27 184
Aanpassingswet Wet inkomstenbelasting 2001

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID STROEKEN

Ontvangen 9 november 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan het in Hoofdstuk I, afdeling F, artikel I, onderdeel A, opgenomen artikel 124a van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt een nieuw lid toegevoegd, dat komt te luiden:

8. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in het eerste lid, onderdelen a, b en d, en het derde lid vermelde bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere. Deze bedragen worden berekend door de te vervangen bedragen te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor bedoeld in artikel 10.2 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande jaar een dergelijke afronding is toegepast, wordt bij vervanging uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.

II

Aan het in Hoofdstuk I, afdeling F, artikel I, onderdeel C, subonderdeel AA, opgenomen artikel 1a van de Wet op het voortgezet onderwijs wordt een nieuw lid toegevoegd, dat komt te luiden:

8. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in het eerste lid, onderdelen a, b en d, en het derde lid vermelde bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere. Deze bedragen worden berekend door de te vervangen bedragen te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor bedoeld in artikel 10.2 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande jaar een dergelijke afronding is toegepast, wordt bij vervanging uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.

III

Aan het in Hoofdstuk I, afdeling F, artikel II, onderdeel A, opgenomen artikel 1a van de Wet op het primair onderwijs wordt een nieuw lid toegevoegd, dat komt te luiden:

8. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in het eerste lid, onderdelen a, b en d, en het derde lid vermelde bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere. Deze bedragen worden berekend door de te vervangen bedragen te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor bedoeld in artikel 10.2 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande jaar een dergelijke afronding is toegepast, wordt bij vervanging uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.

IV

Aan het in Hoofdstuk I, afdeling F, artikel III, onderdeel A, opgenomen artikel 1a van de Wet tegemoetkoming studiekosten wordt een nieuw lid toegevoegd, dat komt te luiden:

8. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in het eerste lid, onderdelen a, b en d, en het derde lid vermelde bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere. Deze bedragen worden berekend door de te vervangen bedragen te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor bedoeld in artikel 10.2 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande jaar een dergelijke afronding is toegepast, wordt bij vervanging uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.

V

Hoofdstuk I, afdeling F, artikel IV wordt als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel A wordt een nieuw vierde lid opgenomen, dat komt te luiden:

4. Toegevoegd wordt een zesde lid, luidende:

6. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in het eerste lid vermelde bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere. Deze bedragen worden berekend door de te vervangen bedragen te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor bedoeld in artikel 10.2 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande jaar een dergelijke afronding is toegepast, wordt bij vervanging uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.

B. In onderdeel Jb, tweede lid, wordt in de aanhef «tweede tot en met vijfde lid» gewijzigd in «tweede tot en met zesde lid» en wordt een nieuw zesde lid toegevoegd, luidende:

6. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in het tweede lid en de in het derde lid, bij de begripsbepaling gecorrigeerde belastbare loon, onderdelen a, b en d, en de bij de begripsbepaling gecorrigeerde verzamelinkomen, vermelde bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere. Artikel 1.1, zesde lid, tweede en derde volzin, is daarbij van overeenkomstige toepassing.

VI

Aan het in Hoofdstuk I, afdeling H, artikel I, onderdeel A, opgenomen artikel 1a van de Huursubsidiewet wordt een nieuw lid toegevoegd, dat komt te luiden:

8. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in het eerste lid, onderdelen a, b en d, en het derde lid vermelde bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere. Deze bedragen worden berekend door de te vervangen bedragen te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor bedoeld in artikel 10.2 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande jaar een dergelijke afronding is toegepast, wordt bij vervanging uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.

VII

Aan het in Hoofdstuk I, afdeling H, artikel II, onderdeel a, opgenomen artikel 1a van de Wet bevordering eigenwoningbezit wordt een nieuw lid toegevoegd, dat komt te luiden:

8. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in het eerste lid, onderdelen a, b en d, en het derde lid vermelde bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere. Deze bedragen worden berekend door de te vervangen bedragen te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor bedoeld in artikel 10.2 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande jaar een dergelijke afronding is toegepast, wordt bij vervanging uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.

VIII

Hoofdstuk I, afdeling I, artikel III, wordt als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel A, tweede lid, wordt «tien leden toegevoegd» vervangen door «elf leden toegevoegd» en wordt een nieuw zestiende lid toegevoegd, dat komt te luiden:

16. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in het zesde lid, onderdelen a, b en d, het achtste lid en het twaalfde lid vermelde bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere. Deze bedragen worden berekend door de te vervangen bedragen te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor bedoeld in artikel 10.2 van de Wet op de inkomstenbelasting 2001 en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande jaar een dergelijke afronding is toegepast, wordt bij vervanging uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.

B. In het onderdeel B, tweede lid, wordt «drie leden toegevoegd» vervangen door «vier leden toegevoegd» en wordt een nieuw tiende lid toegevoegd, dat komt te luiden:

10. Bij het begin van het kalenderjaar worden de in het achtste lid vermelde bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere. Artikel 3c, zestiende lid, tweede en derde volzin, is daarbij van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Met dit amendement wordt bereikt dat de bedragen van de correctieposten voor standaardaftrekposten jaarlijks bij ministeriële regeling worden aangepast aan de inflatiecorrectie. Daarbij wordt aangesloten bij de tabelcorrectiefactor, zoals die ook wordt gehanteerd in de Wet inkomstenbelasting 2001 (artikel 10.2). Daarmee wordt voorkomen dat de standaardcorrectie jaarlijks in reële termen minder waard wordt.

Deze jaarlijkse bijstelling vindt voor het eerst per 1 januari 2001 toepassing.

Stroeken

Naar boven