26 407 Biodiversiteit

Nr. 148 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 augustus 2023

Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, over de voortgang op mijn voornemen om alle financieringsstromen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in lijn te brengen met natuur en biodiversiteit. In het Commissiedebat van 13 april 2022 (Kamerstuk 26 407, nr. 140) over de Nederlandse inzet bij het VN Biodiversiteitsverdrag (CBD) deed ik de toezegging om de resultaten te delen en ook andere departementen op te roepen eenzelfde onderzoek te starten.

Tijdens de top van de CBD in Montréal in december 2022 heeft Nederland zich gecommitteerd aan 23 targets van het Global Biodiversity Framework (GBF). Conform motie Jetten-De Groot heeft Nederland in de onderhandelingen ingezet op een ambitieus raamwerk voor het GBF. Het GBF stelt met targets 14, 18 en 19 als doel om alle financiële stromen in lijn te brengen met biodiversiteit vanuit een «whole-of-government approach». Deze afspraken komen voort uit het VN-biodiversiteitsverdrag (1992) en zijn in Montréal uitgebreid, aangescherpt en herbevestigd. Target 14 betreft het «mainstreamen» van biodiversiteit in alle beleidsprocessen en publieke fiscale en financiële stromen. Target 18 betreft het vóór 2025 identificeren van instrumenten die mogelijk schadelijk zijn voor natuur en biodiversiteit, en het vóór 2030 elimineren, uitfaseren of aanpassen daarvan. Target 19 betreft het doen toenemen van financiële middelen voor implementatie van de nationale plannen ter implementatie van het GBF (de zogenaamde NBSAPs: National Biodiversity Strategy and Action Plans).

Voor bovenstaande targets kan ik u mededelen dat een begin is gemaakt door een quickscan te laten uitvoeren naar de effecten van het LNV-instrumentarium op natuur en biodiversiteit. Hoewel de quickscan geen volledig onderzoek betreft, heb ik wel gevoel kunnen ontwikkelen voor de opgave. Op basis van de LNV-begroting van 2022 is voor 34 instrumenten een inventarisatie gedaan naar de effecten «mogelijk positief», «mogelijk minder druk veroorzakend / beschermend», «mogelijk schadelijk» en »neutraal». Deze selectie is gemaakt omdat het vraagstuk naar zijn aard groot is en een pragmatische en lerende aanpak wenselijk is. Van de 34 regelingen die zijn bekeken, blijken 12 regelingen elementen te bevatten met kans op schade voor natuur en biodiversiteit. Dit is een serieuze uitkomst en geeft reden om een vervolgonderzoek in te stellen en verdere verbeteringen door te voeren.

We bevinden ons nu in een tijd van transitie, waarbij opgaven met betrekking tot stikstof, klimaat, waterkwaliteit, natuur en biodiversiteit steeds belangrijker worden. Veel van de onderzochte instrumenten zijn historisch gezien met andere doelen ingesteld. Uit de quickscan komt naar voren dat LNV bij al deze instrumenten de afgelopen jaren al stappen heeft gezet om ongewenste neveneffecten op natuur en biodiversiteit te voorkomen. Tegelijkertijd is verdergaande verbetering nodig. Voor de instrumenten waarvan in de quickscan is aangegeven dat ze mogelijk schadelijk effect op natuur en biodiversiteit hebben, is nadere analyse nodig. Het ziet ernaar uit dat het vaak instrumenten zijn, die uitnodigen tot verdere landbouwintensivering of tot het in stand houden van die intensiteit. Tegelijkertijd kunnen die instrumenten ook weer elementen bevatten die bijdragen aan onder meer natuur- en biodiversiteitsdoelen. Zie in dat verband bijvoorbeeld de subsidie tot behoud van grasland. Uit de quickscan blijkt dat deze enerzijds een mogelijk beschermend effect heeft, omdat het voorkomt dat grasland wordt omgezet naar maïsland en zo de druk op natuur en biodiversiteit en waterkwaliteit verlaagt, en anderzijds mogelijk een belemmering is voor de omschakeling naar minder negatieve teelten. Nader onderzoek kan in beeld brengen wat het werkelijke effect is.

Ter uitvoering van de afgesproken GBF-targets 14, 18 en 19, zal ik samen met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de regelingen uit de quickscan nader laten onderzoeken, met de bedoeling dat instrumenten niet alleen minder schadelijke effecten hebben, maar juist ook een positieve impact hebben op natuur en biodiversiteit. Daarnaast zal ik, eveneens ter uitvoering van deze targets, de scope van de inventarisatie uitbreiden naar alle financiële stromen van LNV die relevant zijn voor biodiversiteit. Hiervoor laat ik een aanpak ontwikkelen die Rijksbreed toepasbaar is en aansluit bij een speciaal voor dit doel opgestelde OECD-methode. Ik streef ernaar om het geheel van het LNV-onderzoek af te ronden in het voorjaar van 2025. Zowel het verdiepende onderzoek in vervolg op de quickscan als het verdiepende onderzoek naar alle overige LNV financiële stromen zijn langer lopende trajecten. Ik streef ernaar om in het voorjaar van 2024 aan uw Kamer een tussentijdse stand van zaken te sturen.

Parallel aan het verdiepende onderzoek wil ik echter ook alvast aan de slag met de eerste aanbevelingen uit de quickscan om verbeteringen door te voeren voor natuur en biodiversiteit. Dit past binnen de aangehaalde targets. We hebben immers ook al uit deze quickscan veel geleerd en kunnen hier nu al mee aan de slag. Dit najaar laat ik uw Kamer weten wat we op basis van de quickscan met de onderzochte regelingen zouden kunnen gaan doen.

Daarnaast blijf ik in gesprek met de andere departementen over het gezamenlijk aanpakken van de vergroening van financiële stromen zoals die voortvloeit uit het GBF. Deze Rijksbrede vergroeningsopgave komt ook terug in het Nederlandse NBSAP; om de GBF-targets te halen, staan alle overheden gezamenlijk aan de lat. Het kabinet heeft aan de Tweede Kamer toegezegd om in 2024 het Nederlandse NBSAP aan de Tweede Kamer toe te sturen. Ook de andere EU-landen werken aan hun NBSAPs of hebben die al afgerond. Ten slotte stuurt LNV op meer integrale afwegingen bij maatschappelijke opgaven en de bijbehorende instrumenten. Op 29 maart jl. is bijvoorbeeld Rijksbreed het Beleidskompas ingevoerd, een (nieuwe) centrale werkwijze voor beleidsvoorbereiding die het voormalige Integraal Afwegingskader (IAK) vervangt. Door het Beleidskompas toe te passen, wordt een zorgvuldig en integraal beleidsproces geborgd, met daarbij oog voor alle belanghebbenden. Zo stimuleert het Beleidskompas om gevolgen van nieuw beleid en wetgeving goed in kaart te brengen, zoals de impact op natuur en biodiversiteit.

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink

Naar boven