26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 479 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 november 2012

Uw commissie heeft mij verzocht een reactie te geven op de brief van UWV-Onderdeelcommissie WERKbedrijf (OC) van 23 juli jl. In deze brief vraagt de OC aandacht voor de gevolgen van de forse bezuinigingen op de dienstverlening van met name de werkloze werkzoekenden. De OC gaat in op het tempo van de ontwikkelingen waardoor groepen die onvoldoende kunnen omgaan met digitale dienstverlening niet genoeg ondersteuning krijgen.

In deze brief geef ik u tevens een overzicht van de invulling van de taakstelling UWV en informatie over de stand van zaken van Project 12 van het programma Compacte Rijksdienst. Dit heb ik toegezegd tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Vereenvoudiging regelingen UWV op 23 oktober jl. (Handelingen II 2012/13, nr. 13, behandeling Vereenvoudiging regelingen UWV)

Stand van zaken Redesign UWV Werkbedrijf

Het UWV staat voor de majeure operatie om de fysieke dienstverlening voor werkloze werkzoekenden om te vormen tot een voornamelijk digitale dienstverlening in 2015. Hiertoe is per 1 juli 2012 de Wet SUWI gewijzigd. Hiermee wordt de trend naar digitale dienstverlening van de afgelopen jaren versneld doorgezet. Deze operatie wordt niet via een «big bang» tot stand gebracht, maar via een continu proces dat doorloopt tot 2015. Met deze operatie, Redesign genaamd, gaat een bezuinigingsopgave gemoeid van ongeveer de helft van het budget van UWV Werkbedrijf.

Voor bepaalde klantgroepen kan digitalisering van de dienstverlening op problemen stuiten omdat ze hiervoor (nog) onvoldoende vaardigheden bezitten. Mede daarom is er extra ondersteuning aanwezig op de werkpleinen om deze groepen waar nodig op weg te helpen. Ook beziet het UWV steeds hoe toegankelijkheid en klantvriendelijkheid van de digitale dienstverlening geoptimaliseerd kunnen worden.

Aan het UWV is gevraagd gedurende het gehele proces de voortgang te monitoren en hem daarvan voortdurend op de hoogte te houden, zodat waar nodig maatregelen kunnen worden genomen. In augustus heeft mijn voorganger eenmalig een bedrag van 30 miljoen euro extra ter beschikking gesteld om de persoonlijke dienstverlening tot 2015 geleidelijker af te bouwen.

Het UWV zorgt hiermee voor het volgende:

  • De ondersteuning van 200 medewerkers op de werkpleinen die medio 2013 afgebouwd zou worden, wordt voortgezet tot 2015.

  • Deze medewerkers helpen werkzoekenden bij de e-intake en het gebruik van de werkm@p en voeren maandelijks controle uit op de sollicitatieactiviteiten van niet digivaardigen.

  • Deze medewerkers krijgen op hun beurt ondersteuning van 30 werkcoaches voor de beantwoording van specifieke vragen.

  • Ook worden extra werkcoaches ingezet die zich bezighouden met het verbeteren van de kwaliteit van cv’s. De kwaliteit van matching tussen werkzoekenden en vacatures blijft zo ook in de overgangsfase op peil.

Zowel werkzoekenden als het personeel van het UWV hebben hierdoor meer tijd om te wennen aan digitale dienstverlening. Uw Kamer is hierover reeds geïnformeerd in de Rijksbegroting 2013 (Kamerstukken II 2012–2013, 33 400 XV, nr. 2, pag. 17).

Ik ben van mening dat het UWV op deze wijze meer ruimte heeft om de ombouw van fysieke naar digitale dienstverlening beter te laten aansluiten op de personele afbouw binnen het UWV en er voldoende ondersteuning wordt geboden aan mensen die nog moeite hebben met digitale dienstverlening. Ik wil hierbij benadrukken dat het uitgangspunt blijft dat vanaf 2015 de reguliere dienstverlening afdoende is om de benoemde knelpunten op te vangen.

