nr. 38
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 augustus 2009
De vaste commissie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
heeft bij brief van 15 april 2009 gevraagd om een reactie op het advies «Hoogspanningslijnen
en de ziekte van Alzheimer» dat de Gezondheidsraad heeft uitgebracht
naar aanleiding van de resultaten van een Zwitsers onderzoek van Huss over
dit onderwerp. Met deze brief informeer ik u over mijn reactie op dit advies.
Het briefadvies van de GR
De commissie van de Gezondheidsraad vindt het onderzoek van Huss aan omwonenden
van hoogspanningslijnen belangwekkend. De resultaten van dit onderzoek vormen
een aanwijzing dat er mogelijk een hogere kans is op sterfte aan of met de
ziekte van Alzheimer bij mensen die langer dan 10 jaar op minder dan 50 meter
afstand van een bovengrondse hoogspanningslijn hebben gewoond. De commissie
concludeert dat, vanwege een aantal beperkingen uit dit ene onderzoek naar
het verband tussen wonen in de nabijheid van hoogspanningslijnen en de ziekte
van Alzheimer, geen conclusie kan worden getrokken over een oorzakelijk verband:
er kan geen uitspraak worden gedaan over de vraag of dat verhoogde risico
ook samenhangt met de blootstelling aan de laagfrequente magnetische velden
afkomstig van de hoogspanningslijnen. Alhoewel ook andere onderzoeken, zoals
dat aan de Zwitserse spoorwegmedewerkers, aanwijzingen geven voor een verhoogd
risico op de ziekte van Alzheimer in relatie tot blootstelling aan laagfrequente
magnetische velden, vindt de Gezondheidsraad dat er prospectief onderzoek
nodig is om conclusies te kunnen trekken. Hierin dienen factoren die een eenduidige
interpretatie bemoeilijken gecontroleerd te worden. Ook is meer informatie
nodig over mogelijke biologische mechanismen die een rol zouden kunnen spelen
bij een invloed van laagfrequente magnetische velden op het ontstaan of de
ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer.
Reactie op het advies
Zoals ik ook in het notaoverleg van 6 april 2009 met de vaste commissie
voor Economische Zaken en de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer over de PKB 380 kV Noordring en het Derde Structuurschema
Elektriciteitsvoorziening heb aangegeven, zijn de resultaten van dit onderzoek
belangrijk en ook reden om op dit onderwerp de vinger aan de pols te blijven
houden. Meer algemeen vormen de mogelijke gezondheidseffecten ten gevolge
van hoogspanningslijnen ook een onderdeel van het door VROM gefinancierde
onderzoeksprogramma EMV. De Commissie Elektromagnetische velden van de Gezondheidsraad
adviseert regelmatig over nieuwe onderzoeksresultaten op dit terrein.
Ten aanzien van hoogspanningslijnen heb ik de gemeenten en netbeheerders
in 2005 geadviseerd om het voorzorgsprincipe toe te passen en wanneer dit
redelijkerwijs mogelijk is te zorgen dat er geen nieuwe gevoelige bestemmingen
bijkomen in de 0,4 microteslazone rond hoogspanningslijnen. Dat advies is
gebaseerd op de wetenschappelijke inzichten van het risico op leukemie bij
kinderen die langdurig onder hoogspanningslijnen wonen. Het vigerende voorzorgsbeginsel,
dat is geformuleerd vanwege de wetenschappelijke onzekerheid van de mogelijke
risico’s, is ook met deze nieuwe (onzekere) informatie nog adequaat.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer