27 062 Alleenstaande minderjarige asielzoekers

Nr. 90 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 september 2013

Uw Kamer is door mij geïnformeerd1 over de uitkomsten van het onderzoek van de Inspectie Jeugdzorg (hierna «de Inspectie») naar de mate waarin het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) erin slaagt om een veilige opvang te bieden aan alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) op de procesopvanglocaties (pol’s). Door de Inspectie is een aantal aanbevelingen gedaan. Per aanbeveling treft u, zoals toegezegd tijdens het algemeen overleg d.d. 13 maart jl., aan op welke wijze het COA hieraan gevolg zal geven:

Aanbeveling

Zorg dat de jongeren zonder belemmering toegang hebben tot de klachtencommissie van het COA. Dit houdt in dat de medewerkers de jongeren actief informeren over de mogelijkheden om te klagen en dat de jongeren niet om klachtenformulieren hoeven te vragen, maar dat deze gemakkelijk verkrijgbaar en direct aan de klachtencommissie te sturen zijn.

Reactie

Elke jongere heeft, uiterlijk per 1 april 2013, de COA-klachtenregeling ontvangen in het intakepakket. Tijdens het intakegesprek wordt voorts aan de jongeren uitleg verschaft over de klachtenregeling. De toelichting bij het klachtenformulier is meer «kindvriendelijk» omschreven en het COA heeft opdracht gegeven om het klachtenformulier en de toelichting in diverse talen te vertalen. Daarnaast is de klachtenregeling duidelijk zichtbaar opgehangen bij de informatiebalie. Eventuele klachten kunnen worden ingediend bij de juridische afdeling van het COA. Het COA beschikt niet over een officiële klachtencommissie. Het COA is daartoe juridisch ook niet verplicht. Op basis van de Algemene wet bestuursrecht mogen klachten door een zelfstandig bestuursorgaan in beginsel intern worden behandeld. In de praktijk zullen de jongeren veelal (informeel) de mentor of de voogd benaderen als zij ontevreden zijn over de gang van zaken in de opvang. In overleg met de jongere wordt dan in de praktijk naar een oplossing gezocht. De begeleiding is er uiteraard op gericht om klachten te voorkomen.

Aanbeveling

Bepaal welke onderdelen van de amv-methodiek (huisregels en verblijfsplannen) van belang zijn om met jongeren in de POL-amvperiode aan te werken en bewaak dat dit bij medewerkers bekend is en consequent wordt uitgevoerd. Betrek Nidos hierbij als het gaat om de informatie-uitwisseling en de overlegmomenten.

Reactie

Er is door het COA een groep medewerkers gevormd die opdracht heeft om te onderzoeken welke activiteiten minimaal nodig zijn om een amv optimaal voor te bereiden op de vervolgopvang. Aspecten die daarbij betrokken worden, betreffen de competenties die een amv minimaal nodig heeft voor een bepaalde vorm van opvang, de vraag wat de juiste indicatiecriteria zijn, alsmede kennis over de vervolgopvang waarover de medewerkers moeten beschikken om de juiste indicatie te kunnen doen alsmede om de amv een betrouwbare beschrijving te kunnen geven van de locatie waarheen hij verhuist. Tevens wordt ingegaan op de vraag welke informatie de overdracht naar de vervolgopvang moet inhouden opdat alle betrokkenen optimaal geïnformeerd zijn en de begeleiding gecontinueerd kan worden. Medewerkers uit alle opvangmodaliteiten en voogden van Nidos zijn hierover geraadpleegd. In juni bespreken de COA-medewerkers de voortgang op dit onderdeel.

Daarnaast is, conform de herijkte amv-methodiek die voor de gehele amv-opvang, dus ook voor de opvang in de pol’s geldt, afgesproken dat elke amv een individueel plan heeft waaruit inzichtelijk blijkt op welke leefgebieden de jongere zich aan het ontwikkelen is. Ook worden volgens de afgesproken gesprekscycli gesprekken gevoerd met de voogd en de jongere over zijn ontwikkeling. Gestart is met het verdiepingstraject waarin medewerkers een masterclass jeugd aangeboden krijgen. Doel hiervan is dat de medewerkers zich verder ontwikkelen als professional op het gebied van opvang van jongeren, gekoppeld aan de gehanteerde amv-methodiek.

Aanbeveling

Zorg dat van het onderzoek naar veiligheidsbeleving van jongeren kwantitatieve en kwalitatieve analyses (kunnen) worden gemaakt. Dit biedt een beter inzicht op grond waarvan gerichte maatregelen genomen kunnen worden.

Reactie

Het COA beschikt al over een instrument, de quickscan veiligheid voor amv’s. Deze wordt periodiek in de amv-locaties afgenomen. De uitkomsten van de quickscan dienen als input voor het realiseren van verbeteringen op de locaties. Aanvullend zal het COA in het geautomatiseerde bewonersysteem een voorziening treffen waardoor de uitkomsten van de quickscan in het amv-dossier worden opgenomen en beschikbaar zijn voor rapportages.

Aanbeveling (aan de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie) Bevorder, in overleg met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport dat goede afspraken worden gemaakt tussen COA en de Gezondheidscentra voor Asielzoekers over medische informatie en medicatieverstrekking die passen bij de verantwoordelijkheid van het COA voor het welzijn van de jongere.

Reactie

In overleg met het Gezondheidscentrum Asielzoekers (GCA) wordt een protocol opgesteld om te bevorderen dat zorgverleners informatie over voorgeschreven medicijnen kunnen delen met begeleiders van de amv. Verzocht zal worden om een standaard uitvraag te laten doen door de huisarts aan de amv om toestemming te verlenen tot het delen van medische informatie. Het protocol zal voor 1 augustus worden vastgesteld, implementatie zal na de zomervakantie plaatsvinden. Daarnaast onderzoekt het COA op dit moment op welke wijze het COA, in het kader van de niet medische gidsfunctie, toezicht kan houden op het medicijngebruik van jongeren.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Kamerstuk 27 062, nr. 87 d.d. 14 januari 2013.

Naar boven