26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 511 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 mei 2014

Hierbij doen wij u de jaarverslagen 2013 van UWV en de SVB toekomen1. Wij hebben de besluiten tot vaststelling van de jaarrekening 2013 goedgekeurd. In deze brief informeren wij u over ons oordeel over de verslagen. Tevens maken wij van de gelegenheid gebruik om u te informeren over:

  • De stand van zaken ten aanzien van het Redesign Werkbedrijf UWV;

  • Onderzoek SEO;

  • De stand van zaken ten aanzien van de onderzoeken naar mogelijk misbruik van de jobcoachregeling door jobcoachbedrijven;

  • De Wet tegengaan huwelijksdwang en de sociale zekerheid.

Jaarverslag SVB 2013

In 2013 heeft de SVB wetswijzigingen – zoals de leeftijdsverhoging van de AOW – doorgevoerd, zijn reorganisaties en vernieuwingen geëffectueerd en heeft de SVB tegelijkertijd bezuinigingen gerealiseerd. De SVB heeft in een jaar van talrijke veranderingen meer werk met minder mensen verricht. Uit het jaarverslag 2013 blijkt dat de SVB er ondanks deze opgave – op een enkele uitzondering na – in is geslaagd om de dienstverlening en de prestaties op peil te houden.

De kwaliteit van het uitvoeringsproces bij de SVB is goed. Ook op het gebied van rechtmatigheid scoort de SVB hoog. De totale rechtmatigheidscore is 99,9%. De SVB voldoet tevens aan de normen van tijdige uitkeringsverstrekking van vrijwel alle wetten. Wij waarderen het vele werk dat door de SVB-medewerkers is verzet om dit te kunnen realiseren.

U wordt op zeer korte termijn apart geïnformeerd over de stand van zaken SVB Tien.

Jaarverslag UWV 2013

Voor UWV was 2013 een jaar vol uitdagingen. Prioriteiten waren onder meer het invulling geven aan het Redesign van het Werkbedrijf UWV en het doorvoeren van diverse wijzigingen in wet- en regelgeving, waaronder de invoering per 1 januari 2013 van de modernisering van de Ziektewet. Daarnaast was in 2013 sprake van een verdere toename van het werkaanbod als gevolg van de economische situatie. Ook het realiseren van de lopende taakstellingen was in 2013 een prioriteit voor UWV.

Uit het jaarverslag 2013 blijkt dat UWV vrijwel alle doelen heeft behaald die in het jaarplan 2013 zijn afgesproken. Wij waarderen het vele werk dat door de UWV-medewerkers is verzet om dit te kunnen realiseren.

Mede dankzij de inspanningen van UWV vonden in het afgelopen jaar 256.100 mensen een baan, waaronder 241.800 mensen met recht op een WW-uitkering en 11.000 werkzoekenden met een arbeidsbeperking.

De tijdigheid van de eerste betaling van uitkeringen voldeed, evenals voorgaande jaren, over de gehele linie aan de afgesproken normen. De totale UWV-brede rechtmatigheid bedroeg 98,9% en voldoet daarmee nagenoeg aan de norm van 99%.

Uitkeringsgerechtigden waardeerden de dienstverlening van UWV in 2013 met het rapportcijfer 6,9. Werkgevers gaven een 6,2. Beide scores liggen iets onder de afgesproken norm en iets onder de scores van 2012. In het jaarverslag geeft UWV aan dat klanten met name in gevallen waar de beslissing van UWV nadeliger is dan de klant verwacht, aangeven dat ze vinden dat de duidelijkheid van de informatievoorziening van UWV beter kan. Op basis van de signalen die UWV ontvangt van klanten en vertegenwoordigers van klanten, kijkt UWV naar structurele verbeteringen in de dienstverlening.

Redesign UWV Werkbedrijf

Op werkdagen zijn 166.000 bezoekers actief op werk.nl, 38% meer dan in 2012. De site wordt iedere maand rond de 3 miljoen keer bezocht. Daarmee is werk.nl een van de meest bezochte sites in Nederland. In 2013 was werk.nl tijdens de servicewindow voor 99% beschikbaar. Wel heeft UWV in de zomer van 2013 te kampen gehad met instabiliteit en storingen in de bereikbaarheid van werk.nl. Problemen die uit onderzoek van de FNV naar voren kwamen zijn door UWV voortvarend opgepakt en hebben tot verbeteringen geleid die het gebruikersgemak van bezoekers van werk.nl verhogen. Dit proces van verbetering is een continue proces.

UWV heeft de ondersteuning aan minder digivaardige klanten geïntensiveerd. Naast de reguliere openstelling op de dinsdagmiddag is het mogelijk om op andere middagen, op afspraak, een bezoek aan een werkplein te brengen. Sinds november 2013 worden 130 trainees ingezet op de vestigingen. Zij bieden ondersteuning aan werkzoekenden die moeite hebben met online dienstverlening en zijn beschikbaar om klanten die nog geen CV of geen goed CV op werk.nl hebben gezet te helpen.

