27 076
Wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (landbouwkundig onmisbare gewasbeschermingsmiddelen)

nr. 22
AMENDEMENT VAN DE LEDEN TER VEER EN FEENSTRA

Ontvangen 30 augustus 2000

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, wordt artikel 25c als volgt gewijzigd:

A. In het eerste lid wordt «Een gewasbeschermingsmiddel waarvan» vervangen door: Een gewasbeschermingsmiddel waarvan de werkzame stof of stoffen zijn opgenomen in de bijlage bij de Wet houdende wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (landbouwkundig onmisbare gewasbeschermingsmiddelen) en waarvan.

B. In het derde lid, onderdeel a, wordt de zinsnede «De toelating kan eenmaal met ten hoogste twee jaren worden verlengd indien is gebleken dat nog steeds aan de voorwaarden voor toelating is voldaan, en» vervangen door: De toelating wordt niet verlengd, en.

II

Artikel II, zesde lid, vervalt.

III

In artikel III, onder 2, wordt «artikel II, derde en zesde lid,» vervangen door: artikel II, derde lid,.

Toelichting

Het amendement heeft allereerst tot gevolg dat het wetsvoorstel beperkt blijft tot de gewasbeschermingsmiddelen waarvan de werkzame stof in de bijlage is opgenomen (I, onder A).

De toelating zal voorts niet worden verlengd (I, onder B).

Voor de middelen met de op de bijlage geplaatste werkzame stoffen betekent dit in concreto dat zij na de in artikel II opgenomen overbruggingsperiode om aanvragen in te dienen en om deze te kunnen beoordelen een toelating kunnen krijgen, waarna geen verlengingsmogelijkheid meer aanwezig is.

Versnelling van de gangbare toelatingsbeoordeling is wenselijk en mogelijk. Dit kan worden bereikt door het toelatingsdossier eerst versneld te beoordelen op het voldoen op de voor de betrokken middelen geldende milieu-eisen. Afhankelijk van de uitkomst van dat gedeelte van de beoordeling, zal vervolgens een quick-scan op de genoemde gezondheids- en arbeidsomstandigheden plaatsvinden. Afhankelijk van de uitkomst kan een volledige beoordeling noodzakelijk zijn.

Ingevolge het vierde lid van artikel 25c zal het gebruik van de toegelaten middelen worden beperkt tot gecertificeerde bedrijven.

De beperking van het wetsvoorstel tot de in de bijlage bedoelde middelen impliceert tevens dat artikel II, zesde lid, kan vervallen. In dat lid was voorzien in een aanvullende aanwijzingsmogelijkheid. Onderdeel II van het amendement voorziet in deze beperking. De wijziging in onderdeel III vloeit hier uit voort.

Ter Veer

Feenstra

Naar boven