26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 423 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2023

Mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) bied ik u hierbij de monitor exportkredietverzekeringen (ekv) 2022 aan. De ekv-monitor wordt jaarlijks opgesteld en biedt inzicht in de beleidsmatige en financiële ontwikkelingen op het gebied van de Nederlandse ekv.

In deze brief zet ik de belangrijkste ontwikkelingen in 2022 uiteen en blik ik vooruit op de komende periode. Ik begin met de belangrijkste financiële resultaten van vorig jaar en de beleidsdoorlichting over 2016–2021 die binnenkort met uw Kamer zal worden gedeeld. Vervolgens ga ik in op het feit dat een comptabele onrechtmatigheid is geconstateerd bij de uitvoering van de ekv. Daarna licht ik de belangrijkste beleidsmatige ontwikkelingen toe, waaronder de vergroening van de ekv en de COP26-verklaring. Ik verschaf daarbij een actueel overzicht van de aanvragen in de overgangsperiode, conform de toezegging aan lid Van Raan (PvdD).1 Ook ga ik in op het flankerend beleid en de toekomst van het CIRR (Commercial interest Rate Reference)-loket. Tot slot ga ik in op de doorontwikkeling van het mvo-, transparantie- en anti-omkopingsbeleid, de opvolging van de aanbevelingen uit het Proximities-rapport over de veiligheidssituatie in Mozambique en de modernisering van de Arrangement.

Financieel resultaat 2022

In 2022 werd voor 4,5 miljard euro aan nieuwe verplichtingen aangegaan. Dit is minder dan in 2021 (7,3 miljard euro), 2020 (7,8 miljard euro), ongeveer gelijk aan 2019 (4,7 miljard euro) en meer dan in 2018 (2,6 miljard euro). Schommelingen in de omvang van nieuwe verplichtingen over de jaren heen zijn inherent aan het vraaggestuurde karakter van de ekv. In het kader van transparantie worden alle afgegeven polissen op de website2 van uitvoerder Atradius Dutch State Business (ADSB) gepubliceerd.

De financiële stromen van de ekv bestaan uit premies en recuperaties van eerder uitgekeerde schades (ontvangsten) en uit schade-uitkeringen en de vergoeding van ADSB (uitgaven). De premie-inkomsten lagen in 2022 met 135 miljoen euro een stuk hoger dan in 2021 (81 miljoen euro). Belangrijke reden hiervoor is de ontvangst van de premie van een omvangrijke ekv-transactie, namelijk een onder de ekv-gedekt project in de baai van Manila, Filipijnen.3 De omvang van de recuperaties was 96,5 miljoen euro, mede door een akkoord op een langlopende schadezaak in Brazilië. In 2022 is een bedrag van 69 miljoen euro aan voorlopige en definitieve schade uitgekeerd. Daarvan is veruit het grootste deel voorlopig en slechts 68 duizend euro definitief. De vergoeding aan ADSB was 19,6 miljoen euro in 2022.

Beleidsdoorlichting ekv-beleid 2016–2021

In de periode 2022 en begin 2023 is artikel 5 van de begroting van het Ministerie van Financiën, het beleid op gebied van exportkredietverzekeringen, -garanties en investeringsverzekeringen, doorgelicht. De beleidsdoorlichting onderzocht in hoeverre de ekv over de periode 2016 t/m 2021 op een doelmatige en doeltreffende wijze mogelijkheden biedt voor het bevorderen van Nederlandse export door middel van verzekering van exportgerelateerde betalingsrisico’s. De onderzoeksmethode bestond uit verschillende methodieken, waaronder klanttevredenheidsonderzoeken van ADSB, interviews met exporteurs, ngo’s en private verzekeraars, vragenlijsten onder exporteurs, financiers, ADSB en de ministeries en eerdere beleidsevaluaties. De bevindingen en de daaruit volgende aanbevelingen zal ik mede namens de Minister voor BHOS rond de zomer met uw Kamer delen. Het oordeel van de onafhankelijke deskundige van SEO wordt daarbij als bijlage gedeeld.

