26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 573 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2016

In mijn brief van 10 februari 2016 (Kamerstuk 26 448, nr. 556) kondigde ik een ICT project van UWV aan. Ik gaf aan dat UWV onderzoekt of het één systeem kan gebruiken voor administratieve handelingen die verbonden zijn aan het verstrekken van een uitkering en dat ik het Bureau ICT Toetsing (BIT) zou vragen om een advies over dit project. Inmiddels heeft het BIT haar advies uitgebracht1. In deze brief zal ik het project nader toelichten en ingaan op de conclusies en aanbevelingen van het BIT.

Noodzaak van het project één uniforme betaalomgeving

UWV zal starten met de vervanging van de systemen die het gebruikt voor de ondersteuning van de uitvoering van de arbeidsongeschiktheidswetten (AW) en de werkloosheidswet (WW). Deze systemen worden op termijn niet meer ondersteund. Wanneer die ondersteuning wegvalt, komen de werkprocessen van UWV in gevaar. Het is daarom noodzakelijk om nu tijd te besteden aan de stabiliteit en toekomstvastheid van de systemen. Deze systemen zijn immers de afgelopen jaren, onder andere door vele wijzigingen in wet- en regelgeving, steeds complexer geworden. Door deze complexiteit is vervanging van de systemen niet zonder risico. Daarom neemt UWV eerst stappen om dit risico te verkleinen, door:

  • 1) de systemen te vereenvoudigen alvorens ze te vervangen,

  • 2) nu te starten met het traject, zodat dit gefaseerd uitgevoerd kan worden en het tijdpad niet onder druk komt te staan.

De risico’s van dit project zijn verder verkleind door de aanbevelingen van de Tijdelijke commissie ICT projecten bij de overheid ter harte te nemen. Er wordt stapsgewijs ontwikkeld, er is een collegiale review (zgn. Gateway Review) gevraagd door UWV waarvan de aanbevelingen zijn opgevolgd en ik heb het BIT om een advies over het project gevraagd.

Aanpak en planning traject

De vereenvoudiging van de systemen vindt plaats door alle «betaalfunctionaliteit» onder te brengen in één bestaande omgeving binnen UWV, waar dit nu nog in drie omgevingen gebeurt. De functionaliteit betreft het verwerken van alle bruto uitkeringen tot netto te betalen bedragen, het doen van inhoudingen en het opstellen van specificaties en jaaropgaven. De betaalfunctionaliteit zal eerst ontvlochten worden uit het AW en WW systeem, waarna het systeem aangesloten wordt op de ene bestaande betaalomgeving.

Vanaf 1 juli 2015 is UWV gestart met voorbereidende werkzaamheden. De daadwerkelijke ingreep voor de AW vindt plaats van 12 juli 2016 tot 1 januari 2018. In die periode zal ook de verdere voorbereiding voor de ingreep in de WW plaatsvinden. Op dit moment is de verwachting dat deze ingreep in beginsel vanaf 1 januari 2018 tot 1 januari 2020 uitgevoerd zal worden. Beide ingrepen raken ook het domein van de fiscaliteit.

Ik vind het onwenselijk als ten tijde van de ingrepen grotere beleidswijzigingen voor bovengenoemde domeinen worden doorgevoerd, omdat dit een ontoelaatbaar risico vormt voor het welslagen van het project. Wijzigingen met een erg beperkte impact, zoals het doorvoeren van een indexering, kunnen wel doorgang vinden. Bij nieuw beleid zal UWV de impact in een uitvoeringstoets beoordelen. Afhankelijk van de complexiteit van een beleidswijziging, kan beleid vanaf 6 maanden na het einde van de ingreep weer worden doorgevoerd.

Over de voortgang van de ingreep voor de AW en de exacte startdatum van de ingreep voor de WW, die UWV in samenspraak met SZW vaststelt, zal ik u informeren bij de aanbieding van de jaarplannen (december 2016 en 2017) en het jaarverslag (mei 2017) van het UWV.

Positief advies van het BIT

Het BIT onderschrijft de noodzaak om via een gestructureerde aanpak het IT-landschap van uitkeren de komende jaren verder toekomstvast te maken en oude systemen stapsgewijs te vervangen en stelt dat het project «één uniforme betaalomgeving voor de arbeidsongeschiktheidswetten» daarin een essentiële eerste stap is. Daarbij adviseert het BIT om maatregelen te nemen om de einddatum van het eerste deel van het project van 1 januari 2018 te halen, alternatieve scenario’s te ontwikkelen en bestuurlijke afspraken te maken over het vervolg van de rationalisatietraject. Het BIT geeft drie aanbevelingen voor het project. Hieronder geef ik deze weer en licht ik toe hoe UWV en SZW hiermee omgaan.

1) Breng meer snelheid en flexibiliteit in het releaseproces.

Het BIT adviseert aanvullende maatregelen te nemen gericht op extra snelheid en flexibiliteit om de kans te maximaliseren dat de einddatum van het eerste deel van het project van 1 januari 2018 gehaald wordt. Conform de aanbevelingen van BIT heeft UWV besloten om alle randvoorwaardelijke functionele onderdelen die buiten het project waren geplaatst, onder te brengen in het project. Daarnaast heeft UWV ervoor gekozen om met multidisciplinaire teams te werken, waardoor er binnen de beschikbare tijd en het aantal releases flexibeler en efficiënter gewerkt kan worden. Ook kijkt UWV bij analyse en ontwerp of een handeling geautomatiseerd of handmatig moet plaatsvinden, hierbij houdt het rekening met de releaseruimte en de mogelijkheid om niet-tijdskritische functionaliteit over de datum van 1 januari 2018 heen te plaatsen.

Het BIT geeft verder aan dat er korte sturingslijnen tussen UWV en SZW nodig zijn om snelle besluitvorming mogelijk te maken over zaken die het project aangaan. Eind vorig jaar is de sturingsvisie tussen UWV en SZW afgerond en is de overlegstructuur herijkt. Hierbij is een driehoeksoverleg ingesteld tussen opdrachtgever, opdrachtnemer en eigenaar en is ICT een vast agendapunt. In dit overleg kan snelle besluitvorming plaatsvinden. Daarnaast wordt er een vinger aan de pols gehouden door dit project periodiek te bespreken in het eigenaaroverleg tussen UWV en SZW.

2) Werk tijdig alternatieve scenario’s uit

Het BIT geeft aan dat tijdig mogelijke alternatieve invoeringsdata onderzocht moeten worden, voor het geval de datum van 1 januari 2018 onverhoopt niet haalbaar blijkt. Met UWV heb ik afgesproken dat nog in 2016 scenario’s worden ontwikkeld voor alternatieve invoeringsdata en dat in overleg met SZW wordt afgesproken, gegeven de voor- en nadelen, welke variant de voorkeur heeft.

3) Maak bestuurlijke afspraken over het vervolg

Het BIT wijst erop dat de rationalisatie van oude IT-systemen een traject van een lange adem is en er een breed gedragen, planmatige aanpak nodig is. Hiervoor zou UWV de huidige visie uit moeten werken in een plan voor de komende tien jaar inclusief de bijbehorende kosten. Op basis daarvan kunnen bestuurlijke afspraken gemaakt worden over het tempo waarin de huidige systemen vervangen worden en de verandercapaciteit die dit vergt.

In dit kader kan ik u melden, zoals ook aangekondigd in mijn brief van 29 januari 2016 (Kamerstuk 26 448, nr. 554), dat UWV werkt aan een ICT meerjarenplan. In dit plan is tevens aandacht voor de kaderstelling en prioriteiten in het projectenportfolio van UWV. In de kabinetsreactie op het rapport van de Tijdelijke commissie ICT bij de overheid is aangegeven dat elk departement u hierover informeert. Dit plan wordt op dit moment voorzien van een externe validatie. Ik verwacht u het plan na de zomer van dit jaar aan te kunnen bieden, voorzien van mijn reactie. Hiermee wordt tevens uitvoering gegeven aan de motie Schut-Welkzijn van 1 december 2015 waarin wordt opgeroepen om de systemen van UWV flexibel en toekomstbestendig te maken.

Tot slot kan ik aangeven dat UWV nog voordat het project één uniforme betaalomgeving is afgerond, zal starten met de uitwerking van een aanpak voor de komende jaren waar het de vervanging van de uitkeringsystemen betreft. In deze aanpak komen de benodigde beleidsluwte, de verandercapaciteit en de kosten aan bod. Het vormt vervolgens een onderdeel van het ICT meerjarenplan dat UWV tegen die tijd zal opstellen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven