26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 1231 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 november 2024

Digitalisering staat aan de basis van de prioriteiten van het kabinet, zoals goed bestuur, een sterke rechtsstaat en de aanpak van maatschappelijke opgaven. Gezien de hoge mate van digitalisering van Nederland, vind ik het essentieel dat de overheid digitale technologie verantwoord inzet en goede dienstverlening biedt aan burgers en ondernemers. Contact met de overheid moet makkelijk zijn voor mensen en digitalisering kan daarbij helpen. We moeten burgers en ondernemers meer als één overheid kunnen bedienen, en hen bijvoorbeeld niet steeds vragen om opnieuw gegevens aan te leveren. Dat is zo gegroeid – is mijn overtuiging – omdat we als overheid te veel dachten dat elke fysieke handeling omgezet moest worden naar digitale processen in elke laag van het openbaar bestuur, in plaats van het hele proces opnieuw onder de loep te nemen. We kunnen dat als partijen in het Huis van Thorbecke beter doen. Er is meer samenwerking en afstemming nodig tussen Rijk, gemeenten, provincies, waterschappen en publieke dienstverleners. Het Huis van Thorbecke dient gedigitaliseerd te worden, om zo als overheid meer bestendig en weerbaar voor de toekomst te worden. We moeten prioriteiten stellen in de opgaven en in gezamenlijkheid verder aan de slag met het moderniseren van onze basisinfrastructuur, informatiehuishouding en dienstverlening.

Ik zie dat digitalisering ons kan helpen in het goed besturen van ons land en ik vind dat goed bestuur vereist dat we proactief inspelen op digitale ontwikkelingen. We moeten kijken waar deze ontwikkelingen overheid en samenleving raken en waar nodig ingrijpen om zowel de kansen te pakken als de risico’s te verkleinen. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de ontwikkelingen op het gebied van cloud en artificiële intelligentie, maar ook aan onderwerpen als de digitale weerbaarheid van burgers en de vaardigheden van ambtenaren. Ook de transparantie van de overheid is belangrijk richting burgers en ondernemers. Niet alleen wanneer mensen informatie opvragen bij de overheid, maar ook in hoe de overheid besluiten neemt en handelt.

We moeten gezamenlijk werken aan de integrale opgaven op het gebied van digitalisering. Mensen op straat zien namelijk niet het klassieke huis van Thorbecke met het Rijk en zijn departementen, de gemeenten, de provincies, waterschappen en publieke dienstverleners als aparte lagen met hun eigen autonomie; zij zien dé overheid. En juist de mensen op straat moeten het uitgangspunt zijn bij alles wat we als overheid aan digitale technologie gebruiken. Dit kan alleen op een goede manier als de ambtenaar, de overheidsdienstverlener, beschikt over de juiste data en middelen om de dienstverlening optimaal te leveren. Dat vereist substantieel nauwere samenwerking, waarbij we tussen de verschillende overheidslagen en departementen als één overheid innovatief en wendbaar aan de slag gaan.

Als coördinerend bewindspersoon op digitalisering zie ik ook de opgaven waar we voor staan als het gaat om bijvoorbeeld onze digitale economie en digitale veiligheid. Mijn collega’s bij het Ministerie van Economische Zaken (EZ) en Justitie en Veiligheid (JenV) zijn daarvoor verantwoordelijk en zetten daar stappen in. Daarbij kunt u denken aan het stimuleren van digitale innovatie en het beter inzicht geven in mogelijke digitale dreigingen en waar deze vandaan komen.

Daarom is het de ambitie van dit kabinet om een Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) op te stellen, zoals ook is opgenomen in het regeerprogramma.1 Vanwege mijn rol binnen het kabinet neem ik het voortouw in het maken van deze strategie. Het is daarbij van belang dat we samen de overheidsbrede opgaven bepalen, daarover in gesprek gaan en gezamenlijk prioriteren. Dat doe ik graag met de inbreng van uw Kamer, medeoverheden, kennisinstellingen, publieke, private en maatschappelijke partijen. Ik beschouw de inhoud van deze brief als een belangrijke mijlpaal in dit traject.

Hieronder zal ik nader ingaan op de totstandkoming van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie en de daarbij gehanteerde één overheidsbenadering. Tegelijk met deze brief ontvangt u een verzamelbrief digitalisering waarmee ik eerdere moties en toezeggingen van uw Kamer beantwoord. Ook reacties op recent uitgekomen rapporten en adviezen vindt u in die brief.

1. Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS)

De ontwikkeling en totstandkoming van de NDS onderstreept het belang van digitalisering. Het stelt het kabinet in staat om samen en integraal te sturen op het digitaliseringsbeleid, en het biedt de samenleving en het parlement inzicht in de kabinetsbrede inzet op digitalisering. Het voorbereidende werk aan deze strategie is inmiddels gestart. Ik wil u in deze brief graag meenemen in de uitgangspunten die daarbij worden gehanteerd, het proces en de planning. Ook leest u de inhoudelijke prioriteiten die ik voornemens ben te stellen op de onderwerpen waar ik zelf verantwoordelijk voor ben vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In de uiteindelijke NDS kunnen ook prioriteiten opgenomen worden die bij andere departementen belegd zijn.

