26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 152 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 maart 2013

Hierbij informeer ik uw Kamer over de behaalde resultaten van de Nederlandse ambassades op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) naar aanleiding van de toezegging aan lid Gesthuizen tijdens het VAO op 25 april 2012 (Handelingen II 2011/12, nr. 81, item 11, blz. 38–46).

Een belangrijk element van het Nederlandse MVO-beleid is de inzet van posten. Ambassades spelen een belangrijke rol in het stimuleren en begeleiden van bedrijven om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Posten zijn bij uitstek in staat om bedrijven in het buitenland te stimuleren en te ondersteunen bij MVO-uitdagingen, vanwege de positie als spin in het web richting bedrijven, overheden en maatschappelijke organisaties. Ambassades beschikken over kennis van de kansen en belemmeringen in hun land, waaronder ook MVO-uitdagingen, en gebruiken hierbij de lokale expertise van maatschappelijke organisaties.

Om een beeld te krijgen van de resultaten van de inzet van ambassades op het gebied van MVO is een enquête uitgezet onder ambassades buiten de EU. In totaal zijn 81 posten aangeschreven in het oostelijk deel van Europa, Azië, Midden-Oosten, Latijns-Amerika en Afrika. Respons was circa 60% en in grote lijnen evenredig verdeeld over de verschillende regio’s.

Het beeld uit de rapportages is positief en divers. Dat laatste heeft vooral te maken met verschillen in de mate van ontwikkeling van een land, de omvang van de economie, en de mate waarin MVO al een geaccepteerd gegeven is in een land. Er is geen eenduidige informatie beschikbaar over het aantal bedrijven dat door ambassades ondersteund is op MVO gebied, doordat posten verschillende invullingen geven aan wat wel en niet een MVO uitdaging betreft. Het is wel duidelijk dat bedrijven zich nauwelijks melden bij ambassades met een vraag over alleen MVO onderwerpen. MVO onderwerpen komen bijna altijd aan de orde in combinatie vragen op economisch of politiek terrein. Dit benadrukt het belang van een MVO beleid gericht op het integreren van MVO in de economische contacten waar relevant.

Uit de enquête komt onderstaand beeld naar voren.

  • Voor veel posten is MVO inmiddels een onlosmakelijk deel van het economische werk.

  • Alle posten zijn op de hoogte van de maatschappelijke vraagstukken waarmee Nederlandse bedrijven ter plaatse worden geconfronteerd en beschikken over kennis van risico’s op milieu en mensenrechtenschendingen in hun land/ambtsgebied.

  • Alle ambassades brengen, waar relevant, actief MVO op in contacten met bedrijven, zowel Nederlandse als lokale.

  • Grotere posten met meer medewerkers tonen zich over het algemeen actiever op MVO-vlak dan kleinere posten.

  • Bedrijven die het thema MVO aankaarten, doen dit bijna altijd in combinatie met vragen op het gebied van handel en economische betrekkingen in het land.

  • De Nederlandse posten organiseren regelmatig MVO activiteiten voor Nederlandse bedrijven en hun lokale partners.

  • MVO activiteiten van de posten bestaan uit het actief uitdragen van MVO beleid, het informeren, adviseren en ondersteunen van bedrijven op het gebied van MVO, en uit het aangaan van een dialoog met het maatschappelijke veld (Nederlands en lokaal), internationale organisaties en lokale overheid.

Resumerend: de posten hebben tot nu toe goede stappen gezet op het gebied van MVO. Ze weten welke MVO uitdagingen er spelen in hun land, ondersteunen het bedrijfsleven en voeren een palet aan MVO-activiteiten uit, waaronder MVO activiteiten tijdens economische missies.

Op basis hiervan kom ik tot de volgende conclusies:

  • Deze ingeslagen weg zal worden voortgezet. Ik zal onverminderd aandacht schenken aan de rol van ambassades bij MVO ondersteuning aan bedrijven en de dialoog met maatschappelijke organisaties als geïntegreerd deel van het economische werk van ambassades. Ik bevorder uitwisseling van ervaringen van ambassades.

  • Daarnaast zal in het nieuwe informatiesysteem van de posten de mogelijkheid worden opgenomen om aan te geven of een vraag van een bedrijf of andere actor op MVO terrein ligt. Deze gegevens kunnen bijdragen aan een beter inzicht in MVO vragen van bedrijven.

  • Tot slot zal ik de Tweede Kamer informeren over MVO aspecten bij economische missies in de reguliere rapportages over economische missies.

Hieronder treft u de belangrijkste uitkomsten van de vragen die voorgelegd zijn aan de Posten.

1. Kunt u aangeven tegen welke MVO uitdagingen bedrijven in uw land (vaak) aanlopen?

De MVO-uitdagingen van NL bedrijven in de wereld zijn zeer verschillend van aard. Dit hangt nauw samen met het land en de sector waarin de bedrijven actief zijn. MVO-uitdagingen die het meest genoemd worden door de posten zijn corruptie, arbeidsomstandigheden, milieubelasting en transparantie. Andere genoemde uitdagingen zijn kinderarbeid, slavernij, vrouwenrechten, landrechten, arbeidsmigratie, ketenverantwoordelijkheid en duurzame productieprocessen.

Nederlandse bedrijven houden zich vanuit verschillende invalshoeken bezig met MVO:

  • Ethische redenen.

  • Bedrijven lopen in de praktijk aan tegen zaken als corruptie en kinderarbeid.

  • Richtlijnen vanuit Nederland om zaken te doen in het buitenland.

2. Hoeveel bedrijven hebben zich in het afgelopen jaar bij uw ambassade gemeld met vragen op MVO gebied? Brengt u, waar relevant, steeds zelf MVO op in gesprekken met bedrijven, overheden en andere organisaties?

Een enkel bedrijf meldt zich bij ambassades met specifieke vragen op MVO gebied. Bedrijven komen bijna altijd met MVO vragen in combinatie met handelsaanvragen, verzoeken om contacten, algemene informatie over zakendoen in het land, netwerken en/of match making. Veruit de meeste ambassades brengen MVO standaard op tijdens gesprekken en bespreken met Nederlandse bedrijven lokale MVO kwesties. De ambassade van Qatar brengt bijvoorbeeld de leefsituatie van immigranten en milieu effecten van de grootschalige olie- en gasprojecten op in gesprekken met de Nederlandse bedrijven.

De meeste MVO-vragen komen van MKB’ers. De meeste grote Nederlandse bedrijven en multinationals hebben een eigen MVO-beleid en voldoende capaciteit om hun MVO beleid te implementeren. Deze grote bedrijven wenden zich over het algemeen niet tot de ambassade voor vragen. Wel wordt er met veel grote bedrijven intensief samengewerkt, ook op het gebied van MVO, zoals bij seminars en als praktijkvoorbeelden. Sommige ambassades hebben een structurele dialoog met een klein aantal Nederlandse bedrijven over MVO-onderwerpen, bijvoorbeeld de ambassade in India, China, Egypte. Hierbij zijn ook lokale overheden en maatschappelijke organisaties betrokken. Zo heeft de ambassade in New Delhi een intensieve dialoog met de Indiase autoriteiten, NGO’s en private sector gevoerd. Dit heeft geresulteerd in een Memorandum of Understanding over Corporate Social Responsibility and Corporate Governance tussen India en Nederland met als doel het uitwisselen van kennis, ervaringen en ideeën op dat terrein.

3. Kunt u aangeven op welke MVO gebieden deze vragen (in hoofdzaak) betrekking hadden?

Veel ambassades melden dat Nederlandse bedrijven in hun land, zeker grotere spelers zoals Unilever, Heineken, Friesland Campina, maar ook het MKB, een voortrekkersrol op MVO-gebied vervullen. Nederlandse bedrijven worden internationaal vaak gezien als koploper en voorbeeld. Zo leveren Nederlandse agrobedrijven in China een bijdrage aan de ontwikkeling van MVO in dat land door onder meer de introductie van energie- en waterzuinige technieken en minder gebruik van pesticiden. De Post in Brazilië heeft duurzaamheid als prioriteit gekozen in 2013 juist om Braziliaanse partijen te laten zien wat het Nederlandse bedrijfsleven in huis heeft op het terrein van duurzame innovatieve oplossingen. MVO speelt daarbij een rol.

De keerzijde van die medaille is dat Nederlandse bedrijven die de OECD Richtlijnen volgen tegen uitdagingen aanlopen. In een sterk competitieve omgeving, en met concurrerende partijen die zich aan wet- en regelgeving (weten te) onttrekken, staan MVO-aspecten vaak onder druk.

4. Kunt u aangeven of en zo ja, hoe u deze bedrijven heeft kunnen ondersteunen?

  • 1. Ambassades ondersteunen en adviseren bedrijven onder andere via het koppelen van de juiste partijen. Dit betreft maatschappelijke organisaties, adviesbureaus, internationale organisaties, lokale overheid en bedrijven. Zo geeft de ambassade in Peru aan dat bedrijven gesteund worden doordat de ambassade als «Clearing House» optreedt en bedrijven in contact brengt met organisaties (regeringsinstanties, Kamers van Koophandel, ondernemersraden, MVO consultant instanties of NGO’s) die hen verder kunnen helpen. De ambassade in Mexico voerde gesprekken met Nederlandse bedrijven en overheid over het recht op consultatie en grootschalige ontwikkelingsprojecten.

  • 2. Uitdragen van het thema MVO door het aanbieden van informatie via de websites, nieuwsbrief, brochures en andere uitingen. Posten in Turkije, China, Maleisië en Ethiopië publiceerden brochures voor Nederlandse bedrijven en lokale partners over MVO in de praktijk van het land inclusief voorbeelden van bedrijven ter plekke.

  • 3. Stimuleren van MVO door het organiseren van discussie- en netwerkbijeenkomsten (seminars, workshops, bedrijfsbezoeken, beurzen, etc.). Zo zal bijvoorbeeld MVO een agendapunt zijn tijdens de bilaterale maritieme conferentie dit voorjaar in Muscat.

5. Wat is de tevredenheid van deze bedrijven?

De indruk van de ambassades is dat bedrijven het op prijs stellen om hun ervaringen en dilemma’s op MVO-terrein te delen. Bedrijven waarderen het dat een ambassade mee denkt met hun initiatieven en dat een platform en netwerk biedt om hun MVO activiteiten te presenteren en verder te brengen. Ook de ondersteuning van ambassades door het benadrukken van duurzaamheidcriteria bij lokale aanbestedingen werd gewaardeerd.

De ambassade Dhaka geeft het volgende aan: «Bedrijven en NGO’s hebben aangegeven het op prijs te stellen dat de ambassade bijdraagt aan hun initiatieven door onder andere beide met elkaar te verbinden, door bedrijven te ondersteunen bij aanbestedingen, door platforms te bieden waar bedrijven MVO-kennis kunnen opdoen en uitwisselen naast netwerken, hun producten promoten en kennismaken met het bedrijfsleven instrumentarium van de Nederlandse overheid.

6. Heeft uw post in het afgelopen jaar zelf MVO-activiteiten ondernomen, en zo ja, welke en hoe vaak en kunt u een aangeven welke activiteiten waren voorzien voor 2012/13?

Er wordt wereldwijd door Nederlandse posten veel gedaan aan MVO-activiteiten. Voor een aantal ambassades is MVO integraal onderdeel van het beleid van de ambassade (o.a. India, China, Bangladesh, Indonesië, Oman, Colombia, Brazilië, Egypte). Dit zijn vaak de wat grotere ambassades, maar ook kleine ambassades, zoals Ethiopie, zetten soms actief in op MVO. Zij dragen het MVO-beleid actief uit, ondersteunen en adviseren bedrijven ten aanzien van MVO-aspecten in het land, onderhouden een dialoog met bedrijven op het onderwerp en organiseren een of meerdere events waar MVO centraal staat. Goede voorbeelden zijn:

  • Ambassade Oman geeft aan: In gesprekken met het bedrijfsleven wordt altijd gewezen op het belang van MVO. In relatie tot de Haven van Sohar wordt het onderwerp regelmatig doorgenomen. De voortdurende onrust in Sohar sinds 2011 heeft te maken met milieuklachten en het sentiment dat de haven onvoldoende werkgelegenheid oplevert voor de omliggende gemeenschappen. MVO onderwerpen hebben de volle aandacht.

  • In gesprekken met Nederlandse bedrijven vraagt de ambassade in de Verenigde Arabische Emiraten naar het MVO beleid van de organisatie. De focus ligt op het inspireren van (lokale en buitenlandse) bedrijven door MVO-successen van andere bedrijven. Tijdens evenementen worden best practices uitgewisseld en wordt besproken hoe (lokale) MVO uitdagingen zijn overwonnen.

  • Een ander voorbeeld de inzet van de ambassade in Tanzania. De ambassade ondersteunt bedrijven door in gesprekken met de overheid MVO gerelateerde onderwerpen zoals transparantie, bestrijding van corruptie, correcte uitvoering van wet- en regelgeving en het verbeteren van het ondernemingsklimaat aan te kaarten.

  • In Ethiopië heeft de ambassade bijgedragen aan inspanningen van de ILO, de bloemensector en de overheid voor het ontwikkelen van een Code of Practice voor de sector.

  • In Indonesië heeft de ambassade de oprichting van een centrum voor duurzaamheidsrapportages door de Nederlandse Kamer van Koophandel in Indonesië ondersteund. Meer dan veertig van de grootste Indonesische bedrijven brengen nu een duurzaamheidsverslag uit.

  • In Bangladesh ondersteunt de ambassades NGOs en vakbonden die opkomen voor arbeidsrechten. De ambassade is gestart met samenwerking tussen IFC, het bedrijfsleven en NGOs voor bevordering van milieu (waterzuivering) in de textielindustrie. De Ambassade in Albanië geeft aan dat zij in reguliere consultaties met Nederlandse bedrijven expliciet van gedachten wisselt over de MVO-uitdagingen in het land.

De posten richten zich op de volgende activiteiten:

  • Het actief uitdragen van MVO-beleid tijdens gesprekken of bijeenkomsten met bedrijven (Nederlands bedrijfsleven en lokaal bedrijfsleven), maatschappelijke organisaties, internationale organisaties, overheid counterparts, Kamers van Koophandel.

  • Het informeren van het Nederlandse bedrijfsleven door middel van websites, brochures, marktstudies.

  • Het adviseren van Nederlandse bedrijven inzake MVO-aspecten bij het zakendoen in het betreffende land en bij gebruik van het bedrijfsleven instrumentarium; houden van MVO seminars, ronde tafelbijeenkomsten, al dan niet in aanwezigheid van lokaal bedrijfsleven.

  • Bieden van op maat ondersteuning aan Nederlandse bedrijven bij MVO onderwerpen, door middel van een actieve dialoog met bedrijf of actieve ondersteuning bij problemen.

  • Dialoog over MVO-aangelegenheden met overheid in het betreffende land.

  • Integreren van MVO-aspecten in economische missie.

  • Samenwerking met internationale organisaties en/of NGO’s om MVO onder de aandacht te brengen bij lokaal bedrijfsleven.

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven