26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 1086 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT EN VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 oktober 2023

De transitie naar een toekomstbestendige landbouw, robuuste natuur en duurzame voedselketen gaat gepaard met een andere grote transitie in onze maatschappij: de digitale transitie. Op mondiaal, Europees, nationaal en regionaal niveau wordt veel aandacht besteed aan deze maatschappelijke ontwikkeling: de verschillende nieuwe Europese richtlijnen en nationale strategieën zijn daar het bewijs van.

Ook in de LNV-beleidsdomeinen heeft digitalisering een ongekende impact. Geodata, sensoren, AI en beeldherkenning, autonome machines, cloudplatforms en dronebeelden zijn niet meer weg te denken uit de voedselketen. Precisiegewasbescherming, -bewatering en -bemesting leveren significante reducties op in gebruik van middelen en water, en robotisering biedt een kans om toenemende (seizoens)arbeidstekorten te verminderen. Data-uitwisseling zorgt voor verhoging van transparantie in de keten, en voor natuurmonitoring en het inventariseren van visstanden zijn data science, algoritmen, apps en andere ICT-toepassingen eveneens onmisbaar.

Bij publieke organisaties zijn digitale hulpmiddelen ingebed in de werkwijze. Er wordt dagelijks of zelfs real-time data uitgewisseld tussen partijen ten behoeve van bijvoorbeeld emissiemonitoring, voedselveiligheid, dierenwelzijn, of natuurbrandrisico's. In het Verslag Landbouwakkoord (bijlage bij Kamerstuk 30 252, nr. 124) wordt tevens aangegeven dat robuuste datasystemen van groot belang zijn voor beleidsinnovaties als doelsturing met Kritische Prestatie-Indicatoren (KPI’s), normeren, beprijzen, benchmarking en monitorings- en stimuleringssystemen. Kortom: digitalisering is méér dan innovatie, het is een noodzakelijke voorwaarde voor het goed functioneren van de agrofood- en natuurdomeinen.

De inbedding van de digitale transitie in de agrofood- en natuurdomeinen levert echter ook hardnekkige problemen op. De ongebreidelde groei van het digitale domein heeft een veelvoud aan systemen opgeleverd, die elk een eigen systematiek hanteren. Het combineren van data uit verschillende systemen van verschillende leveranciers ten behoeve van verduurzaming en teeltoptimalisatie is daarmee geld- en tijdrovend. Tegelijkertijd zijn data niet altijd toegankelijk of bruikbaar en zijn heldere afspraken over data-uitwisseling en verwerking niet standaard aanwezig. De zogenoemde datahonger draagt daarnaast bij aan toename van registratielast voor bedrijven en organisaties. Het opschroeven van digitale vaardigheden en competenties voor juist en veilig gebruik van digitale hulpmiddelen is hard nodig en wetgeving knelt soms bij de toepassing van innovatieve digitale hulpmiddelen. Nieuwe technologie (zoals autonome robotica) is prijzig en de terugverdientijd is nog lang, waardoor de risico’s van de investering voor de gebruiker toenemen. En tot slot blijft de Nederlandse kennis- en innovatie-infrastructuur cruciaal, om de verdere ontwikkeling en implementatie van nieuwe digitale technologie op een duurzame manier in de praktijk mogelijk te maken.

In september 2021 is uw Kamer over deze knelpunten geïnformeerd met de brief over de LNV-Digitaliseringsvisie (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 79). In de Digitaliseringsvisie is tevens een realisatieplan toegezegd, dat we met deze brief graag aanbieden aan uw Kamer: het LNV Actieprogramma Digitalisering. Het is daarmee een uitwerking van staand beleid.

