26 737 Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 maart 2024

Onlangs heb ik de Tweede Kamer mijn visie op Voedsel uit zee en grote wateren toegestuurd. Daarin heb ik het belang van deze voedselwinning benoemd en dat het noodzakelijk is deze ook voor de toekomst te borgen. Dat vraagt niet alleen inzet richting de primaire sector maar ook in de keten en gemeenschappen. Daarom is er, zoals ook aangegeven richting Kamer op 13 juni 2023 (TK 21 501-32, nr. 1553), € 30 miljoen beschikbaar gesteld om de keten en gemeenschappen te ondersteunen bij de transitie van de visserij. Zo behouden we de visserij-identiteit van de gemeenschappen en borgen we de verwerkingsmogelijkheden van de verse Noordzeevis.

Middels deze brief licht ik de stand van zaken van dit proces toe en geef ik een doorkijk naar toekomstige stappen. U vindt tevens het VOP bijgevoegd bij deze brief.

Achtergrond

De visserijsector bevindt zich in een transitie naar een meer duurzame, flexibeler en meer diverse vloot. De gevolgen hiervan zijn ook voelbaar in de keten en gemeenschappen, die van oudsher sterk verbonden zijn met de visserij. De keten en gemeenschappen ondersteun ik daarom tot 2030 met een bedrag van € 30 miljoen. Het is namelijk van wezenlijk belang dat de visserijvloot en bijbehorende keten en gemeenschappen goed op elkaar zijn afgesteld, ook in de toekomst. Daar dient cofinanciering tegenover te staan van minimaal 50%. Uit het VOP blijkt dat de regio’s in sommige gevallen zelfs meer investeren, waardoor de totale voorgenomen investeringen vooralsnog neerkomen op circa € 80 miljoen.

De middelen dienen bij te dragen aan twee doelstellingen:

  • 1) Behoud en ontwikkeling van toekomstbestendige landzijdige visclusters (waaronder visafslagen) voor een kleinere, duurzamer en meer diverse aanvoersector;

  • 2) Behoud en ontwikkeling van andere (sociaaleconomische) activiteiten, die qua karakter passend zijn bij de identiteit van en bijdragen aan behoud van het sociaal-cultureel erfgoed en werkgelegenheid van de betreffende visserijgemeenschappen.

Ik heb aan het Bestuurlijk Platform Visserij (hierna: BPV), waarin de verschillende visserijgemeenten en provincies zich hebben verenigd, gevraagd om te komen met een integraal Visserij Ontwikkel Plan dat de basis kan vormen voor een convenant waarin afspraken worden gemaakt over de besteding van de beschikbare middelen.

Proces rondom Visserij Ontwikkel Plan

De voorstellen en plannen die zijn opgenomen in het Visserij Ontwikkel Plan (hierna: VOP), zijn sinds de zomer van 2023 in een iteratief en bottom-up proces tot stand gekomen. Hierbij was gelijktijdig top-down oog voor de samenhang tussen de voorstellen om uiteindelijk te kunnen komen tot één landelijk plan.

De initiële inventarisatie leidde tot veel plannen, hierin moesten dus keuzes gemaakt worden. Uiteindelijk heeft dit geleid tot één samenhangend VOP ter waarde van € 30 miljoen. Hierin is ook ruimte voor het verhaal van iedere regio. Het eindresultaat is bereikt in een constructief proces van interbestuurlijke samenwerking. Met het VOP wordt ingezet op een robuuste en duurzame keten die klaar is voor de toekomst, behoud van voor de visserij en visserijketen cruciale kennis en het faciliteren van innoverende technieken en ontwikkelingen in de sector. Het VOP sluit daarmee aan bij de doelen van mijn voedselvisie.

Inhoud van Visserij Ontwikkel Plan

Het VOP bevat zowel een landelijk overkoepelend verhaal als vijf regionale deelplannen en twee terms of reference voor bovenregionale onderwerpen (vernieuwingsimpuls visserijonderwijs en beleving). De regio’s zijn: Urk, Zuidwest Nederland, Kop van Noord-Holland, Hollandse Haringkust en Noord-Nederland. Het VOP valt uiteen in drie duidelijke richtingen, die lokaal hun eigen inkleuring zullen krijgen in de regio-plannen en projectvoorstellen.

De transitie van de visserij zal ook zijn weerslag hebben op de visafslagen, die zijn immers (deels) afhankelijk van hetgeen de vloot aanvoert. Op dit moment ondervinden de afslagen al een verminderde aanvoer van vis, waardoor aanpassing van de bedrijfsvoering noodzakelijk is. Met het VOP zal er geïnvesteerd worden in de afslagen en wordt er een stap gezet in de versterking en verbreding van de verbinding van afslagen met visclusters in een logistiek centrum en/of marktplaats met eerstelijns verwerking van diverse, verse vis.

Er wordt daarnaast ingezet op het faciliteren van innovatie rondom de visserij en het verwerken van vis en de versterking en ontsluiting van de sociaaleconomische verbinding van visserijgemeenschappen met de visserij. De terms of reference voor onderwijs en beleving zullen in de komende maanden worden uitgewerkt tot volwaardige plannen. Voor het visserijonderwijs staat een vernieuwingsimpuls centraal, in samenwerking met de regio’s, Rijk, visserijscholen en andere stakeholders. Het belevingsplan zal zich richten op de verbinding tussen de regio’s met betrekking tot beleving van de visserij en de verbinding leggen met de visserij van verleden, heden en toekomst.

Vervolgtraject

Het VOP is een mooie start, maar er moet nog veel werk worden verzet. De komende maanden zullen de regio’s hun projecten verder uitwerken, waarbij er met name aandacht moet blijven voor de mogelijkheden van het staatssteunkader. Tegelijkertijd zal ik met de betrokken regio’s verdere afspraken maken en die vastleggen in een convenant. Dat convenant vormt de basis voor de financiële regeling, waarin wordt geregeld hoe de financiering per regio zal worden uitgekeerd. Mijn insteek is halverwege 2024 tot afspraken in een convenant te komen en vervolgens daarna over te gaan tot het leveren van een financiële bijdrage, waarna de overheden kunnen starten met de uitvoering van de gemaakte afspraken. Zodra het convenant is opgesteld en ondertekend zal ik het uw Kamer doen toekomen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

Naar boven