27 276
Wijziging van de Meststoffenwet in verband met een aanscherping van de normen van het stelsel van regulerende mineralenheffingen en de invoering van een stelsel van mestafzetovereenkomsten

nr. 19
AMENDEMENT VAN HET LID STELLINGWERF

Ontvangen 12 februari 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I vervalt onderdeel AA.

II

Artikel III vervalt.

III

Artikel IV vervalt.

Toelichting

Het voorliggende wetsvoorstel beoogt onder andere het stelsel van dierrechten per 1 januari 2005 te laten vervallen. De regering gaat er van uit dat er dan evenwicht zal zijn op de mestmarkt. Als dat het geval is, dan is vervolgens ook niet uit te sluiten dat per die datum de omvang van de veestapel weer fors zal groeien. Het betreft dan met name de verschillende intensieve sectoren. De mest van varkens, kippen, kalkoenen en kalveren zal dan wellicht via mestverwerkings- en mestverbrandingsinstallaties uit de markt kunnen worden genomen. Wanneer deze technieken worden aangewend om het mestoverschot beheersbaar te maken dan is dat wenselijk. Echter het is ongewenst dat daarmee tegelijkertijd de mogelijkheid wordt geschapen om de betreffende veestapels weer uit te gaan breiden. Dat zou kunnen betekenen dat het opkopen en uit de markt nemen van dierrechten, zoals dat tot op heden plaats heeft gevonden en nog steeds plaats vindt, in feite weer ongedaan zal worden gemaakt. De met de opkoop gemoeide vele honderden miljoenen guldens lijken daarmee te worden verspild.

Dit amendement beoogt het stelsel van dierrechten per 1 januari 2005 vooralsnog in stand te laten. Tijdens de evaluatie van het stelsel van mestafzetcontracten kan zo nodig bij afzonderlijke wetswijziging besloten worden tot afschaffing van het stelsel van dierrechten.

Stellingwerf

Naar boven