Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 januari 2022
Hierbij bied ik uw Kamer het onderzoeksrapport aan «Deepfakes: De juridische uitdagingen
van een synthetische samenleving» dat in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek-
en Documentatiecentrum (WODC) is uitgevoerd door het Tilburg Institute for Law, Technology,
and Society (Tilt)1.
In de kabinetsvisie horizontale privacy heeft het kabinet uitgesproken dat het wenselijk
is om bij nieuwe technologische ontwikkelingen in een vroeger stadium na te denken
over de risico’s van deze ontwikkelingen voor de privacy van burgers.2 Zogenoemde «deepfake technologie», die het mogelijk maakt om niet of nauwelijks van
echt te onderscheiden beeld, geluid of ander materiaal te genereren, ontwikkelt zich
met rasse schreden en wordt voor steeds meer mensen toegankelijk. Dit kan in strijd
zijn met het privacy- en gegevenbeschermingsrecht, maar ook anderszins onrechtmatig
of zelfs strafbaar. Om een en ander beter inzichtelijk te krijgen, heeft het kabinet
onderzoek laten doen naar de risico’s van deze technologie, het juridisch kader hieromtrent
en naar de maatregelen die kunnen worden genomen om deze risico’s te beperken.
Het aangeboden onderzoek richt zich primair op het gebruik van deepfakes in horizontale
relaties, dat wil zeggen: tussen burgers onderling. Het onderzoek beschrijft de opkomst
van deepfaketechnologieën, analyseert in hoeverre het huidige recht toereikend is
om de nadelige gevolgen ervan te adresseren, en doet aanbevelingen.
Ik verwacht uw Kamer in het voorjaar van 2022 een kabinetsreactie op dit onderzoek
toe te zenden met daarin een appreciatie van de aanbevelingen uit het onderzoek. Ik
verwacht dan tevens een kabinetsreactie te kunnen geven op het onderzoek »Regulering
van Immersieve Technologie» dat naar aanleiding van de motie van de leden Van der
Staaij en Van der Graaf3 is uitgevoerd en ik uw Kamer reeds op 29 juli 2021 heb aangeboden.4
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind