26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 556 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2016

Hierbij doen wij u de jaarplannen 2016 van het UWV en de SVB toekomen1. Wij hebben deze plannen goedgekeurd en de budgetten voor 2016 vastgesteld.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakt van de gelegenheid gebruik om u tevens te informeren over:

  • de actualisatie van het Rijks ICT dashboard met UWV projecten;

  • het ICT project berichtverwerking van het UWV.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid maakt van de gelegenheid gebruik om u tevens te informeren over:

  • de uitkomsten van een bestandskoppeling die door de SVB is uitgevoerd.

Jaarplan UWV 2016

Het UWV onderscheidt in het jaarplan 2016 de volgende prioriteiten:

  • een stabiele interne organisatie als randvoorwaarde;

  • verdere inzet op dienstverlening en samenwerking;

  • implementatie en uitvoering nieuwe wet- en regelgeving.

In het jaarplan beschrijft het UWV helder hoe het voornemens is invulling te geven aan deze prioriteiten. De van UWV gewenste prestaties komen tot uiting in de opgenomen prestatie-indicatoren.

Toekomstvaste systemen bij UWV

Zoals ook aangegeven in de reactie van het Kabinet op de Evaluatie van de Wet SUWI en de Beleidsdoorlichting van artikel 11 op de begroting van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, willen wij de komende jaren meer aandacht geven aan de toekomstbestendigheid van het UWV en de SVB. Het UWV heeft constant oog voor de wijze waarop de (IT) systemen voldoende toekomstvast gehouden kunnen worden. Hieronder wordt verstaan dat de (beheer)kosten acceptabel zijn, leveranciers de systemen ondersteunen en de complexiteit in de systemen zo klein mogelijk is. Hierdoor kan (een wijziging in) wet- en regelgeving in een geringe tijdspanne, tegen lage kosten en beheersbare risico’s worden ingevoerd en is er sprake van een stabiele uitvoering van wetten.

In dat kader onderzoekt het UWV of het één systeem kan gebruiken voor administratieve handelingen die verbonden zijn aan het verstrekken van een uitkering. Op dit moment vinden die handelingen in drie verschillende systemen plaats. Ik zal het Bureau ICT Toetsing (BIT), dat op aanbeveling van de Tijdelijke commissie ICT bij de overheid is ingesteld, vragen om een oordeel over dit project. Mijn verwachting is dat ik u het voorjaar van 2016 kan informeren over de nadere achtergronden bij het project en u het oordeel van het BIT kan sturen.

Dienstverlening UWV

In het jaarplan spreekt het UWV de ambitie uit om de dienstverlening de komende jaren te verbeteren. In overleg met het UWV kijk ik op dit moment wat de optimale balans is tussen persoonlijke en online dienstverlening. In aanvulling op het jaarplan 2016 heb ik besloten het UWV de komende twee jaar extra financiële middelen beschikbaar te stellen voor persoonlijke dienstverlening, in aanvulling op de reguliere digitale dienstverlening, aan cliënten die dit echt nodig hebben. Met de brieven van 10 november 2015 en 30 november 20152 is uw Kamer hierover reeds geïnformeerd.

Daarnaast werkt het UWV op dit moment aan een businesscase, die zicht moet bieden op de kosten en baten van deze vorm van gerichte dienstverlening, en op grond waarvan bepaald kan worden of het wenselijk is om hiervoor voor een langere periode middelen vrij te maken en op welke termijn. Ik zal uw Kamer in 2016 nader informeren over deze businesscase.

Met de brief van 30 oktober jl.3 is uw Kamer geïnformeerd over de werkachterstanden bij de herbeoordelingen WGA, de keuzes die het UWV maakt in de re-integratiedienstverlening WGA en de werkvoorraad van signalen van mogelijke overtredingen van de inlichtingenplicht. Over de maatregelen die nodig zijn om de huidige achterstanden weg te werken en de uitvoering weer te laten aansluiten op het achterliggende beleid ben ik op dit moment nog in gesprek met het UWV. Een brief met de stand van zaken hiervan heb ik uw Kamer recent doen toekomen. In maart volgt een integraal plan van aanpak.

