27 529 Informatie- en Communicatietechnologie (ICT) in de Zorg

Nr. 126 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 september 2013

Hierbij stuur ik u de landelijke eHealth-monitor 2013, een onderzoek uitgevoerd door het Nationaal ICT Instituut in de Zorg (Nictiz) en het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL1. In mijn brief van 7 juni 2012 (Kamerstuk 27 529, nr. 108) heb ik al aangekondigd dat ik het gebruik van eHealth in de praktijk jaarlijks zal gaan monitoren om de ontwikkeling ervan in kaart brengen.

Deze eerste landelijke eHealth-monitor biedt inzicht in het gebruik van eHealth door patiënten en zorgprofessionals in Nederland en gaat in op de uitdagingen en kansen voor eHealth toepassingen. De belangrijkste uitkomsten van dit onderzoek zijn kort samengevat in deze brief. Ik zal nader reageren op de inhoud van de monitor in de toegezegde beleidsbrief over eHealth en innovatie die ik u voor het kerstreces van 2013 zal toesturen.

eHealth-monitor 2013: eHealth, verder dan je denkt

Het algemene beeld dat uit de monitor naar voren komt is dat Nederland het goed doet en dat de verwachtingen ten aanzien van eHealth in Nederland positief zijn. De geraadpleegde stakeholders zien echter ook veel uitdagingen. Zo denken veel partijen dat de toepassing van eHealth zich nog voornamelijk in een experimentele fase bevindt en dat implementatie de nodige tijd kost. Hierdoor blijven momenteel belangrijke kansen voor de zorg onbenut. Zo blijkt uit het onderzoek dat zorggebruikers zelden digitaal toegang kunnen krijgen tot hun eigen dossier en dat ze nauwelijks gebruik maken van zelfmanagement tools. Ook bij de digitale uitwisseling van patiëntgegevens tussen zorgverleners, zowel binnen als tussen zorginstellingen, valt veel te winnen.

Er wordt aanbevolen om meer bekendheid te geven aan de mogelijkheden die eHealth biedt en het bewustzijn en deskundigheid voor nieuwe toepassingen bij zowel zorggebruikers als zorgverleners te vergroten. Daarnaast dient geïnvesteerd te worden in informatieoverdracht zowel tussen als binnen zorginstellingen, en moeten patiënten inzage kunnen krijgen in bijvoorbeeld hun medicatiedossier.

Ik zal de uitkomsten en aanbevelingen uit de monitor ter harte nemen en deze bij de ontwikkeling van mijn beleid gebruiken. Hierover zal ik u nader informeren voor het einde van het jaar.

Ik vertrouw erop u hiermee voor nu voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven