Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 2020
Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister voor Medische Zorg en de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het advies van het RIVM toe met betrekking
tot de opzet en uitvraag van een nieuwe e-healthmonitor1. Dit is conform de toezegging in de brief over de aanbieding van de e-healthmonitor
en stand van zaken slimme zorg aan de Tweede Kamer van 1 november 20192.
Opzet van de verkenning
Het RIVM heeft de verkenning opgezet aan de hand van de volgende uitgangspunten:
-
1. de nieuwe monitor bevat indicatoren die de transitie binnen de zorg op het gebied
van e–health weerspiegelen;
-
2. Zij maakt (regionale) verschillen inzichtelijk;
-
3. Ze meet niet alleen kwantitatief, maar geeft ook een kwalitatieve analyse m.b.t de
implementatie van digitale hulpmiddelen;
-
4. zij is zoveel mogelijk gebaseerd op bestaande informatie.
Daartoe heeft het RIVM gekeken naar de monitors die VWS op grond van verschillende
trajecten al uitvoert, zoals de monitor Juiste Zorg op de Juiste Plek en de monitor
Werken in de Zorg. Ook heeft het RIVM een korte internationale verkenning gedaan (deskresearch)
Tevens is onderzocht welke data al beschikbaar zijn bij andere partijen zoals Vektis
en het CBS. Tot slot is gesproken met partijen die zich met e-health bezig houden:
leveranciers, zorgaanbieders, verzekeraars, patiëntenorganisaties, wetenschap (Vilans,
NELL, NIVEL), IGJ en NZa.
Conclusies en aanbevelingen
Ten aanzien van de indicatoren stelt het RIVM een ordening voor gebaseerd op de maatschappelijke
uitdagingen waaraan e–health een bijdrage zou kunnen leveren: de kwaliteit van zorg,
regie van de patiënt, arbeidsmarktvraagstukken, preventie en cultuur. De indicatoren
moeten wel nog verder worden geoperationaliseerd.
Daarnaast beveelt het RIVM aan om bij de precieze invulling van de toekomstige e–healthmonitor
samen te werken met partners, bijvoorbeeld door vorming van een consortium dat verschillende
domeinen van zorg representeert. Hierbij is te denken aan de eerstelijnszorg, klinische
tweedelijnszorg, langdurige zorg en public health.
Tevens adviseert het RIVM om niet op voorhand concrete doelen met betrekking tot implementatie
en gebruik van specifieke e–health toepassingen te formuleren. Deze kunnen naar verloop
tijd niet meer aansluiten op de praktijk
Daarnaast adviseert het RIVM om de aanwezige kwantitatieve data en verzamelde data
via panels van zorgverleners en patiënten te gebruiken voor de nieuwe monitor.
Tot slot beveelt het RIVM aan om kwantitatief onderzoek aan te vullen met kwalitatief
onderzoek naar good practices, op basis van de voorgestelde ordening en bijpassende
criteria. Daarbij moet ook gekeken worden naar de bewezen kosteneffectiviteit van
een toepassing.
Vervolgstappen
Het advies van het RIVM laat zien dat er nog steeds meerwaarde is voor, en behoefte
is aan een separate e-healthmonitor. Ik heb het RIVM gevraagd of zij bereid zijn om
deze nieuwe monitor op te zetten, conform de aanbevelingen uit dit advies. Ik ben
verheugd te kunnen melden dat het RIVM heeft aangegeven dit te kunnen en willen doen.
Dat betekent dat het RIVM dit jaar de beschikbare data bij andere partijen rond e-health
zal ontsluiten. De resultante stuur ik eind van dit jaar naar uw Kamer.
Daarnaast zal het RIVM, samen met een consortium van veldpartijen, bekijken hoe de
indicatoren precies kunnen worden geoperationaliseerd. Uitdaging daarbij is om te
kijken hoe deze indicatoren zowel iets zeggen over de stand van digitale zorg als
over de effectiviteit van het gevoerde beleid om e-health op te schalen.
Ook zal in overleg met het consortium nader worden verkend hoe het kwalitatieve deel
van de monitor er precies uit zal komen te zien.
Ik hoop uw Kamer begin 2021 te informeren over de precieze opzet van de monitor.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge