26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding

Nr. 155 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2013

Op 9 april 2013 zond ik u het monitoringsrapport van de Inspectie Leefomgeving en Transport «Stand van zaken brandveiligheid bij opslagen van gevaarlijke stoffen. Actualisatie 2012» (Kamerstuk 26 956, nr. 154)).

Naar aanleiding hiervan heeft mevrouw Van Tongeren (GroenLinks) in de Regeling van Werkzaamheden van woensdag 10 april jongstleden een debat aangevraagd. Ter voorbereiding op dat debat zal ik u nog de lijst van bedrijven doen toekomen, waar tijdens het onderzoek een nalevingstekort is geconstateerd. Om ervoor te zorgen dat u over de meest actuele informatie beschikt, is nog een «actualiseringsslag» nodig, omdat er bedrijven zijn die inmiddels de noodzakelijke maatregelen hebben getroffen. Ik verwacht u de geactualiseerde lijst over drie weken te kunnen toesturen. Hieronder ga ik kort in op het proces dat ik daartoe zal doorlopen.

Snelheid versus zorgvuldigheid

Het onderzoek is een monitoring van de uitvoering en de naleving en past in een reeks onderzoeken over meerdere jaren. Het doel was niet om gegevens over individuele bedrijven te onderzoeken en bekend te maken, maar een voortgangsmonitor op stelselniveau uit te voeren. Er is dus geen nalevingsonderzoek per casus uitgevoerd. Hoor en wederhoor, mogelijkheden van bezwaar en beroep, zijn dan ook geen standaardonderdelen van de aanpak geweest.

Het onderzoeksrapport is gebaseerd op de gegevens zoals de inspectie ze heeft ontvangen van het Wabo-bevoegd gezag tot uiterlijk juli 2012. Dat betekent dat nadien wijzigingen in de situatie bij de genoemde bedrijven kunnen zijn ontstaan. Zowel als gevolg van maatregelen door het bedrijf zelf, als door maatregelen van de betreffende overheid. Daar wil ik rekening mee houden. Tegelijk besef ik dat het voor de transparantie van milieu-informatie van belang is om het publiek zo snel mogelijk te informeren over de betreffende situaties. Maar ook het publiek is gediend bij actuele informatie. Alvorens tot publicatie over te gaan zal ik dan ook bij de bedrijven en het bevoegd gezag nagaan wat de actuele situatie is. Mijn inschatting is dat ik u over drie weken een actuele lijst kan sturen.

Resultaten onderzoek

Sinds 2010 richten de monitoringsonderzoeken van de inspectie zich op de borging van de brandveiligheid door een automatische brandbeveiligingsinstallatie of een bedrijfsbrandweer. Daarbij is nagegaan of de juiste vergunningsvoorschriften door het Wabo bevoegd gezag in de omgevingsvergunning zijn opgenomen. Ook is in beeld gebracht of brandbeveiligingsinstallatie is goedgekeurd dan wel of de bedrijfsbrandweer aan de eisen voldoet.

Uit het monitoringsonderzoek 2012 blijkt dat de omgevingsvergunning nog niet in alle gevallen de juiste voorschriften bevat. Verder is geconstateerd dat in juni 2012 bij ruim een derde van de bedrijven de automatische brandbeveiligingsinstallatie niet was goedgekeurd door een geaccrediteerde inspectie A-instelling.

De redenen waarom een goedkeuring ontbreekt, zijn divers. Zo kan het gaan om technische tekortkomingen van de installatie of tekortkomingen op het gebied van beheer en onderhoud. Ook kunnen er mogelijk problemen zijn die te maken hebben met het stelsel van accreditatie en certificatie. In mijn brief van 9 april heb ik aangekondigd nader onderzoek te doen naar mogelijke problemen in dit stelsel en eventuele vervolgstappen te bezien.

Informatie van andere overheden

De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft het onderzoek uitgevoerd door het beoordelen van informatie van het Wabo-bevoegd gezag. De inspectie heeft geen reality checks uitgevoerd bij de bedrijven zelf. De inspectie is niet verantwoordelijk voor de juistheid van de door bevoegd gezag aangeleverde informatie.

Bij deze actualisatie zijn als uitgangspunt de bedrijven en het achterblijvende bevoegd gezag genomen waar in 2011 de uitvoering en naleving nog onvoldoende was. Daarmee is niet de gehele doelgroep bekeken.

Als de informatie van het bevoegd gezag daartoe aanleiding gaf heeft de inspectie het bevoegd gezag gevraagd handhavend op te treden richting bedrijf of de vergunning te actualiseren. De mogelijkheid om deze interventiemiddelen in te zetten richting bevoegd gezag heeft de inspectie per 1 oktober 2012 niet meer.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven