27 062 Alleenstaande minderjarige asielzoekers

Nr. 104 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 2016

De Inspectie Jeugdzorg heeft in het voorjaar van 2016 onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de opvang voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Als gevolg van de hoge instroom van vluchtelingen vanaf 2015, hebben het COA en Nidos in hoog tempo een groot aantal amv’s opgevangen. De inspectie heeft twintig opvanglocaties bezocht waarin een representatief aantal amv’s verbleef. Hiervan vallen negen locaties onder de verantwoordelijkheid van het COA en elf locaties onder de verantwoordelijkheid van Nidos. De inspectie realiseerde zich dat een nieuwe opvanglocatie niet direct vanaf de start aan alle kwaliteitseisen kan voldoen en richtte zich daarom in dit onderzoek op acht basale verwachtingen.

Ik bied u hierbij het rapport van de Inspectie Jeugdzorg «Kwaliteit opvang alleenstaande minderjarige vreemdelingen» aan1 en geef u mijn reactie hierop.

Bevindingen

De inspectie concludeert dat ondanks de hoge instroom de meerderheid van de opvanglocaties van het COA en Nidos voldoen aan de basale kwaliteitseisen. De opvanglocaties van het COA en Nidos laten geen onderlinge verschillen zien op het punt van de getoetste kwaliteit. Om de kwaliteit van de opvang en begeleiding te vergroten heeft de inspectie een aantal verbeterpunten en aandachtspunten benoemd.

Reactie

Ik ben positief over de conclusies van de inspectie. Amv’s hebben ook met een buitengewoon grote instroom van vluchtelingen in 2015 bijzondere aandacht behouden. Ik acht dit van essentieel belang voor deze kwetsbare groep. Het COA en Nidos hebben als gevolg van de hoge instroom alle zeilen moeten bijzetten om voor amv’s passende opvang, zorg en begeleiding te realiseren. Ik heb naar aanleiding van de bevindingen van de inspectie het COA en Nidos gevraagd om de verbeterpunten en aandachtspunten op te pakken. Het COA en Nidos zijn hier voortvarend mee aan de slag gegaan. U treft hieronder een toelichting op het nieuwe opvangmodel aan en de doorgevoerde verbetermaatregelen van het COA en Nidos.

Met ingang van 1 januari 2016 is het nieuwe opvangmodel voor amv’s in werking getreden. Kleinschaligheid staat hierin voorop waarmee invulling wordt gegeven aan het belang van het kind. Amv’s tot en met 14 jaar worden in het nieuwe model opgevangen in opvanggezinnen onder verantwoordelijkheid van Nidos. In de begeleiding van amv’s wordt rekening gehouden met hun perspectief: integratie als er een vergunning is verleend of terugkeer als de aanvraag is afgewezen. In het nieuwe model worden amv’s die een verblijfsvergunning hebben gekregen door Nidos in gezinsverband geplaatst om vanuit deze context aan hun inburgering te kunnen werken. Als er geen opvanggezin beschikbaar is voor een amv met verblijfsvergunning, vangt Nidos de amv in kleinschalige woonvoorzieningen op. De amv’s die in Nederland mogen blijven, verblijven dus niet langer in de opvang bij amv’s in procedure of voor wie de aanvraag is afgewezen. Hiermee beoog ik meer duidelijkheid en eenduidigheid te creëren over het toekomstperspectief van amv’s voor hen zelf en hun omgeving. Bij de geboden opvang wordt dus onderscheid gemaakt naar leeftijd en perspectief.

Verbetermaatregelen Nidos

Nidos is met de implementatie van het nieuwe opvangmodel in het verlengde van de voogdijtaak ook verantwoordelijk voor de opvang van een deel van de jongeren. Nidos besteedt deze opvang en begeleiding uit aan contractpartners. Op vier locaties geeft de inspectie aan één of enkele aspecten te missen die behoren tot de basale kwalitatieve opvang van amv’s.

Om het planmatig werken te verbeteren is conform de amv-methodiek het verblijfsplan doorgevoerd dat in overleg met de jongere en zijn voogd is opgesteld. Dit plan wordt periodiek besproken.

Om de begeleiding meer zicht te geven op waar de jongeren zijn en wat ze doen, wordt een veiligheidsanalyse bij de jongeren uitgevoerd en worden de geplande activiteiten met de jongeren besproken. Tevens zijn afspraken gemaakt over de meldingsplicht van de jongere, over de bezoeken die de jongeren mogen afleggen met toestemming van de voogd en afspraken met school over de meldingen van aan- en afwezigheid van de jongeren.

Tot slot heeft scholing plaatsgevonden om de begeleiding beter toe te rusten om met acuut onveilige situaties om te gaan, zoals het de-escalerend kunnen werken bij agressie. Tevens ontvangt de begeleiding groepsgerichte dan wel individuele coaching hierop. Daarnaast zijn compenserende maatregelen ingezet zoals extra inzet van begeleiding en/of bereikbaarheid.

De inspectie is per brief geïnformeerd over deze getroffen verbetermaatregelen. Nidos bewaakt de uitvoering van de verbetermaatregelen en evalueert het effect. Daar waar nodig voert Nidos bijstellingen door.

Verbetermaatregelen COA

Op een enkele locatie geeft de inspectie aan een of enkele aspecten te missen die behoren tot de basale kwalitatieve opvang van amv’s. In overleg met deze locaties heeft het COA verbeteringen doorgevoerd. De inspectie is hierover per brief geïnformeerd. Naast locatie specifieke verbeterpunten heeft de inspectie het COA enkele algemene aandachtspunten gegeven.

Dit betreft onder meer het tijdig scholen van mentoren, inzet van een gedragsdeskundige ter ondersteuning van mentoren en de aandacht in de begeleiding voor de seksuele ontwikkeling van de jongeren.

Het aandachtspunt waar het de scholing van mentoren betreft sluit aan bij een ontwikkeling die eerder ingezet is bij het COA. Voor mentoren is een leerpad ontwikkeld en een scholingstraject vormgegeven gericht op het tijdig scholen van medewerkers en het doorontwikkelen van de mentor als professional. Hierbij sluit het COA aan bij normen die gesteld worden aan de jeugdwerker. De trainingsonderdelen die direct van belang zijn bij het werken in de amv-opvang worden deels voor aanvang van het arbeidscontract dan wel binnen drie maanden na aanvang gegeven. Hiermee sluit het COA aan bij de wens van de inspectie om snel en voldoende toegeruste medewerkers in de amv-opvang werkzaam te hebben.

Het COA is dit voorjaar gestart met de werving van gedragsdeskundigen ter ondersteuning van mentoren die verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse begeleiding van amv’s op locatie. Deze werving loopt nog. Nog niet voor alle locaties is op dit moment inzet van gedragsdeskundigen geborgd maar dit traject wordt voortgezet. Doel is beschikbaarheid van een gedragsdeskundige voor elke locatie met amv-opvang.

De inspectie constateert dat jongeren vaker meerdere maanden hebben moeten wachten op een onderwijsplek. Op 14 juli van dit jaar is de Kamer geïnformeerd over de mate waarin leerplichtige jongeren woonachtig op een COA locatie deelnemen aan het onderwijs2. Gebleken is dat eind juni 97% van hen daadwerkelijk deelnam aan het onderwijs. Ook voor amv’s geldt dat zij binnen een maand na aanmelding bij het COA ingeschreven moeten zijn bij een onderwijsinstelling en gefaciliteerd worden om naar school te kunnen gaan.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 34 334, nr. 22

Naar boven