27 076
Wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (landbouwkundig onmisbare gewasbeschermingsmiddelen)

nr. 14
MOTIE VAN HET LID GELUK C.S.

Voorgesteld in het Wetgevingsoverleg van 22 augustus 2000

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

stelt vast, dat door de recente uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven over toelating landbouwkundig onmisbare middelen toepassing van deze middelen verboden is;

stelt voorts vast, dat na de inwerkingtreding van de wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 die thans in behandeling is, deze middelen weer wel zijn toegelaten;

constaterende, dat op dit moment voor deze tussenliggende periode geen wet of regelgeving bestaat die toepassing mogelijk maakt wat voor telers een onhoudbare situatie oplevert;

van oordeel, dat een goede overgangsmaatregel zeer urgent en noodzakelijk is;

verzoekt de regering met de grootste spoed een tijdelijke voorziening te treffen die geldt totdat de wet in werking is getreden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Geluk

Van Ardenne-van der Hoeven

Van der Vlies

Naar boven