Eind 2013 had 65% van de WW-ers met sollicitatieplicht een CV op werk.nl geplaatst. Dit ligt ruim onder de afgesproken norm van 90%. Registratie van CV’s en werkzoekenden op werk.nl is van essentieel belang voor een transparante arbeidsmarkt. De oorspronkelijke norm van 90% CV’s op werk.nl is naar beneden bijgesteld naar 75% in 2014. Dit omdat een groot deel van de CV’s kwalitatief onvoldoende was, hetgeen tot gevolg had dat niet goed gematcht kon worden. Om het percentage kwalitatief goede CV’s op werk.nl te verhogen, heeft UWV in het tweede halfjaar van 2013 onder meer gerichte mails gestuurd aan WW-ers met een CV op werk.nl waar nog iets aan verbeterd kon worden. In 2014 treft UWV aanvullende maatregelen om de kwaliteit en kwantiteit van CV’s te verbeteren, onder andere door klanten actiever te benaderen. Ik verwacht dat UWV hierdoor de norm voor 2014 zal halen

Inmiddels maakt 95% van de klanten gebruik van de online inschrijving voor een WW-uitkering; dat is 6% meer dan het vorige jaar.

De eerste prioriteit van UWV ligt bij een stabiel functionerend werk.nl. De keuze om stevig in te zetten op verbetering van de stabiliteit heeft vruchten afgeworpen. De verbeteringen laten voor werk.nl qua stabiliteit en performance dan ook een opgaande lijn zien. Ik heb UWV verzocht alles in het werk te blijven stellen om deze opgaande lijn voort te zetten. Via de reguliere rapportages en periodieke overleggen met het UWV blijf ik dit monitoren.

Onderzoek «Een goed gesprek werkt...» (SEO, 2013)

Tijdens het AO SUWI op 9 oktober 2013 (Kamerstuk 26 448, nr. 501) heeft uw Kamer vragen gesteld over de effectiviteit van arbeidsbemiddeling en re-integratie. In mijn reactie hierop heb ik aangegeven dat UWV thans onderzoek doet naar de effectiviteit van arbeidsbemiddeling en re-integratie en toegezegd dit onderzoek in 2014 aan uw Kamer te zullen sturen. Bijgevoegd ontvangt u de onderzoeksrapportage «Een goed gesprek werkt...»2.

Het onderzoek is uitgevoerd in 2012 en 2013 en had betrekking op WW’ers die in 2008 tot en met 2010 in de WW zijn ingestroomd. De effecten van re-integratiedienstverlening zijn berekend door de kans op uitstroom naar werk te vergelijken tussen WW’ers die wel, respectievelijk geen, re-integratiedienstverlening ontvingen. Hierbij is rekening gehouden met verschillen in achtergrondkenmerken en verschillende omstandigheden waaronder de re-integratiedienstverlening plaatsvond.

Uit het onderzoek is het volgende gebleken:

  • Bijna alle onderzochte vormen van re-integratiedienstverlening die voor ontslagwerklozen in de periode 2008–2011 zijn ingezet, hebben positief bijgedragen aan een verkorting van de werkloosheidsduur. Dit geldt zowel voor de extern ingekochte als door UWV zelf ingezette dienstverlening. Dankzij deze dienstverlening steeg de kans om binnen anderhalf jaar vanuit de WW het werk te hervatten met gemiddeld 1 tot 6 procentpunten;

  • Bij de ingekochte dienstverlening waren de kosten van de dienstverlening hoger dan de besparingen die dit met zich meebracht (op uitkeringslasten door meer uitstroom naar werk);

  • Workshops, competentietesten en gesprekken met de werkcoach blijken door UWV wel kosteneffectief te zijn ingezet. De kosten van deze vormen van dienstverlening zijn lager dan de besparingen die deze opleveren;

  • Reguliere trajecten (zoals het (laten) schrijven van sollicitatiebrieven) en scholing leiden tot minder gunstige resultaten. Deze vormen van dienstverlening zorgen juist voor vertraging van de werkhervatting gedurende de eerste anderhalf jaar WW.

Opgemerkt moet worden dat de focus van het onderzoek lag op het toenmalige re-integratiebeleid. De meting vond plaats vóór de implementatie van redesign UWV WERKbedrijf. De resultaten van het onderzoek zeggen daarom (nog) niets over de effectiviteit van de digitale dienstverlening van UWV. In de evaluatie SUWI die in 2015 zal plaatsvinden zal hier nader onderzoek naar gedaan worden.

Onderzoeken jobcoachbedrijven

In het UWV jaarverslag wordt vermeld dat negen lopende onderzoeken naar mogelijk misbruik van de jobcoachregeling door jobcoachbedrijven in 2014 zullen worden afgerond. Na een eerste melding in 2011 van mogelijk misbruik van de jobcoachregeling door een jobcoachbedrijf verricht UWV gericht onderzoeken bij vermoedens van fraude. Ik kan u berichten dat van de negen lopende onderzoeken er inmiddels zeven zijn afgerond. Bij twee bedrijven zijn geen onregelmatigheden geconstateerd, bij vijf wel. Met het misbruik is een schadebedrag gemoeid van ruim een miljoen euro. Van die vijf bedrijven is inmiddels één bedrijf failliet. Tegen dit bedrijf loopt nog een vordering.

