26 447 Arbeid en zorg

Nr. 54 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2010

Hierbij doe ik u toekomen het rapport «Faciliteiten arbeid en zorg 2009»1, waarin de resultaten zijn gepresenteerd van een door mijn ministerie verricht onderzoek naar cao-afspraken op het vlak van verlofregelingen en arbeidstijden.

Het rapport is een actualisering van het onderzoek «Faciliteiten arbeid en zorg 2007» dat ik u op 19 december 2007 aanbood (bijlage bij kamerstuk 31 200 XV, nr. 61).

Het rapport biedt inzicht in de mate waarin het combineren van arbeid en zorg op het niveau van collectieve arbeidsovereenkomsten wordt ondersteund. Zowel cao-afspraken op het terrein van verlofregelingen als afspraken over (flexibele) arbeidstijden en arbeidsduur zijn in kaart gebracht.

Gezien de toenemende mate waarin de betekenis van flexibele arbeidspatronen wordt onderkend voor een goede combinatie van arbeid en zorg, is het van belang dat het percentage werknemers voor wie cao-regelingen over thuiswerken gelden in de afgelopen twee jaar aanzienlijk is gestegen: van 6 procent in 2007 tot 15 procent in 2009.

Voor 16 procent van de werknemers geldt momenteel een cao waarin aandacht wordt besteed aan flexibele werktijden, grotendeels in samenhang met regelingen over het dagvenster. Het gaat hierbij overwegend om algemene afspraken die een kader bieden voor regelingen op het niveau van individuele bedrijven. In vier cao's is vastgelegd dat de mogelijkheden worden verkend om in een toekomstige cao afspraken te maken over flexibel werken. Dit thema is in dit onderzoek voor het eerst betrokken, zodat nog geen ontwikkeling ten opzichte van voorafgaande jaren kan worden geschetst.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven