26 695 Voortijdig school verlaten

Nr. 132 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 maart 2020

Hierbij informeer ik uw Kamer over de intentieverklaring «Inzet op bbl om jongeren die ongediplomeerd aan het werk gaan alsnog tot een startkwalificatie te brengen» die ik donderdag 12 maart 2020 met MKB-NL, VNO-NCW, JOB, Ingrado, MBO Raad en SBB sluit (zie bijlage 1)1.

Zoals aangegeven in de brief over de aanpak van voortijdig schoolverlaten van 4 maart jl.2, zijn er jaarlijks meer dan 25.000 jongeren die voortijdig het onderwijs zonder een startkwalificatie verlaten. Een deel van deze uitvallers gaat aan het werk, terwijl zij wel de potentie hebben om hun startkwalificatie te halen. Ongediplomeerd aan het werk gaan kan voor een jongere en een werkgever op korte termijn aantrekkelijk zijn, maar cijfers laten zien dat jongeren zonder startkwalificatie minder vaak duurzaam aan het werk blijven. Het loont daarom om te investeren in werkende jongeren die nog geen startkwalificatie hebben.

Middels de intentieverklaring willen de ondertekenaars benadrukken dat het halen van een startkwalificatie, voor wie dat kan, de voorkeur heeft boven het ongediplomeerd aan de slag gaan bij een werkgever. De beroepsbegeleidende leerweg (bbl) biedt daarbij jongeren de mogelijkheid om werken en het behalen van een startkwalificatie te combineren. Voor de jongeren die nog geen startkwalificatie hebben en aan het werk zijn, en voor wie het behalen van een startkwalificatie in principe wel mogelijk is, wordt daarom ingezet op het alsnog halen van minimaal een startkwalificatie via de bbl.

Met deze intentieverklaring geef ik ook invulling aan de motie van de leden Kuik en Smals3. De motie verzocht de regering om met MKB Nederland en VNO-NCW in overleg te treden om voor 1 april 2020 een akkoord te sluiten over hoe deze jongeren alsnog een arbeidsmarktkwalificerend diploma kunnen halen binnen zes jaar na dato, bijvoorbeeld via een bbl-route.

Tegelijk met het informeren van uw Kamer over de intentieverklaring, vindt uw Kamer in een separate brief mijn reactie op de vragen en opmerkingen in het kader van het schriftelijk overleg met de vaste commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over mijn brief met een reactie op de motie van het lid Wiersma c.s.4 over het bevorderen van het behalen van een startkwalificatie voor iedere jongere (Kamerstuk 28 760, nr. 101).

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 26 695, nr. 131

X Noot
3

Kamerstuk 35 300 VIII, nr. 56

X Noot
4

Kamerstuk 28 760, nr. 74

Naar boven