Bij de overige vier treft UWV de volgende maatregelen:

  • 1. Intrekking van de erkenning;

  • 2. Verhaal van het benadelingsbedrag;

  • 3. Melding («aangifte») bij de Inspectie SZW;

  • 4. Het aansprakelijk stellen van bestuurders.

Na twee eerdere gevallen in 2011 en 2013 bedraagt het aantal jobcoachbedrijven waarbij misbruik is geconstateerd inmiddels zeven. Op dit moment lopen er nog negen andere onderzoeken naar vermoedens van misbruik en zullen nog vijftien onderzoeken gestart worden.

Naast specifieke maatregelen tegen individuele bedrijven heeft UWV vanaf 2012 een aantal andere maatregelen getroffen om misbruik van de jobcoachregeling te voorkomen en te bestrijden:

  • 1. Aanscherping van de erkenningscriteria voor jobcoachbedrijven;

  • 2. Opnieuw laten aanvragen van erkenning door alle jobcoachbedrijven;

  • 3. Aanscherping van het jobcoachprotocol dat de wijze en inzet van de jobcoachvoorziening voorschrijft.

Op dit moment zijn er in totaal 279 erkende jobcoachorganisaties tegen 340 eind 2011.

UWV voert later dit jaar een interne evaluatie uit waaruit zal moeten blijken of de getroffen (beleids)maatregelen effectief zijn geweest. Het lijkt er op dat de maatregelen van UWV hun vruchten beginnen af te werpen: de mogelijkheden tot oneigenlijk gebruik van de jobcoachregeling zijn sterk teruggedrongen en van de harde aanpak van fraude gaat een afschrikwekkende werking uit.

Wet tegengaan huwelijksdwang en de sociale zekerheid

Tijdens het AO SUWI van 20 maart jl. heeft mw. Schut-Welkzijn (VVD) de Minister gevraagd naar de rechtsgevolgen van het wetsvoorstel Wet tegengaan huwelijksdwang voor de sociale zekerheid als polygame huwelijken en kindhuwelijken niet langer worden erkend.

Het doel van het wetsvoorstel Wet tegengaan huwelijksdwang3 dat thans voorligt in de Eerste Kamer is om de huwelijksdwang verder te beteugelen en de erkenning van in het buitenland gesloten huwelijken te beperken tot hetgeen in overeenstemming is met het in Nederland meer algemeen ervaren karakter van het huwelijk. Een van de onderwerpen betreft het inperken van de mogelijkheid van erkenning hier te lande van rechtsgeldig in het buitenland gesloten polygame huwelijken. Een ander onderwerp uit het wetsvoorstel betreft een verbod op het sluiten van een huwelijk met een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt.

In het wetsvoorstel zijn in artikel 10:32 BW de criteria voor weigeringsgronden van erkenning van een buitenlands huwelijk aangescherpt en vastgelegd. Dat betekent dat meer buitenlandse huwelijken niet voor erkenning in aanmerking zullen komen. Dat heeft beperkt gevolgen voor de betaling van sociale zekerheid. Zo wordt voor een nabestaandenuitkering in geval van een erkend polygaam huwelijk de nabestaandenuitkering toegekend aan de echtgenote waarmee betrokkene het eerst gehuwd is. Een uitzondering hierop is geregeld in het bilaterale socialezekerheidsverdrag met Marokko en het bilaterale socialezekerheidsverdrag met Tunesië. Daarin is opgenomen dat de nabestaandenuitkering wordt verdeeld over alle echtgenoten ingeval van een erkend polygaam huwelijk.

Met het wetsvoorstel worden voortaan minder polygame huwelijken erkend. In het geval dat een polygaam huwelijk niet wordt erkend, wordt de nabestaandenuitkering ook in het geval van Marokko en Tunesië niet onder de weduwen verdeeld. De nabestaandenuitkering gaat dan naar de eerste vrouw. Hetzelfde geldt als een echtgenoot overlijdt die na inwerkingtreding van de Wet tegengaan huwelijksdwang in het buitenland is gehuwd met een persoon die de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, die op het moment van overlijden van de ander nog steeds de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft. Dat huwelijk wordt in Nederland niet erkend tot het moment dat beide echtgenoten de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt. Dus als de echtgenoot overlijdt op een moment dat de partner nog onder de achttien is, dan geldt het huwelijk in Nederlandse ogen niet, wordt de partner niet gezien als nabestaande in de zin van de Anw en bestaat ook geen recht op een nabestaandenuitkering. Voor nabestaanden die op dit moment een gedeelde nabestaandenuitkering hebben, verandert het wetsvoorstel niets.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
3

Kamerstukken 33 488.

Naar boven