27 062 Alleenstaande minderjarige asielzoekers

Nr. 88 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2013

In het regeerakkoord «Bruggen slaan» van de VVD en PvdA staat: «Alleenstaande minderjarige vreemdelingen worden, mede in het belang van de ontwikkeling van de kinderen zelf, zo snel mogelijk in het land van herkomst met hun familie herenigd, of ondergebracht in een opvangvoorziening in het land van herkomst».

Dit voornemen realiseer ik door de herijking van het beleid voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s), dat reeds is ingezet door mijn voorgangers op het vreemdelingendossier, met enkele wijzigingen, in te voeren.

De herijking van het amv beleid is erop gericht om zo snel mogelijk duidelijkheid te bieden aan de amv. In het nieuwe beleid is een centralere rol voor de medewerking van de minderjarige aan zijn terugkeer. De amv-vergunning, die alleenstaande minderjarigen het idee kon geven dat zij in Nederland mochten blijven, terwijl dit niet het geval was, verdwijnt. Daarnaast zal een specifiek buitenschuldbeleid worden ingevoerd voor minderjarige vreemdelingen die bij hun eerste verblijfsaanvraag jonger dan 15 jaar waren en die buiten hun schuld niet terug kunnen keren naar hun land van herkomst.

De uitgangspunten van het nieuwe beleid zijn eerder aan uw Kamer meegedeeld bij brief van 22 juni 20121. Met deze brief informeer ik u over de wijze waarop het kabinet uitvoering geeft aan de opdracht in het regeerakkoord, op welke wijze het advies van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ) is verwerkt in het besluit, tot welke praktische samenwerking nu al gekomen is in het kader van de herijking, de wijze waarop ik uitvoering zal geven aan de eerder gedane toezegging en de aangenomen motie Dijksma2 van 5 juli 2012.

De herijking van het amv-beleid zal per 1 juni 2013 in werking treden.

Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken (ACVZ)

Op 12 november 2012 heeft de ACVZ advies uitgebracht over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit modern migratiebeleid in verband met herijking van het beleid voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen3. Ik heb drie aanbevelingen van de ACVZ overgenomen hetgeen heeft geleid tot inhoudelijke aanvullingen van het besluit. De ACVZ heeft geadviseerd om op te nemen in het ontwerpbesluit dat de maximale termijn om in aanmerking te komen voor het specifieke buitenschuldbeleid drie jaren bedraagt en gaat lopen vanaf het moment van indiening van de verblijfsaanvraag. Ook het advies om de uitgangspunten met betrekking tot de hantering van de genoemde termijn van drie jaren op te nemen in de toelichting bij het ontwerpbesluit is overgenomen. Daarnaast is het advies om het overgangsrecht in het wijzigingsbesluit op te nemen overgenomen. De nadere toelichting op de toepassing van het buitenschuldbeleid is ook uitgebreid op advies van de ACVZ. Tevens zijn twee tekstuele opmerkingen overgenomen.

Ik heb twee aanbevelingen van de ACVZ niet overgenomen waaronder de aanbeveling van de ACVZ om een identificatiemiddel te verstrekken aan amv’s. In de herijkingsbrief van 22 juni 2012 is duidelijk gemaakt dat het creëren van een grondslag voor het verstrekken van een Nederlands identificatiemiddel aan onrechtmatig verblijvende vreemdelingen ongewenst is. Ook de aanbeveling om te regelen dat amv’s worden begeleid bij terugkeerinitiatieven op het niveau van het Vreemdelingenbesluit wordt niet overgenomen. Aan dit uitgangspunt wordt al invulling gegeven bij het uitvoeren van het terugkeerbeleid.

IND-Nidos Convenant

De herijking beoogt niet alleen aanpassingen in wet- en regelgeving, maar ook betere informatie-uitwisseling tussen de verschillende partijen die met amv’s van doen hebben. Op 1 april 2012 is een pilot gestart tussen de IND en Nidos. Het doel van de pilot tussen de IND en Nidos is het toetsen of een intensievere samenwerking en meer informatie-uitwisseling tussen de partners leidt tot een versnelling van de asielprocedure voor de amv. In het convenant is afgesproken dat in de rust- en voorbereidingstijd (RVT) afstemming plaatsvindt tussen zaakverantwoordelijke (IND) en voogd (Nidos). Nidos heeft zo de mogelijkheid om in individuele gevallen de IND te adviseren een langere termijn te hanteren. Uit een tussenevaluatie in augustus 2012 is gebleken dat van deze mogelijkheid door Nidos nog maar beperkt gebruik is gemaakt. Waar om verlenging was verzocht heeft IND daarmee ingestemd. Op 1 april 2013 is de pilot beëindigd en momenteel wordt het convenant geëvalueerd.

