27 276
Wijziging van de Meststoffenwet in verband met een aanscherping van de normen van het stelsel van regulerende mineralenheffingen en de invoering van een stelsel van mestafzetovereenkomsten

nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID M. B. VOS

Ontvangen 8 februari 2001

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel W, artikel 58aq, eerste lid, wordt na de eerste volzin een tweede volzin opgenomen, luidende: Dit geschiedt in ieder geval indien na onderzoek blijkt dat een bepaalde diercategorie een lagere productie kent van dierlijke meststoffen dan de forfaitaire productienorm aangeeft. Voorts kunnen diercategorieën op grond van voornoemd onderzoek alsnog worden opgesplitst in afzonderlijke categorieën.

II

In artikel I, onderdeel W, artikel 58aq, wordt na het derde lid een lid toegevoegd, luidende:

4. De in het eerste lid genoemde ministeriële regeling wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Toelichting

Er zijn nu al aanwijzingen dat bepaalde diersoorten, als het Nederlands Jersey stamboek (een koe veelvuldig gebruikt in de biologische landbouw, maar ook in de gangbare landbouw), een lagere productie van dierlijke meststoffen kent dan de forfaitaire norm aangeeft. Het is van belang om, als deze aanwijzingen gestaafd worden door aanvullend onderzoek, een uitzondering te kunnen maken voor deze diersoorten. Dit amendement beoogt om voor deze uitzondering bij ministeriële regeling nadere regels te stellen.

M. B. Vos

Naar boven