27 426
Regels betreffende zelfstandige bestuursorganen (Kaderwet zelfstandige bestuursorganen)

nr. 15
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DEN BERG

Ontvangen 7 februari 2002

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel 2 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

1. Een zelfstandig bestuursorgaan heeft in beginsel een publiekrechtelijke organisatievorm.

2. Aan een privaatrechtelijke organisatie kan openbaar gezag worden toegekend indien:

a. dat in verband met de aard van de betrokken bestuurstaak bijzonder aangewezen moet worden geacht en

b. er voldoende waarborgen zijn dat de bestuurstaak onafhankelijk van de overige bestaande en toekomstige werkzaamheden van die organisatie kan worden uitgeoefend.

3. Privaatrechtelijke organisaties worden niet opgericht met het oogmerk daaraan openbaar gezag toe te kennen.

Toelichting

Het ligt voor de hand in de Kaderwet te bepalen dat zelfstandige bestuursorganen van de centrale overheid, die met openbaar gezag bekleed zijn, publieke taken uitvoeren en publiek geld innen en besteden, een publiekrechtelijke organisatievorm hebben. Alleen onder voorwaarden kan aan bestaande privaatrechtelijke organisaties openbaar gezag worden toegekend. Nieuwe privaatrechtelijke organisaties worden door de overheid echter niet opgericht om daaraan openbaar gezag toe te kennen.

Het belang van dit amendement is met name hierin gelegen dat de wetgever bij de instelling en vormgeving van zelfstandige bestuursorganen zich laat leiden door het in artikel 2a bepaalde. Eén van de doelstellingen van het wetsvoorstel, ordening en harmonisatie, wordt zo ook doorgetrokken naar de rechtsvorm van zelfstandige bestuursorganen.

Van den Berg

Naar boven