27 062 Alleenstaande minderjarige asielzoekers

Nr. 103 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 september 2016

In mijn brief1 van 7 maart jl. met een reactie op het rapport van de Inspectie Jeugdzorg en Inspectie Veiligheid en Justitie over de beschermde opvang (BO), heb ik toegezegd uw Kamer voor het zomerreces te informeren over hoe de verbetermaatregelen uit het verbeterplan van het COA worden toegepast en geborgd. Het COA is voortvarend aan de slag gegaan met het opstellen van een verbeterplan en heeft dit verbeterplan in april met de Inspecties gedeeld. In het verbeterplan heeft het COA de acties beschreven die door het COA en de betrokken partners worden ingezet op de twaalf gebieden die door de Inspecties als onvoldoende zijn beoordeeld. De Inspecties hebben geconstateerd dat de verbeterplannen voldoende volledig, realistisch en ambitieus aansluiten op de nodige verbetermaatregelen. U treft hieronder per thema een overzicht van de getroffen verbetermaatregelen.

Thema 1: Amv’s verblijven in een veilige en aandachtvolle omgeving

Het COA heeft maatregelen getroffen om jongeren beter te beschermen tegen gevaren die hun ontwikkeling kunnen bedreigen:

Veiligheid van de jongeren

Om goed zicht te houden op de veiligheid van de jongeren heeft het COA een risicotaxatie instrument opgesteld en afgestemd op het methodisch kader van de BO. Met dit instrument kunnen de medewerkers van de BO zowel bij binnenkomst als op periodieke basis de veiligheid van een jongere taxeren. In juli is het risicotaxatie instrument in gebruik genomen.

Veiligheidsrisico voor de jongeren

Er is een veiligheidsplan voor de BO opgesteld. Op basis hiervan kunnen de professionals voor iedere bewoner in de BO de begeleiding bepalen bij veiligheidsrisico’s, de veiligheidsrisico’s beperken en vaststellen of de risico’s verminderd zijn. Het veiligheidsplan wordt sinds juni door medewerkers van Jade in de BO toegepast en zal in komende weken in gebruik genomen worden bij Xonar. Het veiligheidsplan richt zich op het in beeld brengen van de risico’s bij een jongere in relatie tot onder meer de beschermingsvraag en beschrijft:

  • welke zorgen er zijn vanuit de risico-inventarisatie en taxatie

  • wat een jongere moet kunnen voor hij of zij zelfstandig naar buiten gaat

  • een beeld met wie de jongere omgaat middels een netwerkkaart

  • wat een jongere verder moet kunnen

  • wat een jongere moet kunnen voor hij of zij wordt aangemeld voor vervolgopvang.

Fysieke leefomgeving

Met ingang van 1 juni 2016 worden tweemaal daags de veiligheidsvoorzieningen in de beschermde opvanglocaties gecontroleerd. Daarnaast zijn met de GGD-GHOR afspraken gemaakt om jaarlijks de panden van de BO te toetsen op de door de GGD gestandaardiseerde hygiënenormen.

Leefklimaat

Met ingang van 1 juni 2016 wordt een keer per twee weken een bewonersvergadering gehouden. Tijdens deze vergadering wordt onder meer gesproken over de (fysieke) leefomgeving van de jongere. Langs deze weg wordt de inspraak en invloed van de jongeren op hun leefomgeving en veiligheid gewaarborgd. Daarnaast is hier de inspraak geborgd op de inzet van activiteiten die voor de jongere van belang zijn.

