26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 388 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 18 juni 2015

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie en van Economische Zaken over de brief van 30 maart 2015 inzake de Voortgangsrapportage project Vervanging F-16 (Kamerstuk 26 488, nr. 383).

De Minister van Defensie heeft deze vragen beantwoord bij brief van 16 juni 2015. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De griffier van de commissie, Van Leiden

1

Wat zijn de beperkingen in de toegankelijkheid en inzichtelijkheid van de projectadministratie waarmee de auditdiensten worden geconfronteerd bij het opstellen van hun accountantsrapport?

Defensie legt projectgegevens – afhankelijk van de aard – in verschillende systemen voor projectadministratie vast. De gegevens worden vastgelegd in Finad (financieel), X-postweb (correspondentie, overeenkomsten, etc.) en de Principal Toolbox (projectdata). Aangezien het project al bestond voor de introductie van die hulpmiddelen, beschikt het project ook over een elektronisch archief en een projectplanning in MS-project. De beperking waarmee de auditdienst wordt geconfronteerd betreft vooral de tijds- en arbeidsintensiteit die ontsluiting van de gegevens met zich brengt. Een projectmodule – of ander systeem – waarin alle aan een project gerelateerde gegevens op één plek zijn vastgelegd en kunnen worden ontsloten, zou de toegankelijkheid van de informatie voor de auditdiensten en andere gebruikers kunnen vergemakkelijken. Omdat er afhankelijkheden zijn met andere projecten, verschillende defensieonderdelen verantwoordelijk zijn voor deelaspecten en heel Defensie gebruikmaakt van bijvoorbeeld één archiefsysteem voor correspondentie (X-postweb), zal het in de praktijk altijd zo zijn dat informatie op verschillende plekken is opgeslagen.

2

Kunt u toelichten welke soorten informatie, naast financiële, in een deugdelijke projectadministratie opgenomen moeten worden om het project goed te kunnen monitoren?

Een deugdelijke projectadministratie bevat alle informatie die nodig is om het project te beheersen of vragen te beantwoorden. Naast financiële informatie betreft dit vastlegging van projectplannen, productspecificaties, contracten, overeenkomsten, vergaderverslagen, brieven, projectrisicoregister, projectplanning, presentaties, etc.

3

Welke aanvullende beheersmaatregelen heeft u inmiddels getroffen na de eerdere adviezen van de Algemene Rekenkamer en de auditdienst om beheersmaatregelen te treffen?

Defensie heeft de verbeteringen ter hand genomen. Zo onderzoekt Defensie thans verbeteringen in de inrichting van de projectadministraties bij de Defensie Materieel Organisatie (DMO). In het kader van financiële duurzaamheid wordt daarnaast onderzocht of de ramingssystematiek van investeringsprojecten aanpassing behoeft. Het uitgangspunt voor alle financiële administraties – waaronder de financiële administraties van het project Verwerving F-35 – blijft de basisadministratie SAP. Op welke wijze de gegevens worden ontsloten – met behulp van de SAP-projectenmodule of op een andere wijze – is op voorhand niet te zeggen. Defensie en de Auditdienst Rijk (ADR) hebben voor het project Verwerving F-35 afspraken gemaakt over de vastlegging en de controle van financiële gegevens.

4

Kunt u de Kamer in de volgende rapportage informeren over de wijze waarop een vervolg is gegeven aan het doorvoeren van interne beheersmaatregelen en het verbeteren van de projectadministratie?

Ja. Dit zal worden toegelicht in de rapportage die u in september ontvangt.

5

Kunt u toelichten welk systeem voor de projectadministratie u hanteert nu uit de stukken duidelijk wordt dat dit niet de module van FINAD is en u overweegt een SAP/projectenmodule in te voeren?

Afhankelijk van de aard van de gegevens is de projectadministratie in verschillende systemen vastgelegd. De gegevens worden vastgelegd in Finad (financieel), X-postweb (correspondentie, overeenkomsten, etc.) en de Principal Toolbox (projectdata). Aangezien het project al bestond voor de introductie van die hulpmiddelen, beschikt het project ook over een elektronisch archief en een projectplanning in MS-project.

6

Is het noodzakelijk dat een projectadministratie compatibel is met FINAD? Zo ja, welke mogelijkheden biedt dan een SAP/projectenmodule?

7

Vraagt het Groot Project Verwerving F-35 voor het inrichten van een deugdelijke projectadministratie maatwerk of zijn hiertoe standaardpakketten verkrijgbaar?