Ongedocumenteerde alleenstaande minderjarige vreemdelingen

In de brief aan uw Kamer d.d. 22 juni 2012 is door mijn voorganger aangegeven dat zoveel mogelijk zal worden ingezet op het voorkomen van problemen voor amv’s als gevolg van het feit dat zij vaak geen identiteitsbewijs hebben. Daarbij heb ik ook aangegeven dat het verstrekken van een identiteitsbewijs aan onrechtmatig verblijvende vreemdelingen geen optie is. In dit verband wijs ik erop dat amv’s die niet in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning, zich overigens altijd tot de diplomatieke vertegenwoordiging van hun land van herkomst kunnen richten om identiteitsdocumenten te verkrijgen.

Mij is gebleken dat een nadere instructie aan de vreemdelingenpolitie (VP) (zoals toegezegd door mijn voorganger) met betrekking tot de problemen die mogelijk ontstaan als amv’s zich niet kunnen identificeren, niet nodig is. In Nederland heeft iedereen vanaf 14 jaar een identificatieplicht. Bij het niet voldoen aan deze verplichting gelden standaard procedures waarvan het niet mogelijk is om vanaf te wijken indien het een vreemdeling betreft. Daarnaast komen amv’s vaak pas in aanraking met de politie in het kader van de openbare orde. Als dit het geval is dienen zij overgebracht te worden naar het politiebureau ter identificatie. De VP houdt nu reeds, als het gaat om de identificatieplicht van amv’s, altijd rekening met de specifieke omstandigheden van deze groep. Dat zal in de toekomst niet anders zijn, hetgeen een nadere instructie overbodig maakt.

Een relevante ontwikkeling in dit kader is de mogelijkheid tot mobiele controles in de nabije toekomst. Dit maakt het mogelijk om op straat de identiteit van een persoon te verifiëren op basis van documentcontrole, biometrie en administratieve gegevens (integrale bevraging). Het is dan niet meer in alle gevallen nodig om personen over te brengen naar het bureau. Vanaf dit jaar zal gefaseerd de mogelijkheid tot mobiele controles worden ingevoerd. In 2014 en 2015 dient de uitrol bij de gehele Nationale Politie te volgen.

Afghanistan

In het kader van de herijking financiert Nederland sinds 1 januari 2013 een preventieproject in Afghanistan. Dit project heeft een looptijd van één jaar. Door uitvoering te geven aan dit project komt Nederland tegemoet aan de wens van de Afghaanse overheid om vooral te investeren in preventie van illegale immigratie van Afghaanse jongeren. Het project beoogt een bewustwordingscampagne te ontwikkelingen gericht op het voorkomen van misbruik van kwetsbare kinderen en het verbeteren van toegang van deze groep tot beschermingsdiensten.

Nederland werkt sinds 2010 met Zweden, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk aan een re-integratieproject voor amv’s die terugkeren naar Afghanistan. Hereniging van de amv met de familie staat hierbij voorop. Hiertoe heeft de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) geïnvesteerd in betrouwbare contactorganisaties in landen van hervestiging voor tracing. Voor amv's die niet (op korte termijn) met hun familie herenigd kunnen worden, voorziet het project in het realiseren van adequate alternatieve opvangvoorzieningen. Medewerking van de Afghaanse autoriteiten is cruciaal voor het slagen van het project. Omdat die medewerking, ondanks alle inspanningen van de Europese partners, vooralsnog onvoldoende is, voldoet de voortgang van het project nog niet aan de verwachting.

Motie Dijksma

Deze motie verzoekt de regering om «ten aanzien van de alleenstaande minderjarige vreemdelingen voor wie het soepele buitenschuldbeleid geldt, en van wie binnen drie jaar na binnenkomst in Nederland niet is vastgesteld dat adequate opvang aanwezig is in het land van herkomst en terugkeer niet is gerealiseerd, in het bezit te stellen van een verblijfsvergunning.»

Deze motie zie ik, evenals de toenmalige Minister van I&A destijds tijdens het debat stroomlijning en asiel minderjarigen van 3 juli 2012 al had aangegeven, als ondersteuning van het voorgenomen beleid. Met de invoering van de herijking wordt voor amv’s de maximale termijn gesteld van drie jaar voor het verlenen van een buitenschuldvergunning. De termijn start op het moment van de eerste verblijfsaanvraag. Voorwaarde is uiteraard dat de amv heeft meegewerkt aan zijn terugkeer.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Kamerstuk 27 062, nr. 75

X Noot
2

Kamerstuk 27 062, nr. 77

X Noot
3

ACVZ advies over het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit modern migratiebeleid in verband met herijking van het beleid voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen. 12 november 2012, kenmerk: ACVZ/ADV/2012/014.

Naar boven