Thema 2: Ondersteuning en begeleiding in ontwikkeling

Het COA zet zich in om jongeren de begeleiding en hulp te bieden die zij nodig hebben om zich onbedreigd te kunnen ontwikkelen:

Passende begeleiding

Medewerkers in de BO werken op basis van een specifiek daartoe ontwikkelde methodiek. De methodiek is ontwikkeld door het COA in samenwerking met Jade, Nidos en NCOI opleidingen. Naar aanleiding van het rapport van de Inspecties heeft er een aanscherping plaats gevonden in de consequente toepassing van de methodiek. Geborgd wordt dat belangrijke besluiten die de minderjarige betreffen op een inzichtelijke wijze in het dossier een plek krijgen en daarmee voor anderen kenbaar zijn. Een andere belangrijke aanscherping in relatie tot de inzet van de methodiek is het aanbrengen van een verbetering in het vertalen van competenties in leerdoelen. Daarnaast is in de trainingen aan de medewerkers extra aandacht voor dit onderdeel. Iedere medewerker is (en wordt) getraind in het werken op basis van deze methodiek. In de afgelopen weken hebben (nagenoeg) alle medewerkers die werkzaam zijn in de BO een training gekregen die zich met name richt op de nieuwe elementen die in de methodiek zijn opgenomen. Op dit moment worden de laatste medewerkers getraind in de methodiek van de BO. Afspraken over leerdoelen en activiteiten worden vastgelegd in een werkplan dat zowel door de voogd als de minderjarige wordt ondertekend.

Kwaliteit begeleiding

Een andere maatregel die is genomen is het verzorgen van de aansluiting van medewerkers die werkzaam zijn in de BO op het trainingsprogramma dat het COA aanbiedt aan de verschillende aandachtsfunctionarissen binnen de reguliere opvang van het COA. Het COA kent aandachtsfunctionarissen op de volgende gebieden: meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, mensenhandel en mensensmokkel en veiligheid. Deze medewerkers ontvangen op ieder van deze onderwerpen specifieke trainingen die nu ook worden aangeboden aan medewerkers die werkzaam zijn binnen de BO. Ook is er bij NCOI Opleidingen een verdiepingstraining Begeleiding Methodiek Beschermde Opvang ingekocht die alle medewerkers binnen de BO zullen volgen (en deels al hebben gevolgd).

Gekwalificeerde professionals

Onder de kop «passende begeleiding» en «kwaliteit begeleiding» zijn reeds maatregelen genoemd die ingezet zijn door het COA om gekwalificeerd personeel in te zetten in de BO. Daarbij heeft het COA een trainingsmatrix opgesteld waarin is opgenomen over welke specifieke aanvullende training een medewerker dient te beschikken.

Afstemming met betrokken organisaties

De BO draagt zorg voor het vastleggen van gemaakte afspraken met betrokken partijen. De maatregel is genomen dat de medewerkers die werkzaam zijn in de BO de gesprekken die zij met andere betrokken instanties voeren en kernbeslissingen die genomen worden steeds zullen vastleggen. De inhoud van deze gesprekken is daarmee ook voor collega’s en jongeren op latere momenten kenbaar. Met de school waar de jongeren naar toe gaan worden integrale leerdoelen opgesteld. In een structureel overleg tussen de medewerkers (mentoren) binnen de BO en de onderwijscontactpersoon worden deze doelen besproken, en vindt afstemming hierover plaats. Aan specifieke thema’s worden in dezelfde weken zowel op school als op de BO-locatie aandacht besteed.

Thema 3: Rechtspositie amv

Het COA zet zich in om jongeren voldoende mogelijkheden te bieden om voor hun individuele en gemeenschappelijke belangen op te komen:

Vrijheidsbeperkende maatregelen

Het COA ontwikkelt in samenwerking met Jade, Xonar en Nidos beleid dat ziet op de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen. Dit beleid zal in het derde kwartaal zijn uitgewerkt in de (werk)processen.

Individuele belangen

Er is voor de BO Jade een klachtenregeling opgesteld. Deze wordt op dit moment vertaald in meerdere talen alvorens in gebruik genomen te worden. Daarnaast is in de BO een externe vertrouwenspersoon aangesteld die periodiek de locatie bezoekt.