Comptabele onrechtmatigheid uitvoering van de ekv

De uitvoering van de exportkredietverzekering (ekv) is – op naam van en voor rekening en risico van de Nederlandse staat als verzekeraar – belegd bij Atradius Dutch State Business N.V. (ADSB). Atradius N.V. is sinds 2004 de rechtsopvolger van Gerling Credit en de Nederlandsche Credietverzekering Maatschappij. Per 1 januari 2010 is het stelsel van de ekv (inclusief de wetgeving) wezenlijk gewijzigd, waardoor de Staat van herverzekeraar verzekeraar is geworden. Hiervoor is toen een nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen de Staat en ADSB afgesloten.

Door de stelselwijziging in 2010 zijn Europese aanbestedingsrichtlijnen en de Aanbestedingswet van toepassing op de uitvoering van de ekv.4 Hierover is in die tijd met uw Kamer gedebatteerd. In het licht van de toenmalige omstandigheden is besloten om op dat moment de uitvoering door ADSB te continueren.5

Het onderwerp was op dat moment niet meer actueel. In 2020 ontstond, naar aanleiding van het afsluiten van een nieuwe vergoedingsovereenkomst met ADSB, behoefte aan duidelijkheid over de aanbestedingsaspecten. In de periode daarna is juridisch onderzoek naar dit onderwerp gedaan.

In het verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer dat zij op 17 mei 2023 hebben gepubliceerd wordt gemeld dat er sprake is van een comptabele onrechtmatigheid6 op het begrotingsartikel van de ekv. Dit heeft betrekking op de uitvoering van de ekv. Ik ben een onderzoek gestart naar de mogelijkheden om deze comptabele onrechtmatigheid op te heffen. Wij zullen dit onderzoek zorgvuldig uitvoeren; borging van de continuïteit en kwaliteit van de ekv-dienstverlening voor alle stakeholders staat daarbij centraal.

Ik streef ernaar – in samenspraak met de Minister voor BHOS – uw Kamer dit najaar nader te informeren over de uitkomsten van het onderzoek. De comptabele onrechtmatigheid laat onverlet dat de thans geldende overeenkomsten die de Staat met ADSB gesloten heeft, juridisch bindend zijn. De juridische verplichtingen die volgen uit die overeenkomsten worden dan ook door de Staat nagekomen. Dit geldt ook voor de polissen die door ADSB – namens de Staat, zijn of worden afgesloten.

Op grond van de huidige afspraken blijft de uitvoering van de ekv-dienstverlening in ieder geval tot 2027 bij ADSB.

Vergroeningsmaatregelen ekv-faciliteit

De energietransitie biedt kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven, en de ekv is één van de instrumenten die hieraan kan bijdragen. Met de vergroening van de ekv stimuleert het kabinet het bedrijfsleven deze kansen te benutten. Bovendien laten analyses van onder andere het International Energy Agency (IEA)7 en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)8 zien dat een verschuiving van fossiel naar duurzaam mogelijk netto additionele economische groei oplevert.

In 2022 zijn 48 directe polissen en dekkingstoezeggingen (dt’s) uitgereikt voor groene transacties. Dit is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2021, toen er 27 groene directe polissen en dt’s zijn uitgereikt. In 2022 is gewerkt aan een aantal maatregelen om via de ekv groene transacties verder te stimuleren, boven op de maatregelen die eerder genomen zijn (zoals ruimer financieel beoordelingsbeleid voor groene transacties). Zo is de Groendekking in 2022 ingevoerd. Dit is een verzekering voor Nederlandse ondernemers die willen investeren in nieuwe groene technologieën of productiecapaciteit voor groene kapitaalgoederen met exportpotentie. Een voorbeeld van een project met Groendekking is de ontwikkeling van innovatieve industriële zeilen waarmee vrachtschepen minder CO2-uitstoot uitstoten. Daarnaast is in 2022 beleid uitgewerkt naar aanleiding van de COP26-ondertekening in Glasgow. Hieronder ga ik daar nader op in.

