27 076
Wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (landbouwkundig onmisbare gewasbeschermingsmiddelen)

nr. 16
MOTIE VAN HET LID VAN DER STEENHOVEN

Voorgesteld in het Wetgevingsoverleg van 22 augustus 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat het Europees recht mogelijk een regeling verbiedt die zogenaamde landbouwkundig onmisbare bestrijdingsmiddelen toelaat, terwijl die middelen niet voldoen aan de milieunormen;

van mening, dat het onwenselijk is dat de Kamer moet stemmen over een wetsvoorstel dat mogelijkerwijs in strijd is met Europese regelgeving;

verzoekt de regering:

– te laten onderzoeken of de wetswijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (landbouwkundig onmisbare gewasbeschermingsmiddelen) in strijd is met de Europese regelgeving;

– het wetsvoorstel aan te houden tot de Kamer kennis heeft kunnen nemen van dit onderzoek,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Steenhoven

Naar boven