Zoals ook uit het antwoord op vraag 5 blijkt, hanteert Defensie verschillende systemen voor de opslag van gegevens. Deze systemen zijn ingericht overeenkomstig de eisen van Defensie en worden defensiebreed gebruikt, dus ook bij het project Verwerving F-35. Defensie onderzoekt of het zinvol is de SAP/projectenmodule in te voeren en wat daarvan de voor- en nadelen zijn. Het is echter niet zeker dat SAP/projectenmodule de meest geschikte oplossing is voor de beoogde verbetering van de projectadministraties. Compatibiliteit van de projectadministratie met Finad is gewenst, maar niet perse noodzakelijk.

8

Heeft u al maatregelen genomen om het door de Auditdienst Rijk (ADR) gesignaleerde probleem met capaciteit en werkdruk, dat heeft geleid tot omvangrijke vertragingen in betalingen, te verhelpen?

Er was geen sprake van omvangrijke vertragingen in de betalingen. De benodigde extra personele capaciteit is beschikbaar gesteld om de – door de Auditdienst Rijk gesignaleerde – vertraging in het verrekenen van verstrekte voorschotten te verhelpen. Verrekening van verstrekte voorschotten is de koppeling van prestatieverklaringen voor facturen aan vooraf beschikbaar gestelde bedragen.

9

Is de projectadministratie van het Joint Program Office (JPO) deugdelijk ingericht? Zo ja, welke lessen kan Defensie daarvan overnemen voor het inrichten van de eigen projectadministratie?

11

Kunt u toelichten waarom het volgens de auditdienst niet mogelijk is de Nederlandse administratie met de JPO-administratie te vergelijken? Op welke onderdelen is dat beperkt?

Het F-35 Joint Program Office (JPO) is onderdeel van het Amerikaanse Department of Defense en dient te voldoen aan de regelgeving en procedures van dat departement, waarbij inbegrepen de werking van een projectadministratie. In hoeverre de projectadministratie van het F-35 JPO deugdelijk is ingericht is moeilijk te beoordelen. Ten eerste is deze zeer omvangrijk en daarbij is niet ieder element van het projectadministratie voor elk F-35 partnerland toegankelijk.

De projectadministratie van het project Verwerving F-35 in Nederland is wat aard, opzet en omvang betreft geheel anders dan de administratie van het internationale F-35 programma. Dit feit bemoeilijkt het vergelijken van beide administraties. Van belang is dat Nederlandse voorschotten, verplichtingen en betalingen zichtbaar zijn in de financiële administratie van het JPO en dat van daaruit aansluiting mogelijk is met de Nederlandse financiële administratie.

10

Hoe is de controle van de administratie van het JPO geregeld? Op welke wijze is geregeld dat de Rekenkamers van de verschillende partnerlanden in dit project toegang hebben tot de administratie van het JPO?

De controle van de administratie van het JPO is een verantwoordelijkheid van het Pentagon. Daarnaast zijn er externe audits, bijvoorbeeld door het Amerikaanse Government Accountability Office (GAO). Die controles kunnen ten dele betrekking hebben op de financiële administratie. In de Memoranda of Understanding die de partnerlanden in het F-35 programma hebben gesloten, zijn de afspraken vastgelegd over de vrijgave van auditrapporten en over de mogelijkheden voor controlewerkzaamheden door auditors van die partnerlanden. Deze werkzaamheden worden uitgevoerd.

11

Kunt u toelichten waarom het volgens de auditdienst niet mogelijk is de Nederlandse administratie met de JPO-administratie te vergelijken? Op welke onderdelen is dat beperkt?

Zie het antwoord op vraag 9.

12

Waarom is er onduidelijkheid over de beschikbaarheid van Amerikaanse financiële rapportages en overzichten? Kunt u dat toelichten?

Het heeft enige tijd geduurd voordat het JPO in staat was toereikende financiële rapportages beschikbaar te stellen aan de partnerlanden. Er is enige vertraging ontstaan door de invoering van het benodigde IT-systeem. Sinds medio vorig jaar zijn de desbetreffende rapportages op kwartaalbasis beschikbaar en ontvangt Nederland deze. In overleg met de partnerlanden stemt het JPO de informatie af op de wensen van een partnerland. Het JPO zorgt er in 2015 voor dat deze rapportages voldoen aan de Nederlandse informatiebehoefte, zodat ze daarna kunnen worden vergeleken met de vastgelegde informatie in FINAD. Op grond daarvan kunnen zo nodig aanpassingen, zowel in FINAD als in de administratie van het JPO, worden verwerkt.