Verder heeft ADSB een eerste verkenning gedaan voor een eventuele net zero klimaataanpak. Een dergelijke net zero aanpak kan op basis van wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen richting geven aan een transitiepad voor de ekv-faciliteit. Met behulp van een externe consultant heeft ADSB onder meer een mogelijke methodiek ontwikkeld voor het meten van de CO2-voetafdruk van de Nederlandse ekv-portefeuille. Het inzichtelijk maken van de CO2-uitstoot van de huidige ekv-portefeuille en van toekomstige aanvragen is momenteel nog erg lastig en internationaal gezien bestaat hiervoor nog geen standaard methode. Dit jaar zullen we hier verder onderzoek naar doen.

COP26-beleid en aanvragen in overgangsperiode

Per 1 januari 2023 is behoudens beperkte en duidelijk gedefinieerde uitzonderingen nieuwe ekv-steun aan de fossiele energiesector beëindigd. Over dit COP26-beleid is uw Kamer in meerdere brieven geïnformeerd.9 Het kabinet heeft kennisgenomen van het rapport van Oil Change International waarin deze organisatie stelt dat Nederland zich niet houdt aan de COP26-verklaring. Het kabinet is van mening dat het de COP26-verklaring, zoals in deze en eerdere kamerbrieven uitgebreid is toegelicht, zorgvuldig heeft uitgewerkt en rechtdoet aan de verklaring met oog voor een internationaal gelijk speelveld. Met deze reactie geeft het kabinet invulling aan de toezegging van de Minister van EZK, namens de Minister voor BHOS, van 21 maart 2023.10

Het COP26-beleid kent onder meer een overgangsperiode voor fossiele ekv-aanvragen die vóór 1 januari 2023 zijn ingediend. Deze worden op basis van het voormalige ekv-beleid beoordeeld en kunnen tot uiterlijk 31 december 2023 in aanmerking komen voor een polis. In de beantwoording van eerdere Kamervragen van het lid Van Raan11 heb ik aangegeven dat er vóór 1 januari 2023 tien fossiele aanvragen waren ingediend (met een totale omvang van 3,9 miljard euro) en zes fossiele dt’s waren afgegeven (met een totale omvang van 8,4 miljoen euro). Ten tijde van de beantwoording was er overigens al een één polis afgegeven voor een fossiele transactie waarvoor ekv-dekking was aangevraagd vóór 1 januari 2023. Deze transactie valt onder de uitzonderingsgrond voor vaar- en voertuigen ten behoeve van ondersteunende diensten voor bestaande fossiele infrastructuur (met omvang van 15 miljoen euro).

Van de tien fossiele aanvragen zijn inmiddels drie aanvragen afgevallen. De drie afgevallen aanvragen hadden gezamenlijk een totaal te verzekeren waarde van 1,3 miljard euro. De behandeling van één aanvraag is door ADSB stopgezet vanwege een gebrek aan informatie, één aanvraag is ingetrokken door de aanvrager en één aanvraag is afgewezen op grond van het bestaande kolenbeleid voor de ekv.12 Verder is één aanvraag reeds omgezet in een dt. Deze transactie zou ook na de overgangsperiode in aanmerking zijn gekomen voor ekv-dekking, omdat deze valt onder de uitzonderingsgrond voor vaar- en voertuigen ten behoeve van ondersteunende diensten voor bestaande fossiele infrastructuur. Daarnaast is één aanvraag omgezet in een polis, namelijk de Buzios-transactie op Brazilië, waarover ik uw Kamer in de brief van 22 maart 2023 heb geïnformeerd.13 Deze transactie zou na de overgangsperiode niet meer in aanmerking gekomen zijn voor ekv-dekking. Hiermee zijn er momenteel nog vijf aanvragen voor fossiele transacties in behandeling die zijn ingediend voor 1 januari 2023. Eén van deze transacties komt ook na de overgangsperiode ook nog in aanmerking voor ekv-dekking. Deze valt namelijk buiten de reikwijdte van de COP26-verklaring.