In het Actieprogramma leggen we de focus op een zestal hoofddoelen, die relateren aan één of meerdere randvoorwaarden in de Digitaliseringsvisie. Dit zijn A) toegankelijke en bruikbare data, B) data-uitwisseling en verwerking, C) versterken cyberweerbaarheid, competenties en vaardigheden, D) adequate wet- en regelgeving, E) voldoende financiering en verdienvermogen, en F) kennis en innovatie versterken. Per hoofddoel is omgeschreven welke acties worden ondernomen. Het gaat om in totaal vijfentwintig doorsnijdende en domeinoverstijgende activiteiten die bijdragen aan meerdere maatschappelijke vraagstukken, om de kansen van digitalisering te verzilveren.

Zo richt een actie zich op het komen tot sectorspecifieke afspraken over de representativiteit van metingen die via kwaliteitsnormen en certificering wordt geborgd; wordt er onderzocht of een Informatieberaad Landbouw en Natuur (naar het voorbeeld van het Informatieberaad Zorg) een haalbare en werkbare structuur biedt om met en tussen stakeholders afspraken over datagebruik en -uitwisseling te maken; wordt er extra aandacht besteed aan digitaliseringstrends in het buitenland via samenwerkingsprojecten, missies en bijdragen aan internationale strategieën en kennisprogramma’s; en ondernemen we actie om het Versnellingsprogramma Digitalisering en Technologie binnen het Groenpact uit te breiden, waarin digitale competenties en vaardigheden in het groene onderwijs verder worden versterkt.

De digitale kennis en kunde van private partijen is onmisbaar in het wegnemen van eerdergenoemde knelpunten. Zij hebben dan ook een belangrijke rol gehad bij de totstandkoming van het Actieprogramma. De uitvoering van het programma kunnen we als overheid ook niet alleen doen; we bouwen samen met private en andere publieke partijen in de agrofood en natuur domeinen de digitale basis voor toekomstbestendigheid en duurzaamheid. Het voorbereidend werk voor deze intensieve samenwerking is al gestart.

Het programma sluit aan bij andere beleidsprogramma’s op het gebied van digitalisering, zoals de Werkagenda Waardengedreven Digitaliseren van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en de Strategie Digitale Economie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het staat tevens in nauwe verbinding met kennis- en innovatieprogramma’s die voor de LNV-beleidsdomeinen van belang zijn, zoals de kennis en innovatieagenda Landbouw, Water en Voedsel.

Het actieprogramma heeft een langlopend karakter waarvan de eerste twee jaar (2023 en 2024) in het teken staan van het opstarten van nieuwe of het versterken van lopende acties. In de brief aan de Tweede Kamer d.d. 25 november 2022 «Toekomstvisie Agrarische Sector » (Kamerstukken 30 252 en 35 334, nr. 77) is aangekondigd dat het Kabinet hiervoor € 52,7 miljoen beschikbaar stelt uit het Transitiefonds. Over de dekking van het actieplan voor latere jaren, voor de intensivering van lopende of het opstarten van nieuwe acties, heeft nog geen besluitvorming plaats gevonden. Het is aan een nieuw kabinet om hier een besluit over te nemen.Verdere intensivering vraagt om de middelen zoals die eerder zijn ingebracht in het kader van de Toekomstbrief Landbouw en voor het Landbouwakkoord in wording. Zonder deze financiële dekking zal de benodigde inzet van digitalisering om de doelen van de NPLG te behalen trager verlopen.

Tot slot: zoals hierboven aangegeven is de potentie om met digitale hulpmiddelen bij te dragen aan maatschappelijke opgaven enorm, mits de samenwerking tussen publieke en private partijen, en private partijen onderling op dit vlak geïntensiveerd wordt. Het helpt dat er in de verschillende domeinen veel energie is om gezamenlijk te werken aan de randvoorwaarden uit de Digitaliseringsvisie. Dat momentum moeten we de komende jaren krachtig benutten, zodat we de digitale transitie optimaal inzetten voor de versnelling van de transitie naar een toekomstbestendige landbouw, een robuuste natuur en duurzame voedselketen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, P. Adema

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink

Naar boven