Actualisatie van het Rijks ICT-dashboard met UWV projecten

In 2011 is de overheid gestart met het Rijks ICT-dashboard. In het Rijks ICT-dashboard staat informatie over grote en hoog-risico projecten bij ministeries en ZBO’s. In de reactie op de eindrapportage Tijdelijke Commissie ICT heeft Minister Blok van Wonen en Rijksdienst de toezegging gedaan om per uiterlijk einde van het jaar (2015) de rapportage op het Rijks ICT-dashboard uit te breiden naar alle lopende en nieuw te starten projecten met een ICT-component van meer dan € 5 miljoen. In het kader van deze toezegging is het ICT dashboard aangevuld en geactualiseerd met de volgende ICT projecten van het UWV:

  • Robuust ERD-schap en werkgeververhaal;

  • Programma Participatiewet;

  • Verbeteren Systeemlandschap SMZ;

  • Contactcenter Diensten;

  • Digitalisering Werkprocessen B&B;

  • Basisregistratie Personen;

  • Digitale werkplek (Vernieuwing Intranet);

  • Eén Mijnomgeving;

  • Veilige Digitale Communicatie;

  • Herontwerp Grote Geldstroom.

Per 31 maart 2016 zullen zoals gebruikelijk ook de grote projecten van boven de € 20 miljoen en of met een hoog-risico, die reeds op het ICT dashboard staan (zoals: Programma KWN, WOWW en Redesign Werkbedrijf), worden geactualiseerd. In de jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk wordt uw Kamer hier nog separaat over geïnformeerd.

UWV project berichtverwerking

Met deze brief wil ik uw Kamer tevens informeren over een ICT project waarvan het UWV vorig jaar heeft besloten om te stoppen. Dit project is gericht op de verbetering van de verwerking van papieren of digitale berichten die het UWV ontvangt van klanten. Eind 2010 besloot het UWV tot vervanging van de bestaande applicatie, waarna het in oktober 2011 startte met een aanbesteding. Dit was nodig omdat de applicatie die het UWV toen gebruikte instabiel was, veel beheer nodig had en er functionaliteit ontbrak.

Ten tijde van de ontwikkeling bleek dat de implementatie meermaals niet lukte. Het UWV heeft in 2014 een externe partij om een analyse gevraagd, waaruit bleek dat het onzeker was of de applicatie binnen budget en planning in de huidige infrastructuur van het UWV werkend te krijgen zou zijn. Een belangrijke oorzaak was dat de applicatie meer bandbreedte vroeg dan het netwerk van het UWV bood, maar ook aspecten als schaalbaarheid, beschikbaarheid en beheersbaarheid van de applicatie vormden risico’s.

Mede op basis van deze analyse heeft het UWV voor de zomer besloten de ontwikkeling van de applicatie stop te zetten. Het UWV acht het aansprakelijk stellen van de leverancier niet kansrijk, omdat het onvoldoende kan aantonen dat de leverancier niet heeft voldaan aan het programma van eisen. Aan de leverancier is in totaal € 2,8 miljoen betaald, waarvan het grootste gedeelte licentiekosten betreft. Onderzoek door het UWV heeft uitgewezen dat verkoop van de niet-gebruikte licenties niet mogelijk is. Ook voorzag het UWV een besparing op haar uitvoeringskosten van € 0,8 miljoen door het gebruik van deze applicatie. Die besparing wordt nu niet behaald.

Het UWV heeft in het proces van gunning tot implementatie meerdere acties ondernomen om de risico’s te minimaliseren en het UWV heeft externe partijen om advies gevraagd. De nieuwe applicatie werd geïmplementeerd naast de bestaande applicatie. Klanten en UWV medewerkers ondervinden hierdoor geen hinder van de beslissing om de implementatie te stoppen. Het UWV onderzoekt nog of met een nieuwere versie van de bestaande applicatie de oorspronkelijke doelstellingen van de vervanging behaald kunnen worden.

Jaarplan SVB 2016

De SVB staat in haar jaarplan onder andere stil bij:

  • de wetsontwikkelingen;

  • de prestatie-indicatoren 2016;

  • de invulling van de taakstelling tot en met 2018;

  • de strategische heroriëntatie;

  • de strategische doelstellingen 2016–2019 en de uitwerking van deze doelstellingen op de dienstverlening, de bedrijfsvoering en IT.

