26 407 Biodiversiteit

Nr. 69 STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 oktober 2012

Naar aanleiding van mijn brief van 28 september jl. aan uw Kamer over de Nederlandse inzet bij de zesde vergadering der partijen (COPMOP/6) bij het Cartagena protocol inzake bioveiligheid (Kamerstuk 26 407, nr. 68), heeft de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie mij op 28 september jl. verzocht om een aanvullend punt op te nemen in de inzet van Nederland op deze vergadering, namelijk om het Franse onderzoek of een genetisch gemodificeerde maïssoort tot kanker leidt (zie http://www.nu.nl/wetenschap/2914647/frankrijk-erg-bezorgd-gen-mais.html) aan de orde te stellen en om daarbij in te zetten op langjarige testen met genetisch gemodificeerde organismen (ggo’s) i.p.v. de nu gebruikelijke tests van drie maanden.

Het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid heeft de bescherming van het milieu tot doel en stelt regels aan de grensoverschrijdende verplaatsing van ggo’s. De partijen bij het protocol van Cartagena komen bijeen om verdere afspraken te maken over de uitvoering van het protocol. Daarbij wordt ook gesproken over de wijze waarop de milieurisicobeoordeling van ggo’s wordt uitgevoerd.

Het onderzoek waar u naar verwijst gaat over voedselveiligheid en dat is geen onderwerp bij deze bijeenkomst. Voedselveiligheid wordt op mondiaal niveau besproken bij de Codex Alimentarius en niet onder het Protocol van Cartagena inzake bioveiligheid. Tegen deze achtergrond acht ik het niet opportuun om bij COPMOP/6 deze kwestie aan de orde te stellen.

Voor verdere informatie over dit onderwerp verwijs ik u naar de door u gevraagde reactie op het artikel op nu.nl over onderzoek naar een genetisch gemodificeerde maïssoort en kanker (http://www.nu.nl/wetenschap/2914647/frankrijk-erg-bezorgd-genmais.html) die u, ten behoeve van het AO Gewasbeschermingsmiddelen, uiterlijk 3 oktober a.s. zult ontvangen.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma