26 983
Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het onderzoek en enige andere onderwerpen

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 2 oktober 2000

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 61, eerste lid, komt als volgt te luiden:

1. Indien de verdachte niet overeenkomstig artikel 57 in verzekering wordt gesteld, noch overeenkomstig artikel 60 voor de rechter-commissaris wordt geleid, wordt hij in vrijheid gesteld, tenzij hij op bevel van de officier van justitie of de hulpofficier voor wie de verdachte is geleid of die zelf de verdachte heeft aangehouden, voor ten hoogste zes uren wordt opgehouden voor onderzoek. Tijdens het ophouden voor onderzoek wordt de verdachte gehoord.

B

Artikel I, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 61a, eerste lid onder a, wordt «fotografische opnamen» vervangen door: fotografische opnamen of video-opnamen.

2. In artikel 61a, eerste lid onder d, wordt «sorteerproef» vervangen door: geuridentificatieproef.

3. In artikel 61a, eerste lid onder e, wordt na «afscheren» en «knippen» telkens ingevoegd: of laten groeien.

4. Artikel 61a, eerste lid, onder f komt te luiden:

f. het dragen van bepaalde kleding of bepaalde attributen ten behoeve van een confrontatie;

5. In artikel 61a, eerste lid onder h, wordt «op de handen» vervangen door: op het lichaam.

C

Artikel I, onderdeel G, wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 62a, tweede lid, worden de woorden «een bevel tot de maatregelen bedoeld in artikel 61a, eerste lid onder e en g,» vervangen door: een bevel tot de maatregel bedoeld in artikel 61a, eerste lid, onder e,.

D

In artikel I wordt na onderdeel H een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ha

Artikel 95, tweede lid, komt te luiden:

2. Met betrekking tot het onderzoek aan of in het lichaam of het onderzoek aan de kleding van de aangehouden verdachte geldt artikel 56, eerste tot en met vierde lid..

Toelichting

Onderdeel A

De wijziging is redactioneel.

Onderdeel B

De wijzigingen hebben betrekking op de omschrijving van een aantal maatregelen in het belang van het onderzoek. In de praktijk wordt naast het maken van foto's ook gebruik gemaakt van opname per video. Met het oog hierop is onderdeel a aangepast. De sorteerproef wordt in de praktijk inmiddels aangeduid als geuridentificatieproef; de naamgeving in onderdeel d is daaraan aangepast. Naast het afscheren van een snor of baard of het afknippen van hoofdhaar kan het voorkomen dat met het oog op een confrontatie ook het laten groeien van belang kan zijn. Onderdeel e is derhalve aangevuld. In onderdeel f is een redactionele wijziging aangebracht. Het doen aantrekken van bepaalde kleding of het doen opzetten van bepaalde attributen is vervangen door de algemene terminologie «het dragen van bepaalde kleding of bepaalde attributen». Schotresten kunnen ook op andere onderdelen van het lichaam dan de handen worden aangetroffen; onderdeel h voorziet derhalve in een ruimere omschrijving.

Onderdeel C

De plaatsing in een observatiecel was in artikel 62a, tweede lid, uitgezonderd voor toepassing door de hulpofficier. Naar voren is gekomen dat dit in de praktijk problemen op kan leveren. Daarbij kan worden gedacht aan gevallen waarin meerdere verdachten gelijktijdig zijn aangehouden en waarbij sporen veilig gesteld moeten worden. In die gevallen is het noodzakelijk dat een aantal verdachten onder toezicht moet worden gehouden om het beschadigen of verwijderen van sporen te voorkomen. Plaatsing in een observatiecel is dan aangewezen. Hierbij speelt het tijdelement een belangrijke rol, de maatregel dient zonder uitstel te kunnen worden toegepast. Door de voorgestelde wijziging geldt ook hier de algemene regel van artikel 62a, tweede lid, de officier van justitie is bevoegd, indien zijn optreden niet kan worden afgewacht komt de bevoegdheid toe aan de hulpofficier die de ophouding voor onderzoek dan wel de inverzekeringstelling heeft gelast.

Onderdeel D

De verwijzing in artikel 95, tweede lid, diende nog te worden aangepast.

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals

Naar boven