De SVB streeft naar een betrouwbare dienstverlening. In het kader van de continuïteit van de ICT werkt de SVB aan het programma versterking «Huidige informatiesystemen» (HIS) AOW/Anw en AKW. De SVB heeft eerder aangegeven dat de continuïteit van de huidige dienstverlening met de huidige systemen hiermee ten minste tot 2020 beheersbaar gegarandeerd is4. In 2015 is gebleken dat dit programma op schema ligt en de ingezette versterking ook in 2016 doorloopt.

Bij de strategische heroriëntatie wordt de richting herijkt. Ik zal uw Kamer bij de aanbieding van het jaarverslag 2015 van de SVB hierover nader informeren.

De set prestatie-indicatoren en normen van de SVB is ten opzichte van 2015 nagenoeg gelijk gebleven ten.

In december 2015 zijn met de SVB afspraken gemaakt over de invulling van de taakstelling 2016–2018. Hiermee is de taakstelling 2016–2018 ingevuld.

Ook in 2016 zullen er op wetgevingsterrein zaken zijn die de SVB raken. Zo zullen naar verwachting de aanpassing van de Fraudewet, de verlenging van de OBR en het wetsvoorstel Beëindiging uitkering aan jihadisten, werkzaamheden opleveren voor de SVB.

In het jaarplan 2016 is ook de begroting voor dit jaar opgenomen. Deze geeft onder andere inzicht in de uitvoeringskosten, volume prognoses per wet en de formatie. Het SVB jaarplan 2016 concentreert zich nu nog alleen op de SV-taken van de SVB. Voor de niet-SV-taken stelt de SVB (per opdracht) aparte jaarplannen op. Volgend jaar zal de SVB een integraal jaarplan opleveren waarin zowel SV-taken als niet-SV taken worden opgenomen.

Bestandskoppeling SVB

Met deze brief wil ik uw Kamer informeren over de uitkomsten van een bestandskoppeling die door de SVB is uitgevoerd. De SVB voert op grond van de Wet Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (Wet SUWI) een aantal wettelijke taken uit, waaronder het verstrekken van AOW-uitkeringen. Daarbij controleert de SVB op rechtmatigheid.

Op 30 september 2015 heeft de SVB mij geïnformeerd over de uitkomsten van een bestandskoppeling. Daaruit is gebleken dat bij de beoordeling of er sprake is van een gezamenlijke huishouding of van een meerpersoonshuishouding de AOW-uitkering mogelijk niet correct is vastgesteld. AOW-gerechtigden zijn in een deel van de gevallen aangemerkt als deel uitmakend van een gezamenlijke huishouding, terwijl zij in feite - zo bleek na de bestandskoppeling - wellicht tot een meerpersoonshuishouden behoren. Er is sprake van een gezamenlijke huishouding van twee meerderjarige personen wanneer wordt voldaan aan zowel het huisvestingscriterium (zelfde hoofdverblijf) als het zorgcriterium (blijk van zorg voor elkaar in kosten van huishouding of anderszins). Voeren meer dan twee meerderjarige personen samen een huishouding dan wordt dit niet aangemerkt als een gezamenlijk huishouding maar is sprake van een meerpersoonshuishouden.

Uit de voorlopige cijfers blijkt dat het om 6.100 gevallen gaat waar (volgens een steekproef) in 57% van de gevallen de AOW-uitkering mogelijk te laag is vastgesteld. In 13% van de gevallen is de AOW-uitkering mogelijk te hoog vastgesteld. In de overige gevallen verwacht de SVB een juiste vaststelling van de uitkering.

Alvorens over te gaan tot een mogelijke herziening van de uitkering zal de SVB elk geval afzonderlijk nader onderzoeken, waarbij zo nodig ook AOW-gerechtigden

om nadere informatie kan worden gevraagd. Ik merk hierbij op dat een mogelijke herziening van de uitkering met de uiterste zorgvuldigheid dient te worden uitgevoerd, passend binnen de wettelijke kaders en conform de reguliere systematiek van de SVB. Hierbij zal een mogelijke herziening met terugwerkende kracht (in beginsel 1 jaar) plaatsvinden indien de AOW-gerechtigde te weinig heeft ontvangen. Indien te veel AOW-uitkering is ontvangen zal geen terugwerkende kracht worden toegepast op de verlaging van de uitkering.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 33 566, nrs. 83 en 86

X Noot
3

Kamerstuk 26 448, nr. 543

X Noot
4

Kamerstuk 26 448, nr. 528

Naar boven