Van de zes dt’s zijn inmiddels twee inactief. Dit betekent dat de dt’s niet zijn verlengd en/of projecten geen doorgang hebben gevonden, en dus geen polis meer zullen worden. Deze dt’s hadden gezamenlijk een totaal te verzekeren waarde van 1,8 miljoen euro. Verder is één dt inmiddels omgezet in een polis. Deze transactie zou ook na de overgangsperiode in aanmerking zijn gekomen voor ekv-dekking, omdat deze valt onder de uitzonderingsgrond voor verbetering van de milieuprestatie, veiligheid en/of gezondheid. De drie overgebleven dt’s met een totaal te verzekeren waarde van 3,1 miljoen euro zijn nog actief en komen ook na de overgangsperiode in aanmerking voor ekv-dekking, omdat zij buiten de reikwijdte van het COP26-beleid vallen. Hiermee zijn er op het moment van schrijven vier dt’s voor fossiele transacties actief die vóór voor 1 januari 2023 waren aangevraagd, met een totale omvang van 12,9 miljoen euro.

Ná 1 januari 2023 is er één nieuwe aanvraag gedaan voor een fossiel geclassificeerd project. Deze valt onder een uitzonderingsgrond van het COP26-beleid voor de ekv, het betreffen namelijk specifieke vaar- en voertuigen ten behoeve van ondersteunende diensten voor bestaande fossiele infrastructuur. Daarom is ekv-dekking voor deze fossiele transactie mogelijk. Voor deze aanvraag is reeds een dt afgegeven.

Afgegeven polissen worden inclusief afwegingskader op de website van ADSB gepubliceerd.14 Zoals aangegeven in de Kamerbrief van 3 november 2022, zal het COP26-beleid voor de ekv periodiek worden geëvalueerd.

Flankerend beleid

Ter ondersteuning van exporteurs bij het maken van de transitie van fossiel naar groen zijn in 2022 verschillende voorstellen met betrekking tot de ekv geïnventariseerd voor flankerend beleid. Een deel van die maatregelen betrof vergroeningsmaatregelen (zoals de Groendekking) en ander deel betrof overige maatregelen voor verbetering van het ekv-instrumentarium. In de Kamerbrief van 21 februari 202315 zijn deze maatregelen toegelicht. Hieronder treft u een update.

De definitie van exporteurs wordt momenteel aangepast waardoor het mogelijk wordt voor een buitenlandse bedrijven om in aanmerking te komen voor de Nederlandse exportkredietverzekeringen, mits een voldoende groot deel van het contract uit Nederland komt. Ik verwacht deze aanpassing deze zomer te kunnen implementeren. Ook het voorstel voor het proactief aanbieden van kredietlijnen aan buitenlandse kopers voor de aanschaf van goederen en diensten uit Nederland wordt opgevolgd. De mogelijkheid om kredietlijnen aan te bieden bestaat al en zal in het vervolg extra onder de aandacht worden gebracht tijdens handelsmissies.

Daarnaast is gewerkt aan het flexibeler maken van de CIRR, de Commercial interest Rate Reference, de exportkredieten met vaste rentes. Met de huidige CIRR staan de trekkingsmomenten en trekkingsbedragen volledig vast. Volgens banken leidt dit tot praktische belemmeringen die het gebruik van het CIRR-loket ontmoedigen. ADSB heeft alle voorbereiding inmiddels getroffen om het CIRR-loket flexibeler in te richten en heeft hierover ook overleg gehad met de betrokken banken. Echter heeft de BNG Bank N.V. (BNG Bank) in april 2023 de overeenkomst tot uitvoering van het CIRR-loket opgezegd. BNG Bank is tot de conclusie gekomen dat deze buitenlandse activiteiten niet langer passen binnen de strategie van de bank. De opzegtermijn van de overeenkomst is 12 maanden. Het Ministerie van Financiën voert overleg met de andere uitvoerder van het CIRR-loket, de Nederlandse Waterschapsbank (NWB), over het voortzetten van het loket zonder de BNG Bank. De NWB Bank staat hier positief tegenover. De beleidswens voor een flexibeler CIRR is bij de inrichting van het nieuwe CIRR-loket het uitgangspunt. Het is wenselijk dat de flexibilisering van het CIRR-loket doorgang vindt vanaf de opening van het nieuwe CIRR-loket. Omdat het belangrijk is dat er eerst duidelijkheid is over de inrichting van het nieuwe loket, zal de flexibilisering worden ingevoerd zodra duidelijkheid bestaat over de toekomstige vormgeving van het CIRR-loket.

Voorts zijn er in de Kamerbrief van 21 februari 2023 over flankerend beleid ook nog een drietal maatregelen geïdentificeerd waarvan momenteel de haalbaarheid en effectiviteit nog wordt onderzocht, te weten: het uitbreiden ekv-dekking voor sleuteltechnologieën, de inzet van het ekv-instrumentarium voor toegang van exporteurs tot strategische grondstoffen en garanties op de restwaarde van groene kapitaalgoederen. Ik verwacht hier in het najaar meer duidelijkheid over te kunnen verschaffen. Tot slot bestaat er behoefte bij bedrijven voor het toestaan van langere kredietlooptijden, in het bijzonder voor groene transacties. Dit heeft recent opvolging gekregen in een internationaal akkoord voor nieuwe ekv-regels (zie onder: «Modernisering Arrangement»).

Mvo- en transparantiebeleid

In 2022 is er gewerkt aan de implementatie van de aanbevelingen die zijn voortgekomen uit de mvo-beleidsevaluatie van 2021. Eén van de belangrijkste beleidswijzigingen is dat per 1 januari 2022 alle projecten met een hoog risicoprofiel – zogenaamde categorie A projecten – na afgifte van de polis actief gemonitord worden op naleving van de gemaakte afspraken. Voorbeeld van een transactie die actief gemonitord wordt is het luchthavenproject in de Filipijnen waarover ik uw Kamer op 24 mei 2022 heb geïnformeerd.16 Voor projecten in een lagere risicocategorie zal op case-by-case basis worden bepaald of monitoring noodzakelijk is. Het mvo-beleidsdocument is geactualiseerd en recent geconsulteerd, en zal naar verwachting dit jaar definitief worden afgerond en op de website van ADSB worden gepubliceerd.

Het kabinet blijft voortdurend kijken hoe het mvo-beoordelingsproces transparanter kan worden ingericht. Daarom is in 2022 ook gewerkt aan een herziening van het transparantiebeleid. Deze is na consultatie per 1 januari 2023 ingevoerd.17 De belangrijkste beleidswijziging is dat ADSB na afgifte van een polis voor alle categorie A en B projecten de hoofdpunten van de milieu- en sociale beoordeling online gaat publiceren. Daarnaast is uitvoering gegeven aan de motie Van Raan c.s. (Kamerstuk 26 485, nr. 392), voor alle categorie A projecten zal ex-ante worden aangeven of er sprake is van een dt met een mvo-mits18.

Opvolging Proximities-rapport

In 2022 is opvolging gegeven aan een toezegging van mijn voorganger aan de Kamer19 om een onafhankelijke review uit te voeren naar het LNG-project in Mozambique, en de beoordeling van de veiligheidssituatie daarvan. Het project ligt tot op heden stil vanwege de force majeure, uitgeroepen door projecteigenaar Total. De aanbevelingen en conclusies uit het rapport van Proximities Risk Consultancy zijn in de Kamerbrief van 21 februari jl.20 toegelicht. Conform de daarin opgenomen toezegging informeer ik u hierbij over de stand van zaken van de implementatie van deze aanbevelingen. Het rapport van Proximities wordt, na een zorgvuldige check op gevoelige informatie, uiterlijk voor 1 juli met uw Kamer gedeeld.

Het zwaartepunt van de aanbevelingen uit het rapport van Proximities ligt bij het definiëren van de relevantie van de veiligheidssituatie voor de exportkredietverzekering (aanbeveling 1). Vanuit deze aanbeveling kunnen de daaropvolgende aanbevelingen worden uitgewerkt. Zo wordt op basis van deze definitie bepaald waar de vastlegging van de beoordeling van de veiligheidssituatie in de procedures vastgelegd moeten worden (aanbeveling 2) en wordt er een werkinstructie opgesteld (aanbeveling 3). In deze werkinstructie wordt ook opgenomen hoe lokale kennis het best gewaarborgd wordt (aanbeveling 6). Ook de onafhankelijke informatiepositie van externe veiligheidsexperts en de zekerheid dat alle relevante perspectieven worden meegenomen in deze bronnen kunnen op deze manier worden gewaarborgd (aanbevelingen 4 en 5). De verwachting is dat de uitwerking en implementatie van deze aanbevelingen uiterlijk eind 2023 voltooid is.

