26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 460 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 maart 2011

Tijdens het Algemeen Overleg van 17 februari 2011 (Kamerstuk 26 448, nr. 459) heb ik uw Kamer toegezegd op een aantal zaken schriftelijk in te gaan.

Aanleiding voor het AO was de casus van een jongere die voor hulp bij het solliciteren aanklopte bij een werkplein. Op het werkplein is vervolgens kennelijk de onjuiste indruk gewekt dat alleen dienstverlening geboden kon worden als er een uitkering wordt aangevraagd. Dit is niet in overeenstemming met het beleid.

Aantal door UWV en gemeenten geholpen nuggers

Het Kamerlid de heer De Jong vroeg hoeveel burgers die geen uitkering hebben, de afgelopen jaren zijn geholpen. In het bestuursakkoord 2007/2011 zijn met de VNG afspraken gemaakt rond de gezamenlijke doelstelling om de participatie te verhogen. Eén van de afspraken is het activeren door de gemeenten van 35 000 niet uitkeringsgerechtigden (Nuggers) naar werk of maatschappelijke participatie.

In 2008 hebben de gemeenten meer dan 15 000 nuggers geactiveerd (vanuit een re-integratietraject), met als resultaat dat er bijna 1 700 zijn uitgestroomd naar werk en ruim 4 100 via het starten van een re-integratietraject maatschappelijk actief zijn. De cijfers over 2009 waren respectievelijk 18 810, 1970 en 5470.

Naast de gemeenten begeleidt ook UWV nuggers naar werk. In 2008 heeft UWV 12 909 nuggers naar werk geleid, in 2009 9 463 en in 2010 12 884.

Afname administratieve lastendruk op de werkpleinen

Ook wilde de heer De Jong graag weten hoe werkzoekenden en uitkeringsaanvragers de administratieve lastendruk op de werkpleinen ervaren. Op 3 maart jl. heb ik uw Kamer de evaluatie Wet eenmalige gegevensvraag toegezonden (Kamerstukken II, 2010/11, 32 674, nr. 1) . Eén van de conclusies daarvan is dat de administratieve lasten rond de procedure voor het inschrijven als werkzoekende en de aanvraag voor WW of WWB uitkering ten opzichte van 2007 met ruim 35 procent zijn afgenomen.

Onderscheid art. 35 WIA en arbeidsondersteuning Wajong

Het Kamerlid de heer Van Hijum vroeg zich af of een indicatie voor de Wajong strikt genomen nodig is om in aanmerking te komen voor ondersteunende voorzieningen. Had de «lichtere procedure» van artikel 35 WIA niet toegepast kunnen worden?

Artikel 35 WIA is niet gericht op het bemiddelen naar werk, maar op de verstrekking van voorzieningen om dat werk te kunnen (gaan) doen. Voorwaarde is dat er sprake is van een structurele functionele beperking. De voorzieningen kunnen bestaan uit een vervoersvoorziening, hulpmiddelen of een jobcoach.

De arbeidsondersteuning Wajong kan zich richten op meer dan alleen voorzieningen. Bijvoorbeeld ook op bemiddeling naar werk. Voorwaarde is dat UWV de persoon aanmerkt als jonggehandicapte. Doorgaans is dat het geval wanneer iemand niet in staat is meer dan 75 procent van het minimumloon te verdienen. De beoordeling hiervan wordt uitgevoerd in samenhang met het opstellen van het participatieplan, dat een beeld schetst van de toekomstige mogelijkheden van betrokkene op de arbeidsmarkt. Deze beoordeling is over het algemeen meeromvattend dan die voor artikel 35 WIA. Voorbeelden van arbeidsondersteuning zijn (naast bovengenoemde voorzieningen): begeleiding en ondersteuning bij het vinden van werk, een werkaanbod door UWV, een re-integratietraject, scholing of studie.

Artikel 35 WIA staat niet open voor mensen die recht hebben op arbeidsondersteuning op grond van de Wajong. Wie niet jonggehandicapte is, kan door de gemeente naar werk worden begeleid, waarbij voorzieningen op grond van artikel 35 kunnen worden ingezet.

Stoppen «bruto invordering»

Tot slot wil ik ingaan op een tijdens het AO van 9 februari 2011 aan het Kamerlid de heer Ulenbelt gedane toezegging. De heer Ulenbelt bracht de casus naar voren van een mevrouw die ten onrechte 800 euro netto van UWV kreeg, en vervolgens 1 200 euro bruto moest terugbetalen. In de brief van 14 maart jl. over de invulling van de hoofdlijnen taakstelling op het SZW-domein, geeft de Minister van SZW aan dat met deze «bruto invordering» voor de werknemersverzekeringen zal worden gestopt.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

P. de Krom

Naar boven