Stand van zaken invulling taakstelling UWV

Zoals vermeld in de brief van 14 maart 2011 (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 500 XV, nr. 75), telt de algemene taakstelling uit het Regeerakkoord 2010 en voorgaande regeerperioden op de uitvoeringskosten voor de periode 2012–2015 voor het UWV op tot € 299 miljoen. Het begrotingsakkoord 2013 heeft geleid tot een aanvullende algemene taakstelling voor het UWV van € 2 miljoen. Dit brengt de totale algemene taakstelling voor het UWV in de periode 2012–2015 op € 301 miljoen.

De voorgenomen invulling van de algemene taakstelling UWV 2012–2015 is als volgt:

 

2015

 

(X € 1 miljoen)

Besparingen efficiency bij ICT, huisvesting en staf

154

Vereenvoudigen wet- en regelgeving

56

Bijdrage redesign Werkbedrijf aan algemene taakstelling

55

Nog in te vullen taakstelling UWV 2015

36

Totale besparingsopgave UWV 2015

301

Samen met het UWV heb ik aanvullende maatregelen in beeld gebracht die de efficiency verhogen. In totaal verwacht het UWV in 2015 € 154 miljoen te kunnen besparen door lagere kosten voor ICT, huisvesting en staf.

Met het wetsvoorstel vereenvoudiging regelingen UWV en aanpassingen in lagere regelgeving die de uitvoering minder complex maken, verwacht het UWV in 2015 € 56 miljoen te kunnen besparen.

Het Redesign van het UWV Werkbedrijf levert een bijdrage van € 55 miljoen aan het realiseren van de algemene taakstelling. Daarnaast wordt met het Redesign van het UWV Werkbedrijf invulling gegeven aan de specifieke taakstelling van € 100 miljoen op de uitvoeringskosten voor bemiddeling.

Over de voorstellen voor de invulling van het resterende bedrag van € 36 miljoen in 2015 vindt op dit moment ambtelijk overleg plaats. In beeld zijn onder meer aanvullende vereenvoudigingen in wet- en regelgeving. Streven is om eind 2012 te komen tot een concrete invulling.

In de periode 2016–2018 loopt de algemene taakstelling uit het regeerakkoord 2010 voor het UWV verder op met € 39 miljoen. De invulling hiervan zal ik betrekken bij de invulling van de taakstelling voor het UWV volgend uit het nieuwe regeerakkoord.

Stand van zaken Compacte Rijksdienst en project 12

Project 12 Inkomensondersteuning/inkomensvoorziening van het programma Compacte Rijksdienst richt zich op verdere samenwerking tussen Belastingdienst/Toeslagen, SVB, het UWV en DUO. Doelstellingen zijn het besparen op uitvoeringskosten, het verbeteren van de dienstverlening aan burgers en effectievere fraudebestrijding. Op basis van een verkenning in 2011 is in 2012 gestart met het uitwerken en waar mogelijk implementeren van de vervolgacties.

In mei 2012 heeft de minister van BZK u geïnformeerd over de stand van zaken in de Jaarrapportage Bedrijfsvoering Rijk 2011. De actuele stand van zaken is als volgt:

  • De voorgestelde expertisecentra voor ICT, Beveiliging en privacy, Buitenlandse uitvoering en Fraudebestrijding zijn concreet aan de slag gegaan. Voor het op elkaar afstemmen van de digitale dienstverlening van de vier organisaties zijn plannen van aanpak opgesteld en is de implementatie gestart in juli 2012.

  • Voorstellen voor het vereenvoudigen en clusteren van regelingen en het standaardiseren van begrippen worden verder uitgewerkt. Ook worden voorstellen voor het verrekenen van vorderingen en het hanteren van één bankrekeningnummer door burgers in hun relatie met de vier uitvoeringsorganisaties, verder uitgewerkt. Daarbij worden de beleidsmatige effecten in beeld gebracht.

  • Een aantal voorstellen richt zich op het bevorderen van hergebruik van gegevens, onder andere door het verbeteren van de communicatie over GBA-adresgegevens tussen de uitvoeringsorganisaties en gemeenten. Hiervoor zijn plannen van aanpak opgesteld en is de implementatie in juli 2012 gestart.

  • Om de uitvoering efficiënt in te kunnen richten is het van belang om te bezien hoe wet- en regelgeving zoveel mogelijk kan worden gebaseerd op reeds beschikbare gegevens. Het voornemen is om dit principe in de instructies voor het opstellen van wet- en regelgeving sterker onder de aandacht te brengen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L. F. Asscher

Naar boven