13

Waaruit bestaat de betrokkenheid van de Inspectie Rijks Financiën (IRF) bij het opstellen van de voortgangsrapportages en Kamerstukken?

De Minister van Financiën ziet toe op de beheersing van de budgettaire kaders. Vanuit deze rol is de Inspectie der Rijksfinanciën (IRF) betrokken bij het schrijven van de voortgangsrapportages en alle overige Kamerstukken over dit project.

14

Waarom wordt de betrokkenheid van IRF bij het opstellen van het financiële hoofdstuk in de voorgangsrapportage en bij het opstellen van Kamerstukken niet meer vermeld in deze rapportages?

De betrokkenheid van IRF is onderdeel van het reguliere proces bij de opstelling van Kamerstukken.

15

Op welk moment verwacht u meer duidelijkheid te hebben over de mogelijke uitbreiding van het Benelux-akkoord over de «Renegade» taken met Frankrijk?

Het ligt niet in de bedoeling dat Frankrijk partij wordt bij het onlangs gesloten Benelux-verdrag (Kamerstuk 33 763, nr. 68). In het Benelux-verdrag hebben België en Nederland afgesproken bij toerbeurt jachtvliegtuigcapaciteit te leveren voor de luchtruimbewakingstaak in de drie Benelux-landen. België en Frankrijk hebben een regeling voor luchtruimbewaking die verschilt van het Benelux-verdrag. Deze twee landen hebben bijvoorbeeld geen afspraken over het bij toerbeurt leveren van jachtvliegcapaciteit voor de bewaking van elkaars luchtruim.

Bij de Belgisch-Franse regeling kunnen jachtvliegtuigen een civiel vliegtuig waarvan een terroristische dreiging uitgaat (Renegade) tot over de grens van het partnerland begeleiden totdat jachtvliegtuigen van dit partnerland deze taak in het eigen luchtruim hebben overgenomen. De jachtvliegtuigen van het land van oorsprong mogen, in tegenstelling tot bij het Benelux-verdrag, geen dodelijk geweld toepassen in het luchtruim van het partnerland.

In de periodes dat Nederland straks de beurt heeft bij de luchtruimbewakingstaak op grond van het Benelux-verdrag, kan België geen Renegade-toestel begeleiden tot over de Franse grens. Nederland is bereid die taak over te nemen maar daarvoor is een verdragsrechtelijke basis nodig. Het overleg met Frankrijk hierover is gaande. Een mogelijke oplossing is dat Nederland zich aansluit bij de Belgisch-Franse regeling. Gestreefd wordt naar een overeenkomst op hoofdlijnen aan het einde van dit jaar.

16

Heeft u op dit moment onderhandelingen inzake de luchtruimbewaking gepland met andere landen (bijv. Duitsland)?

Afgezien van Frankrijk zijn er op dit moment geen gesprekken met andere landen gaande of voorzien over samenwerking bij luchtruimbewaking. Defensie richt de aandacht voorlopig op de uitwerking van het Benelux-verdrag en de aanvullende regeling met Frankrijk, zoals toegelicht in het antwoord op vraag 15.

17

Kunt u toelichten wat de gevolgen zijn van een beëindiging van de productie van de F-35 in 2035, terwijl de exploitatie is voorzien tot 2053? Op welke wijze zal dan gedurende een groot deel van de levensduur, vanaf 2031, een oplossing gevonden moeten worden voor mogelijke vredesverliezen?

Voor ieder wapensysteem geldt dat de productie ervan eerder wordt beëindigd dan de exploitatie ervan. Gebruikers van een wapensysteem kunnen hiermee rekening houden door de aanschaf van extra systemen om vredes- of oorlogsverliezen op te vangen. De F-35 zal relatief lang in productie blijven. Dit biedt nog voldoende tijd om zo nodig extra toestellen aan te schaffen teneinde vredesverliezen na 2035 te kunnen opvangen. Zie verder het antwoord op vraag 36 van de vragen die gesteld zijn op 21 mei jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 389) en die tegelijk met deze vragen worden beantwoord.

18

Wanneer verwacht u meer informatie te kunnen verstrekken over de afspraken met de industrie rond industriële compensatie?

De inspanningen van het kabinet en de betrokken Nederlandse industrie zijn er op gericht om voor het einde van dit parlementaire jaar overeenstemming op hoofdlijnen te bereiken. De Kamer zal hierover, zoals toegezegd, schriftelijk worden geïnformeerd.

Naar boven