Zorgvuldige omgang met de gegevens

Om de zorgvuldigheid van de omgang met gegevens te verbeteren zijn de nodige maatregelen getroffen die er zorg voor moeten dragen dat op korte termijn iedere bewoner van de BO toestemming verleent om zijn of haar gegevens te delen met derden. Hierbij worden de uitgangspunten voor informatieoverdracht gehanteerd die gelden voor het COA binnen de vreemdelingenketen.

Thema 4: Effectieve informatieoverdracht aan de vervolgopvang

Het is van belang dat Jade de noodzakelijke informatie overdraagt zodat, indien nodig, de bescherming, hulp en begeleiding van amv’s in de vervolgopvang kan worden gecontinueerd. Om de informatieoverdracht te verbeteren heeft het COA een gestandaardiseerd formulier ontwikkeld voor de professionals waarmee zij de overdrachtsinformatie kunnen delen met de vervolgopvang.

In aanvulling op bovenstaande maatregelen, is er een herziene werkwijze die gericht is op een multidisciplinaire risicoanalyse van de kwetsbaarheden van de jongeren in de BO. Bij deze multidisciplinaire risicoanalyse zijn Nidos, Jade, het EMM/ EVIM en de Evenaar betrokken. Deze organisaties werken intensiever samen om, binnen zes weken na plaatsing van een jongere, factoren in kaart te brengen die samen kunnen hangen met (mogelijke) slachtofferschap van mensenhandel. De risicoanalyse is daarmee een middel om te bepalen welke hulpvraag de jongere heeft, welke zorg nodig is, welk soort vervolgopvang geschikt is en of hij of zij daar aanvullende begeleiding en bescherming bij nodig heeft. Vervolgens maakt de voogd aan de hand van de analyse een plan van aanpak voor de amv.»

Interne audit

Alleenstaande minderjarige vreemdelingen zijn een kwetsbare groep, waar altijd zeer zorgvuldig mee moet worden omgegaan. Dit geldt temeer voor kinderen die zich in de BO bevinden. De veiligheid van het kind dient voorop te staan.

Het COA heeft dan ook veel zorg en aandacht besteed aan het doorvoeren van de maatregelen. Om de doorgevoerde verbetermaatregelen te toetsen heeft het COA een interne auditteam samengesteld. Bij brief van 25 juli 2016 zijn de beide Inspecties door het COA, door toezending van de rapportage, geïnformeerd over de uitkomsten van het onderzoek van het interne auditteam. De Inspecties zullen aan de hand van deze audit de kwaliteit van de doorgevoerde maatregelen beoordelen. Ik zal uw Kamer informeren over de bevindingen van de Inspecties naar aanleiding van de interne audit van het COA.

Tot slot wil ik uw Kamer informeren over de stand van zaken van het onderzoek naar de verdwijningen van Vietnamese minderjarigen uit de BO in 2015. Uit het onderzoek en uit de signalen van de uitvoering blijkt dat een groep Vietnamezen georganiseerd de weg weet te bewandelen om in Nederland in de illegaliteit te kunnen verdwijnen. Het onderzoek van de Landelijke Recherche heeft tot de conclusie geleid dat de betrokken Vietnamezen meerderjarig zijn. Verder heeft het onderzoek onvoldoende opsporingsindicaties mensenhandel opgeleverd, maar zijn er wel aangrijpingspunten voor een mensensmokkelonderzoek. Om die reden is eind april de keuze gemaakt om het mensenhandelonderzoek van de Landelijke Recherche stop te zetten. Op basis van de thans beschikbare informatie worden er momenteel door de opsporingsdiensten en het OM vervolgstappen bepaald. Naar aanleiding van het onderzoek van de Landelijk Recherche en de signalen van de uitvoering, heb ik de Koninklijke Marechaussee, de AVIM en de IND gevraagd bij de leeftijdsschouw van Vietnamezen die stellen minderjarig te zijn extra alert te zijn en bij geringe twijfel over de minderjarigheid een leeftijdsonderzoek te laten plaatsvinden.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, K.H.D.M. Dijkhoff


X Noot
1

Kamerstuk 27 062, nr. 99

Naar boven