Uitgangspunten NDS

De NDS richt zich voornamelijk op de prioriteiten waar kabinetsbreed aan gewerkt wordt op het gebied van digitalisering. Daarbij bouwen we voort op bestaand beleid, waardoor de uitvoering sneller tot stand komt en we voorkomen dat er dubbel werk wordt gedaan. Dat betekent dat de NDS een platform vormt om bestaande strategieën aan elkaar te verbinden en overzicht te bieden. Het is expliciet niet de bedoeling om die te vervangen of over te doen. Mijn verwachting is dat we in het proces van de totstandkoming van de NDS ook tot de conclusie zullen komen dat er bepaalde opgaven zijn waar nog niet of met onvoldoende tempo aan gewerkt wordt. In dat geval biedt dat ons gelegenheid die opgaven te agenderen en de komende jaren versneld tot realisatie te brengen.

Daarnaast hecht ik er ook zeer aan dat de NDS breed gedragen is en interbestuurlijk tot stand komt. Ik werk dan ook nauw samen met andere departementen, zoals het Ministerie van EZ, JenV, medeoverheden en publieke dienstverleners om de strategie gezamenlijk tot stand te brengen. Daarbij vind ik het essentieel dat we wetenschap, ondernemers, burgers, de politiek en het maatschappelijk middenveld betrekken om onze ideeën te toetsen.

Als laatste wil ik benadrukken dat een strategie voor digitalisering natuurlijk uit moet gaan van een heldere visie, prioritering en doelstellingen, maar ook in moet kunnen spelen op de snelle technologische veranderingen die we allemaal ervaren. Ik zal daarom bij de jaarlijkse rapportage over de NDS ook ingaan op de noodzakelijkheid om op bepaalde onderwerpen bij te sturen en om behaalde resultaten te delen. Deze resultaten zal ik ook in internationaal verband uitdragen, bijvoorbeeld in Europa. Zo laten we zien welke stappen wij als Nederland zetten en bevestigen we onze koploperpositie op het gebied van digitalisering.

Relatie NDS tot bestaande actieplannen en strategieën

Het goed neerzetten van een nieuwe strategie vereist ook het kijken naar al bestaande strategieën en eerder geformuleerde doelen. Binnen de NDS zorgen we voor goede aansluiting op bestaande strategieën zoals de Strategie Digitale Economie2 van het Ministerie van EZ en de Nederlandse Cybersecuritystrategie 2022–2028 van het Ministerie van JenV.3 Ook vormt de NDS de kapstok voor de plannen op het terrein van de digitale overheid, zoals de programmeringsplannen voor de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) en de I-strategie Rijk. Daarnaast zijn er vanuit de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren van het vorig kabinet stappen gezet in het waarborgen van publieke waarden bij digitalisering. Op basis van de NDS worden prioriteiten verder aangescherpt op de onderwerpen die bijdragen aan het werken vanuit de één overheidsgedachte. Ik zal uw Kamer in het voorjaar met de publicatie van de NDS nader informeren hoe de verschillende strategieën, de Werkagenda en de gekozen prioritering van de NDS zich tot elkaar verhouden.

Proces en planning NDS

Zoals benoemd is het eerste werk aan de NDS gestart. Gelet op de uitgangspunten van brede betrokkenheid van velen, vind ik het belangrijk dat we de tijd nemen om dit goed uit te werken. Het is mijn bedoeling om de definitieve versie van de NDS in het voorjaar aan uw Kamer te sturen.

Inhoudelijke prioriteiten vanuit BZK

De NDS zal gaan over de opgaven die het kabinet aan moet pakken met zijn digitaliseringsbeleid. Bij die opgaven zijn meerdere departementen en overheidslagen betrokken en verantwoordelijk. Ik wil zelf dus aan de slag met een aantal prioritaire dwarsdoorsnijdende vraagstukken waarbij we als één digitale overheid moeten handelen om goede digitale dienstverlening aan onze burgers te leveren. De NDS wordt dus geen herhaling van zetten c.q. het opnieuw benoemen van alles wat we tot nu toe al doen. Het wordt een beknopte leidraad van wat nodig is om de digitalisering van de dienstverlening in samenhang onder regie verder tot een succes te maken.

Onderwerpen waar ik binnen mijn ministerie in ieder geval veel over spreek zijn onder andere de digitale dienstverlening aan burgers en bedrijven, toepassingen en kaders voor AI, hoe we de cloud kunnen inzetten voor ons werk als overheid, en hoe data op een verantwoorde te gebruiken is en we als overheid meer datagedreven kunnen werken.

Om te komen tot een gedragen en complete lijst van prioriteiten vind ik het belangrijk om met meerdere partijen in gesprek te gaan en te blijven. Afgelopen 4 november organiseerde ik een bijeenkomst met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, gemeenten, waterschappen, publieke dienstverleners, andere departementen, de politiek en de wetenschap. Daaruit sprak een grote betrokkenheid en werd benadrukt dat het gezamenlijk en op een vernieuwende manier aanpakken van digitaliseringsopgaven van grote maatschappelijke meerwaarde is. Deze bijeenkomst is een belangrijke eerste stap geweest om het net van ideeën op te halen en mijn gedachten te toetsen. De komende tijd blijf ik verschillende experts vragen om mij te adviseren over de uiteindelijke prioriteiten en mogelijke oplossingsrichtingen.

Met elkaar kunnen we het Huis van Thorbecke van een stevig digitaal fundament voorzien. Ik ben erop gebrand om daarmee aan de slag te gaan.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, F.Z. Szabó


X Noot
2

Kamerstukken II 2022/23, 26 643, nr. 941

X Noot
3

Kamerstukken II 2022/23. 26 643, nr. 925

Naar boven