Ontwikkelingen anti-omkopingsbeleid

De Taskforce anti-omkopingsbeleid werkt momenteel aan de opvolging van de aanbevelingen uit de beleidsevaluatie anti-omkopingsbeleid. Hiervoor is een gefaseerd plan van aanpak opgesteld dat op 17 november 2022 met uw Kamer is gedeeld.21 Afgelopen half jaar is er voortgang geboekt met de afronding van diverse aanbevelingen uit de eerste fase. ADSB heeft verschillende compliance-trainingen georganiseerd en het compliance-team is versterkt. Daarnaast zal, in lijn met de aanbeveling uit de evaluatie, de takenscheiding in compliance tussen de underwriters, degenen die de aanvraag behandelen, en de compliance-afdeling, volledig worden geïmplementeerd. Dit houdt in dat de underwriters de eerste screening uitvoeren en de compliance-afdeling zich zal richten op zaken gekenmerkt door een verhoogd risico.

Ook zal ADSB regulier trainingsmomenten organiseren ter behoud en verbetering van de kwaliteit van de monitoring en zijn er diverse procedurele verbeteringen uitgevoerd om compliance-onderzoek verder te stroomlijnen. Externe consultant Partner in Compliance heeft het advies voor een risicokader afgerond. Dit najaar zal naar verwachting het advies voor het risicokader worden vertaald naar helder risico-acceptatiebeleid. Hiervoor zal een consultatie plaatsvinden met stakeholders uit het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld. De implementatie van alle aanbevelingen zal naar verwachting voor het einde van dit jaar zijn voltooid.

Modernisering Arrangement

Afgelopen maart is in OESO-verband een principeakkoord bereikt over modernisering van de Arrangement on Officially Supported Exported Credits (de «Arrangement»). In de Arrangement zijn afspraken tussen verschillende OESO-landen vastgelegd over de financiële voorwaarden voor het geven van publieke ondersteuning voor exportfinanciering. De afspraken zijn herzien om beter invulling te geven aan de laatste marktonwikkelingen en om het internationale speelveld met niet-Arrangement landen recht te trekken. De EU heeft, met gerichte inbreng van Nederland, verschillende voorstellen ingediend voor modernisering van de Arrangement.

De belangrijkste herzieningen van de Arrangement zijn:

  • 1. Verruiming van de financiële voorwaarden: Met de nieuwe overeenkomst worden kredietlooptijden tot maximaal 15 jaar mogelijk gemaakt (hiervoor maximaal 10 jaar). Voor groene transacties worden kredietlooptijden tot 22 jaar mogelijk gemaakt (hiervoor maximaal 18 jaar). Daarbij is afgesproken dat premies voor langere looptijden minder hard zullen stijgen. Ook wordt er meer flexibiliteit ingebouwd ten aanzien van het terugbetalingsschema. Dit houdt in dat er van de standaard van gelijke halfjaarlijkse terugbetalingen afgeweken kan worden indien verwachte kasstromen van het project of de transactie dat rechtvaardigen.

  • 2. Extra ondersteuning voor groene exporttransacties: Om de energietransitie te bevorderen kunnen groene transacties onder de nieuwe overeenkomst profiteren van langlopende kredietlooptijden (tot 22 jaar) en verhoogde flexibiliteit ten aanzien van het terugbetalingsschema vergeleken met niet-groene transacties. De scope aan groene projecten die hiervoor in aanmerking komen wordt uitgebreid met duidelijke technische standaarden, op het gebied van 1) duurzame energieproductie, 2) CO2-opvang, -opslag en -transport, 3) transmissie, distributie en opslag van energie, 4) schone waterstof en ammoniak, 5) emissiearme fabricage, 6) emissieloos en emissiearm transport en 7) kritieke grondstoffen voor schone energie.

Het principeakkoord wordt de komende tijd formeel omgezet in een nieuwe gemoderniseerde Arrangement. Het formele akkoord treedt naar verwachting in juli 2023 in werking.

Ik vertrouw erop dat ik uw Kamer met de bijgaande monitor een goed overzicht van de beleidsmatige en financiële ontwikkelingen op ekv-gebied heb gegeven.

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij


X Noot
1

Kamerstukken 26 485 en 31 793, nr. 413

X Noot
2

Zie: Policies issued by Atradius DSB (https://atradiusdutchstatebusiness.nl/nl/)

X Noot
3

Kamerstuk 26 485, nr. 397

X Noot
4

Wijziging Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën, MvT Kamerstuk 31 382, nr. 3, pagina 3–4

X Noot
5

Kamerstuk 31 382, nr. 12, d.d. 12 juni 2009: «Graag informeer ik u, met oog op de behandeling van de Wet Wijziging van de Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën, dat ik van mening ben dat er onder de huidige omstandigheden geen realistisch en verantwoord alternatief voor de uitvoering van de onderhavige dienstverlening, anders dan door Atradius Dutch State Business, beschikbaar is. Zoals u weet zijn, sinds de indiening van voornoemd wetsvoorstel, de omstandigheden op de financiële markten en daarmee de positie van de relevante spelers sterk gewijzigd. Ik acht het daarom verstandig de relatie met Atradius Dutch State Business te continueren.»

X Noot
6

Comptabel onrechtmatig houdt in dat een financiële transactie, zoals een uitgave, niet in overeenstemming is met de Nederlandse en Europese wetten. Dit heeft invloed op het overschrijden van de tolerantiegrenzen voor fouten en onzekerheden (zowel op artikel- als totaalniveau). Zowel de ARK als de ADR geven hun bestuurlijke oordeel over o.m. de rechtmatigheid op artikel- en totaalniveau.

X Noot
7

IEA-rapport Net Zero by 2050, https://www.iea.org/reports/net-zero-by-2050

X Noot
8

Zie Rapport Planbureau van de Leefomgeving «Uitfasering steun exportkredietverzekering voor fossiele projecten: Mogelijke effecten op de arbeidsmarkt», 01-06-2022.

X Noot
9

Zie: Kamerstuk 31 793, nr. 202; Kamerstuk 31 793, nr. 205; Kamerstukken 31 793 en 32 813, nr. 207; Kamerstuk 31 793, nr. 230. Zie ook moties met Kamerstuk 35 925 XVII, nr. 24 (lid Klink) en met Kamerstuk 26 485, nr. 387 (lid Heinen c.s.).

X Noot
10

De toezegging luidt: Het kabinet stuurt een kabinetsreactie op het rapport van Oil Change International waarin wordt gesteld dat Nederland zich niet houdt aan de Glasgow-afspraken over het uitfaseren van fossiele exportsubsidies.

X Noot
11

Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 1650

X Noot
12

In oktober 2022 was al in OESO- en G20-verband bereikt dat internationale publieke financiering voor kolencentrales beëindigd wordt.

X Noot
13

Kamerstukken 26 485 en 31 793, nr. 413

X Noot
15

Kamerstuk 31 793, nr. 230

X Noot
16

Kamerstuk 26 485, nr. 397

X Noot
17

Transparantiebeleid voor de ekv, Atradius Dutch State Business, te raadplegen via: https://atradiusdutchstatebusiness.nl

X Noot
18

Het kan voorkomen dat de mvo-analyse nog niet is afgerond, terwijl de financiële due diligence – over het wel of niet verstrekken van een dt – al wel tot een advies heeft geleid. Dan is er sprake van een zogenaamde «mvo-mits» verklaring in de verzekeringsdocumentatie. Er is dan meer tijd nodig voor de mvo due diligence en zal alleen een verzekeringspolis worden verstrekt als deze analyse positief wordt afgerond.

X Noot
19

Kamerstuk 26 485, nr. 383

X Noot
20

Kamerstuk 26 485, nr. 407

X Noot
21

Kamerstuk 36 200 IX, nr. 11

Naar boven