26 991 Voedselveiligheid

Nr. 552 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2019

Hierbij bied ik u mijn reactie aan op het verzoek van het lid Geurts uit de Regeling van Werkzaamheden d.d. 14 mei 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 81, item 19) om voorafgaand aan een debat over de uitkomsten van een RTL-onderzoek dat honderden producten onterecht als biologisch verkocht zouden zijn, een brief aan de Kamer te sturen over de taak en opdracht die de NVWA heeft ten opzichte van Skal met betrekking tot biologische producten in Nederland. Tevens reageer ik met deze brief op het verzoek van het lid Ouwehand, daarin gesteund door het lid Lodders, om in de brief een overzicht te geven over hoe intensief de gangbare landbouw wordt gecontroleerd en hoe intensief de biologische landbouw. Deze treft u hierbij aan.

Taken NVWA en Stichting Skal in relatie tot biologische productie

De NVWA heeft tot taak om toe te zien op de naleving van de geldende (Europese en nationale) wetgeving op onder meer de terreinen voedselveiligheid, dierenwelzijn en diergezondheid. De gehele voedselketen van zowel de plantaardige als dierlijke voedselproductie valt onder dit toezicht. Een biologische ondernemer valt, net als niet-biologische ondernemers, onder dit toezicht van de NVWA. Hiernaast is de NVWA ten aanzien van de biologische productiemethode belast met de strafrechtelijke opsporing. Door de NVWA bij biologische ondernemers geconstateerde afwijkingen kunnen vanzelfsprekend aan Skal ter afhandeling worden voorgelegd.

Stichting Skal (hierna: Skal) is een privaatrechtelijk zelfstandig bestuursorgaan dat valt onder mijn verantwoordelijkheid en is op grond van de Landbouwkwaliteitswet aangewezen als controlerende autoriteit als bedoeld in artikel 27 lid 4 van verordening (EG) nr. 834/2007 inzake biologische productie en etikettering van biologische producten.

Dit houdt in dat Skal belast is met het toezicht op de naleving van genoemde Europese verordening. Deze Europese kwaliteitsregelgeving is van toepassing op levende of onverwerkte landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten voor gebruik als levensmiddel, diervoeder en vegetatief teeltmateriaal en zaaizaad. Deze specifieke regelgeving stelt andere voorwaarden aan de productie en verwerking van biologische producten op basis van doelstellingen en beginselen voor biologische productie, dan de algemeen geldende wetgeving op het gebied van voedselveiligheid, dierenwelzijn en diergezondheid waar de NVWA toezicht op houdt. Deze andere voorwaarden gelden voor alle stadia van productie, bereiding en distributie van biologische producten. Skal financiert het toezicht uit de bijdragen van de bij Skal geregistreerde bedrijven.

Op basis van de huidige inrichting van het controlesysteem en werkwijze overlappen de activiteiten van de NVWA en Skal elkaar niet. Wel bestaan er werkafspraken tussen de NVWA en Skal ter versterking van het publieke toezicht op ieders domein, binnen de bestaande bevoegdheidsverdeling. Deze werkafspraken zijn neergelegd in een convenant en zien op de samenwerking tussen NVWA en Skal. Deze samenwerking is noodzakelijk voor een effectief toezicht op voedselveiligheid en biologische kwaliteit van producten. Het betreft onder meer het uitwisselen van gegevens die nodig zijn voor het uitvoeren van de publiekrechtelijke taken van de NVWA en Skal. In geval er aanwijzingen zijn van fraude of overige ernstige afwijkingen kunnen deze zodoende leiden tot strafrechtelijke vervolging enerzijds en intrekking van het biologisch certificaat anderzijds. Op korte termijn wordt een vernieuwde samenwerkingsovereenkomst tussen de NVWA en Skal afgerond.

Controle intensiteit NVWA voedselveiligheid

Bij het toezicht door de NVWA op de naleving van de geldende (Europese en nationale) wetgeving op de terreinen voedselveiligheid, dierenwelzijn en diergezondheid wordt geen onderscheid gemaakt tussen gangbare en biologische bedrijven. De NVWA richt haar toezicht risico gebaseerd in. Dat betekent dat gangbare dan wel biologische bedrijven waar geringere risico's worden verwacht, ten aanzien van de genoemde onderwerpen te maken kunnen krijgen met een lagere toezichtlast.

Controle intensiteit biologische productie en etikettering van biologische producten

De Europese verordeningen inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten bevatten gedetailleerde controlevoorschriften die rechtstreeks van toepassing zijn in de lidstaten. Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van verordening (EG) nr. 834/2007 bevat algemene minimale en specifieke controlevoorschriften. Ten minste eenmaal per jaar moet bij alle marktdeelnemers een fysieke controle worden uitgevoerd. Verder worden jaarlijks bij ten minste 5% van de marktdeelnemers monsters genomen. Daarnaast moeten onaangekondigde aselecte controles worden uitgevoerd op basis van risicoanalyse.

Ook bij de import van biologische producten voert Skal controles uit. Dit jaar geldt er in opdracht van de Europese Commissie op EU-niveau op basis van vastgestelde Guidelines een verscherpte importcontrole van 100% voor bepaalde biologische producten die als risicovol worden aangemerkt, afkomstig uit Oekraïne, Russische Federatie, Kazakhstan, Moldavië en China.

Het is Skal in 2018 niet gelukt om alle bij Skal geregistreerde bedrijven te inspecteren. Hier heeft Skal een risico gebaseerde afweging overgemaakt. Deze in 2018 niet bezochte bedrijven zijn inmiddels in 2019 met voorrang geïnspecteerd. Het reguliere inspectieprogramma van 2019 loopt verder op schema.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven