26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 328 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 april 2020

Tijdens het dertigledendebat over politieke heropvoedingskampen in de Chinese provincie Xinjiang van 29 januari jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 47, item 3) heb ik toegezegd uw Kamer een brief te sturen over twee zaken, te weten de samenwerking van KPN met het Chinese bedrijf Tencent, en het inkoopbeleid van de rijksoverheid en decentrale overheden in relatie tot mensenrechtenschendingen in Xinjiang. Mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie en Veiligheid, informeer ik uw Kamer als volgt.

KPN en Tencent

Het lid Van Ojik (GroenLinks) heeft tijdens het dertigledendebat van 29 januari jl. gevraagd om een reactie op de berichtgeving in Trouw1 over een KPN-app voor het Chinese WeChat-platform. Het lid Van Kooten-Arissen (vKA) heeft tevens gevraagd naar de duur van de samenwerking tussen KPN en Tencent (het bedrijf achter WeChat) gelet op de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Staat als voormalig aandeelhouder.

KPN werkt sinds 2017 samen met Tencent op basis van een daarvoor gesloten marketingovereenkomst. Tencent is het moederbedrijf van WeChat en is gevestigd in China. WeChat verkoopt aan Chinese toeristen die naar Europa gaan een prepaid simkaart die KPN levert. Met de prepaidkaart kan de Chinese toerist in Europa gebruik maken van telecommunicatiediensten. In de verpakking van de prepaidkaart wordt de Chinese reiziger attent gemaakt op een module genaamd WeGoEU, in 2018 ontwikkeld door KPN. De toerist kan ervoor kiezen deze module binnen zijn eigen WeChat-app te gebruiken voor bijvoorbeeld het kopen van kaarten voor musea en concerten. Door de app-module in combinatie met een speciale simkaart aan te bieden, kan KPN zijn diensten aanbieden aan Chinese toeristen die de EU bezoeken en kunnen Chinese toeristen gebruik maken van de door KPN aangeboden diensten. Gebruikers maken zelf keuzes over het gebruik van de module, ongeacht of dat via een simkaart van KPN of een andere netwerkaanbieder is.

Alle betrokken partijen moeten voldoen aan de vereisten die conform het gegevensbeschermingsrecht op hen rusten. In dit geval zijn deze vereisten primair neergelegd in het algemene kader dat de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) biedt voor de verwerking van persoonsgegevens en de speciale regels uit de Telecommunicatiewet.

De AVG kent een ruim toepassingsbereik. De verordening is ook van toepassing op buiten de Unie gevestigde bedrijven die goederen of diensten aanbieden aan betrokkenen in de Unie, voor zover daarbij persoonsgegevens van deze betrokkenen2 worden verwerkt. Hiermee wordt dus ook bepaalde bescherming geboden aan niet-EU-burgers op Europees grondgebied. Deze bescherming omvat in alle gevallen dat er een «rechtsgrondslag» moet zijn om persoonsgegevens te verwerken (bijv. toestemming), dat betrokkenen geïnformeerd moeten worden over de verwerking van hun gegevens en dat zij in staat worden gesteld om de rechten uit te oefenen die zij over hun gegevens hebben. Hier komt bij dat de doorgifte van persoonsgegevens naar een land buiten de EU, een zogeheten «derde land», slechts is toegestaan wanneer dit gebeurt in overeenstemming met de additionele bepalingen die daarover worden gesteld in hoofdstuk V (artikel 44 tot en met 50) van de AVG.

Volgens de berichtgeving in Trouw staat in de privacyverklaring dat WeGoEU persoonsgegevens deelt met derde partijen als Tencent. KPN heeft medegedeeld zich niet te herkennen in de berichtgeving en conform relevante wet- en regelgeving te opereren. Het is niet aan mij, noch aan de andere betrokken bewindspersonen, om uitspraak te doen over het handelen van de betrokken partijen. Het is aan de betrokken toezichthouders om te bepalen of zij naar aanleiding van de genoemde berichten al dan niet een onderzoek starten. Voor zover dit de bescherming van persoonsgegevens betreft is dit de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), in relatie tot telecommunicatiegegevens is dit in beginsel het Agentschap Telecom. Mij is medegedeeld dat de AP in ieder geval op de hoogte is van voornoemde berichtgeving.

Wat betreft de vraag van lid Van Kooten-Arissen (vKA) over de verantwoordelijkheid van de Nederlandse Staat in de samenwerking kan ik u het volgende meedelen. KPN en TNT zijn voortgekomen uit het staatsbedrijf PTT. Als eerste stap naar volledige privatisering werd PTT in 1988 omgezet van een staatsbedrijf in een kapitaalvennootschap (verzelfstandiging). In 1994 volgde een gedeeltelijke vervreemding van het staatsbelang met de beursgang van de onderneming (privatisering). In 2006 zijn de laatste KPN-aandelen (8%) door de Staat verkocht. Na deze periode had de Staat geen invloed meer als aandeelhouder–en dus ook niet op de samenwerking van KPN met Tencent, die in 2017 begon.

Inkoopbeleid Rijk en decentrale overheden

Tijdens het dertigledendebat stelde het lid Van Ojik (GroenLinks) tevens de vraag of dit kabinet vindt dat het Rijk en lagere overheden zouden moeten afzien van inkoop bij bedrijven waarvan bekend is dat zij betrokken zijn bij de onderdrukking van Oeigoeren in Xinjiang. Bovendien verzocht het lid Van Ojik de regering om de criteria voor maatschappelijk verantwoord inkopen toe te passen op leveranciers van de overheid die betrokken zijn bij het optuigen en in stand houden van het surveillanceapparaat in Xinjiang en daarmee bij de onderdrukking van de Oeigoeren.

De Nederlandse overheid spant zich in om te voorkomen dat bedrijven in hun ketens betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen. Dit kunnen overheden onder meer doen door maatschappelijk verantwoord in te kopen. Aanbestedingsregelgeving biedt hier ruimte voor. Hoewel binnen het regelgevend kader de mogelijkheden beperkt zijn om op voorhand individuele bedrijven uit te sluiten, kent aanbestedingsregelgeving wel dwingende uitsluitingsgronden. Dit zijn: veroordeling voor kinderarbeid, mensenhandel (waaronder dwangarbeid), witwassen van geld, omkoping en deelname aan een criminele organisatie. Daarvoor is wel een onherroepelijke rechterlijke veroordeling nodig. Daarnaast is uitsluiting mogelijk bij schending van onder andere enkele internationale milieu-, sociale en arbeidsnormen. Ook kunnen sociale- en milieuaspecten gerelateerd aan de opdracht als kwalitatieve gunningscriteria worden meegewogen in de beoordeling van inschrijvingen. Daarnaast kunnen internationale sociale voorwaarden (ISV) worden opgenomen in een contractvoorwaarde.

De rijksoverheid ondersteunt medeoverheden bij het invullen van hun ketenverantwoordelijkheid bij inkoop. Deze ondersteuning gebeurt via het Plan van Aanpak Maatschappelijk Verantwoord Inkopen 2015–2020 dat IenW coördineert mede namens EZK, BZK, BZ en SZW. In het kader van dit programma ondersteunt PIANOo (het Expertisecentrum Aanbesteden) medeoverheden met informatie, advies, instrumenten, praktische tips en de Internationale Sociale Voorwaarden Academy.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft, vanuit zijn coördinerende rol voor het inkoopstelsel per brief van 28 oktober 2019 (Kamerstuk 30 196, nr. 679) de inkoopstrategie Inkopen met impact aan uw Kamer gezonden. De rijksoverheid zet hiermee nadrukkelijk in op maatschappelijk verantwoord inkopen bij de eigen inkopen. Zo geldt voor Europese aanbestedingen binnen tien risicovolle inkoopcategorieën, zoals bedrijfskleding en ICT voor werkplekken, dat ISV verplicht moeten worden toegepast. Dit betekent dat leveranciers, ook in lijn met de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, gedurende de volledige looptijd van een contract een inspanningsverplichting hebben om de omstandigheden in de productieketen te verbeteren en om schendingen van arbeidsnormen en mensenrechten in hun productieketen te voorkomen of te verkleinen. De rijksoverheid (i.c. het categoriemanagement) bespreekt tijdens de contractperiode met de leveranciers de ontwikkelingen binnen de ketens en of aanvullende maatregelen nodig zijn.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok


X Noot
2

«Betrokkene» betekent degene wiens persoonsgegevens worden verwerkt. Deze definitie volgt uit artikel 4 lid 1 van de AVG: «»persoonsgegevens»: alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon («de betrokkene»).»

Naar boven