26 991 Voedselveiligheid

Nr. 463 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 maart 2015

Bij de regeling van werkzaamheden op 11 februari heeft u gevraagd om, voorafgaand aan een plenair debat over de inspecties door de NVWA bij visproductiebedrijven, een brief te ontvangen waarin wordt toegelicht hoe de supermarkten en horeca omgaan met het feit dat één van de bedrijven in de categorie «rood» van de NVWA valt (Handelingen II 2014/15, nr. 53, item 5).

Deze categorie-indeling komt ook voor in het rapport van de NVWA over de inspectieresultaten van de visproductiebedrijven in 2014, dat ik u op 10 februari jl. toezond1. De beschrijving van het interventiebeleid van de NVWA met de bijbehorende kleurensystematiek heeft tot verwarring geleid, en is voor mij aanleiding om met de NVWA hierover in gesprek te gaan om onduidelijkheid in de toekomst te voorkomen. In deze brief licht ik beide onderwerpen toe.

Interventiebeleid NVWA

De NVWA voert haar taak als toezichthouder voor de voedselveiligheid op een proportionele wijze uit. Dit betekent dat bij verschillende soorten overtredingen verschillende handhavingsinstrumenten worden ingezet.

De handhavingsinstrumenten waarover de NVWA beschikt zijn bijvoorbeeld waarschuwingen, herstelinspecties, boetes, last onder dwangsom, last onder bestuursdwang, het (tijdelijk) stilleggen van productielijnen, het intrekken van erkenningen en het sluiten van een bedrijf.

Als een direct gevaar voor de volksgezondheid optreedt, zal de NVWA instrumenten inzetten waardoor het risico wordt weggenomen. De NVWA kan dan besluiten om het bedrijf (tijdelijk) te sluiten en/of door het betreffende bedrijf producten van de markt te laten halen.

De NVWA deelt bedrijven in op basis van eerdere inspectieresultaten en risicoanalyses. De NVWA vertaalt dit in risicocategorieën en gebruikt dit als hulpmiddel om de inspecties risicogericht te kunnen uitvoeren. Aan deze categorieën zijn kleuren toegekend. De categorie-indeling geeft interne informatie en wordt gebruikt voor het stellen van (handhavings)prioriteiten.

In de rapportage bij de brief van 10 februari met de inspectieresultaten van de visproductiebedrijven, zijn de bedrijven conform een door de NVWA vastgestelde methodiek ingedeeld in categorieën (rood = harde maatregelen nodig, oranje = op onderdelen verbeteringen nodig, groen = naleving in orde en wit = geen recente gegevens bekend).

Naar aanleiding van deze rapportage is verwarring ontstaan over de wijze waarop het interventiebeleid van de NVWA met de bijbehorende kleurensystematiek geïnterpreteerd moet worden. De kleur «rood» wekt de associatie dat hier een probleem voor de volksgezondheid is en dat direct ingegrepen moet worden. Echter, in de praktijk zijn dit bedrijven waar naar het oordeel van de NVWA meermaals tekortkomingen zijn geconstateerd die stevig aangepakt moeten worden om ernstigere situaties in de toekomst te voorkomen, maar waar de veiligheid van het voedsel niet in het geding is. Dit behoeft dus nadere uitleg en uitwerking. Ik vind deze systematiek verwarrend en ben met de NVWA in gesprek over aanpassingen van de systematiek.

Het is van belang dat gegevens die openbaar worden, niet tot verwarring leiden bij de consument, burger en afnemer. Ik heb de NVWA daarom gevraagd voor het openbaar maken van inspectiegegevens een systematiek te hanteren, op basis waarvan helder is wat de ernst van de situatie is en hoe zich dit verhoudt tot de toegepaste interventies. Voor de zomer wordt u hierover nader geïnformeerd.

Rol supermarkten en horeca bij de borging van voedselveiligheid

Verantwoordelijkheid bedrijfsleven

De Algemene Levensmiddelenverordening (EG) 178/2002 stelt exploitanten van levensmiddelenbedrijven ervoor verantwoordelijk dat de levensmiddelen conform de voedselveiligheidsvoorschriften geproduceerd zijn. Zij zijn dus primair zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van producten die zij verhandelen en afzetten naar de consument.

De Europese verordening (EG) 852/2004 verplicht bedrijven dit te borgen in hun voedselveiligheidsplan (het zogeheten HACCP-plan). Bovendien zijn de bedrijven verplicht de veiligheid van ingekochte grondstoffen en producten te verifiëren. Dit geldt ook voor supermarkten en de horeca.

Om bij eventuele incidenten snel te kunnen handelen, moeten bedrijven een goed werkend traceringssysteem hebben. Het bedrijf moet altijd weten waar de grondstoffen of producten vandaan komen (één schakel achteruit) en naar wie de producten zijn afgezet (één schakel vooruit). Bij een incident of crisis moeten producenten deze informatie binnen vier uur aan de NVWA kunnen geven.

Inkoopvoorwaarden/kwaliteitssystemen

De levensmiddelenbedrijven stellen privaat inkoopvoorwaarden aan de toeleveranciers. In de relatie met de toeleverancier wordt nagegaan of (blijvend) aan de eisen wordt voldaan. Er kunnen redenen zijn om de toeleverancier aan te spreken op het niet naleven van de inkoopvoorwaarden. Het ligt voor de hand dat inspectieresultaten van de NVWA daarbij een rol spelen.

Voor de eisen op het gebied van de voedselveiligheid wordt door supermarkten mede gebruik gemaakt van kwaliteitssystemen. Supermarkten stellen in het algemeen als eis dat een toeleverancier gecertificeerd is. Supermarkten maken hierbij veelal gebruik van eisen vanuit de grote internationale kwaliteitssystemen, zoals de Global Standards van het British Retail Consortium2 en de International Food Safety Standard (IFS)3.

Bedrijven die gecertificeerd zijn volgens deze kwaliteitssystemen moeten uiteraard minimaal voldoen aan alle wettelijke vereisten voor voedselveiligheid.

Rol van de NVWA bij de informatie-uitwisseling

De NVWA is verantwoordelijk voor het toezicht en handhaving van de naleving van de wetgeving op het terrein van de voedselveiligheid bij levensmiddelenbedrijven. De bevindingen worden in principe uitsluitend gedeeld met het betrokken bedrijf dat, zo nodig, corrigerende maatregelen moet nemen.

De NVWA kan vanwege privacy regelgeving, de afnemers van het betrokken bedrijf niet informeren over de inspectieresultaten. Alleen als er sprake is van een acuut risico voor de volksgezondheid en het bedrijf geen adequate maatregelen neemt, zal de NVWA ook afnemers (andere bedrijven of burgers) op de hoogte stellen.

De Taskforce Voedselvertrouwen heeft gewerkt aan verbetering van de uitwisseling van informatie tussen de overheid (NVWA) en het bedrijfsleven over bedrijven en producten en aan aanscherping van de eisen aan de kwaliteitssystemen in het kader van het risicogerichte toezicht. Binnenkort wordt u hierover geïnformeerd, als onderdeel van de eindrapportage van de Taskforce.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven