27 561
Nationaal Antennebeleid

nr. 16
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 april 2004

Bij brief van 8 juni 2001 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2000–2001, 27 561, nr. 13) reageerden de Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Volksgezondheid Welzijn en Sport, mede namens de Staatssecretarissen van Verkeer en Waterstaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, op een in juni 2000 uitgebracht advies van de Gezondheidsraad over de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van de gezondheidseffecten van blootstelling aan elektromagnetische velden, in het bijzonder over de velden met betrekking tot basisstations voor mobiele telefonie. In dat verband werd ook melding gemaakt van een voorgenomen beleidsregel (te baseren op de betreffende bepaling uit het Arbeidsomstandighedenbesluit) ter bescherming van de beroepsbevolking tegen de risico's van genoemde velden, inclusief die met betrekking tot GSM-basisstations.

Het voorbereiden van deze beleidsregel heeft, gezien de complexiteit van de materie nogal wat tijd gekost. Lopende deze activiteiten is door de Europese Commissie het initiatief genomen voor een EG-richtlijn over elektromagnetische velden, gericht op de bescherming van werknemers (Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de minimum voorschriften inzake gezondheid en veiligheid met betrekking tot de blootstelling van werknemers aan de risico's van fysische agentia (elektromagnetische velden)(18e bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)). De behandeling van deze richtlijn is thans in een ver gevorderd stadium. De Raad van de Europese Unie heeft op 18 december 2003 een gemeenschappelijk standpunt vastgesteld (Gemeenschappelijk standpunt (EG) nr. 10/2004, PbEG C66E). Daarmee ligt de ontwerprichtlijn momenteel ter tweede lezing voor bij het Europees Parlement. Mogelijk wordt de richtlijn nog in 2004 vastgesteld en gepubliceerd. Ter voorbereiding van de implementatie van deze richtlijn wordt onderzoek verricht om de kennis van blootstelling van werknemers aan elektromagnetische velden te actualiseren en wordt een methode ontwikkeld waarmee het relatief eenvoudig moet zijn om de risico's in kaart te brengen en te evalueren.

Met de implementatie van deze EG-richtlijn wordt ook het advies van de Gezondheidsraad over GSM-basisstations voor wat betreft de werknemersbescherming ingevuld. Vanwege deze ontwikkeling heb ik, daarmee afwijkend van bovengenoemde eerdere mededeling, ervoor gekozen om vooruitlopend op de implementatie van deze richtlijn geen beleidsregel over elektromagnetische velden vast te stellen.

Mocht genoemde EG-richtlijn er om de een of andere reden toch niet komen dan zal ik voorbereiding van de beoogde beleidsregel wederom ter hand nemen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Naar boven