27 076
Wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (landbouwkundig onmisbare gewasbeschermingsmiddelen)

nr. 12
AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER VLIES

Ontvangen 22 augustus 2000

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In Artikel I, onderdeel B, wordt artikel 25c als volgt gewijzigd:

In het derde lid, onderdeel a, wordt «eenmaal» vervangen door: één of meer malen.

Toelichting

Dit amendement beoogt de bepaling in de nota van wijziging ongedaan te maken en het oorspronkelijk ingediende voorstel op dit punt te handhaven. In het voorstel van de bewindslieden worden de middelen toegestaan tot uiterlijk 1 juli 2006, ook al zijn de middelen op Europees niveau nog niet beoordeeld. Dit amendement beoogt de mogelijkheid open te laten om de middelen toe te laten zolang zij op Europees niveau niet zijn verboden (zie artikel 25c, lid 2b). Hiermee wordt gehoor gegeven aan wat de Kamer in de motie Geluk als haar mening heeft uitgesproken (21 677, nr. 56) dat gestreefd moet worden naar Europese harmonisatie. Dit amendement haalt echter niet de druk van de ketel bij het zoeken naar werkbare alternatieven. De Europese wetgever kent het begrip «landbouwkundig onmisbare gewasbeschermingsmiddelen» niet. Daarom kan een verbod al veel eerder optreden dan 2006. Als er werkbare alternatieven zijn, is verlenging uiteraard niet meer nodig.

Van der Vlies

Naar boven