop van het huidige programma. De duurzaamheid van de opgebouwde infrastructuur
is dan ook één van de onderwerpen die meegenomen wordt in de tussentijdse evaluatie
die medio 2015 wordt uitgevoerd.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld