26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 667 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 februari 2022

De Werkloosheidswet (WW) is complexe wetgeving geworden. Dit komt onder andere doordat er sinds de inwerkingtreding van de WW in 1987 meerdere wijzigingen in het WW-stelsel zijn doorgevoerd. Ook door dwarsverbanden met andere wet- en regelgeving binnen het sociaal zekerheidsstelsel en door samenloop van verschillende regelingen binnen het WW-stelsel is de complexiteit vergroot. Dit leidt tot knelpunten voor de werknemer die een uitkering aanvraagt, werkgevers en het UWV als uitvoeringsinstituut. Daarnaast is de arbeidsmarkt van nu aanzienlijk gewijzigd ten opzichte van de arbeidsmarkt ten tijde van de inwerkingtreding van de WW. Zo is er nu een grotere flexibele schil en zijn er meer ZZP’ers. Zoals door een eerder kabinet aan uw Kamer toegezegd1, is er voldoende aanleiding om deze knelpunten die bij het gebruik en de uitvoering van de WW worden ervaren te onderzoeken.

Het bewustzijn van mijn Ministerie van de noodzaak tot vereenvoudiging is alleen maar groter geworden. Dit komt onder andere door de uitkomsten van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, het programma Werk aan Uitvoering en de Tijdelijke commissie Uitvoeringsorganisaties.

Met deze brief presenteer ik uw Kamer het plan van aanpak «opdracht vereenvoudiging WW (hierna: plan van aanpak) en de startnotitie «onderzoek knelpunten WW vanuit verschillende perspectieven» (hierna: startnotitie)2.

Het plan van aanpak schetst het bredere vereenvoudigingstraject WW binnen het onderwerp werkloosheid. De inzet van het traject is vereenvoudiging van de WW. Dit sluit goed aan bij de ambitie van het kabinet zoals opgenomen in het coalitieakkoord3 om wetten te beoordelen op eenvoud, menselijke maat en uitvoering en te verbeteren waar dat nodig is. Het traject binnen de WW start met het onderzoek naar knelpunten in de WW zoals opgenomen in de startnotitie. In het plan van aanpak worden – naast dit onderzoek – ook de vervolgstappen van het vereenvoudigingstraject na oplevering van het onderzoek beschreven.

De startnotitie geeft de onderzoeksopzet van het onderzoek naar knelpunten in de WW weer vanuit drie perspectieven: die van de werknemer, de werkgever en de uitvoering. Het resultaat van dit onderzoek is een overzicht van knelpunten in de WW vanuit de verschillende perspectieven en de oorzaken daarvan.

Ik schets eerst kort de achtergrond van het onderzoek. Daarna ga ik nader in op het vervolgproces.

Toelichting onderzoek en vervolgproces

Doel van het onderzoek is inzicht verkrijgen in de knelpunten die bij het gebruik en de uitvoering van de WW kunnen worden vastgesteld vanuit de drie hiervoor genoemde verschillende perspectieven en de oorzaken hiervan. Op dit moment hebben we nog geen compleet overzicht van de knelpunten.

Op voorhand weten we niet wat de uitkomst van het onderzoek zal zijn en welke mogelijke maatregelen het beste zijn voor de gesignaleerde knelpunten. Het streven is om de WW te vereenvoudigen waardoor de regelgeving: (i) begrijpelijk en doenbaar is voor de werknemer; (ii) efficiënt uitvoerbaar is voor het uitvoeringsorgaan; en (iii) niet tot onnodige administratieve lasten leidt voor werkgevers. Het realiseren van de twee beleidsdoelen uit de wet, te weten het bieden van inkomenswaarborg en het bevorderen van arbeidsparticipatie, blijft hierbij het vertrekpunt.

Naast het aanpassen van regelgeving, kunnen er ook andere maatregelen mogelijk zijn om de gesignaleerde knelpunten op te lossen, zoals het wijzigen van de dienstverlening. Gelet op de verschillende belangen van de drie perspectieven, evenals mogelijke budgettaire gevolgen van nieuwe beleidsvoorstellen, zal ik bij het uitwerken van de mogelijke maatregelen waarschijnlijk voor lastige keuzes worden gesteld. Het kabinet zal proberen deze verschillende aspecten zo goed mogelijk te wegen en zal uw Kamer op transparante wijze meenemen in de dilemma’s die zich daarbij voordoen.

Een goede samenwerking met UWV en sociale partners bij dit traject is van groot belang. Alleen op die manier kan het beoogde resultaat, namelijk het verkrijgen van een totaalbeeld ten aanzien van de knelpunten die bij het gebruik en de uitvoering van de WW ervaren worden én het oplossen daarvan, worden bereikt. Zowel UWV als sociale partners zullen gedurende het hele onderzoekstraject worden betrokken. Dat geldt ook voor het uitwerken van de verschillende beleidsopties na oplevering van het onderzoeksrapport.

Tot slot

Na bespreking met uw Kamer, zal de onderzoeksopdracht meervoudig onderhands worden aanbesteed. Het onderzoek zal waarschijnlijk in maart 2022 starten. De resultaten zijn voorzien voor december 2022.

Ik zal uw Kamer te zijner tijd informeren over de resultaten van het onderzoek en de conclusies die ik daaraan verbind.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip


X Noot
1

Vindplaats: Stand van de Uitvoering sociale zekerheid d.d. 2 juli 2021 Kamerstuk 26 448, nr. 652; Stand van de Uitvoering sociale zekerheid d.d. 16 december 2021, Kamerstuk 26 448, nr. 666.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77

Naar boven