26 396 Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR

Nr. 94 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 29 mei 2012

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 29 mei 2012 inzake de evaluatie van het project Fennek Medium Range Anti Tank en Algemene Dienst (MRAT/AD) (Kamerstuk 26 396, nr. 93).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 14 oktober 2011. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Van Beek

De griffier van de commissie, De Lange

1

Hoeveel zou het jaarlijks kosten om de overtollige voertuigen in opslag te doen?

De opslag van de veertig overtollige Fenneks gedurende één tot twee jaar leidt niet tot extra uitgaven. Het afstotingsdepot in Vriezenveen kan de voertuigen in luchtbehandelde loodsen opslaan.

Opslag voor een langere periode (vijf jaar en meer), met het oogmerk de voertuigen daarna weer operationeel te kunnen inzetten, leidt wel tot kosten. In de onderstaande tabel zijn deze kosten weergegeven. De bedragen gaan uit van het gereed maken voor opslag, opslag gedurende vijf jaar en het weer gereed maken voor gebruik.

Kostenpost

Per voertuig

40 voertuigen

Opmerkingen

Gereed maken voor opslag

€ 10 000

€ 400 000

Preventief onderhoud en preserveren

Onderhoud tijdens opslag

€ 2 500

€ 100 000

Jaarlijkse inspectie

Gereedmaken voor gebruik

€ 12 500

€ 500 000

Preventief onderhoud en de-preserveren

Totaal

 

€ 1 000 000

 

2

Het projectbudget voor de Fennek MRAT/AD is binnen het budget gebleven. Dat is opmerkelijk, gezien de ervaring met andere meerjarige defensiematerieelprojecten. Welke positieve lessen zijn geleerd van het Fennek-project waar in de toekomst ook bij andere projecten mee rekening kan worden gehouden?

Het is gebruikelijk dat projectbudgetten worden geraamd in de behoeftestellingsfase (A-fase). Omdat deze raming plaatsvindt vóór de marktverkenning komt het nogal eens voor dat ná de marktverkenning de raming moet worden herzien. Het Fennek MRAT/AD-project maakte deel uit van het overkoepelende project «Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR». Pas in de verwervingsvoorbereidingsfase (D-fase) is een deel van het totale budget van dit overkoepelende project toegewezen aan het deelproject Fennek MRAT/AD, waarmee dit deelproject gevrijwaard bleef van een herziening van de raming. Een tweede reden voor het uitblijven van budgetoverschrijding is dat de Fennek MRAT/AD-voertuigen afgeleide versies zijn van het eerder ontwikkelde Fennek Licht Verkennings- en Bewakingsvoertuig (LVB). De verschillen met de LVB-voertuigen waren gering waardoor het ontwikkelingsrisico laag was.

3

Kunt u toelichten of het eventueel voordeliger is om de 40 overtollige Fennek voertuigen te gebruiken voor reserveonderdelen of dat het voordeliger is deze af te stoten?

De Kamer zal hierover in een afzonderlijke brief worden geïnformeerd.

4 en 5

Wat is het huidige niveau van inzetbaarheid van de Fennek en wat is het gewenste niveau?

Kunt u een overzicht geven van de feitelijke inzetbaarheid van Fenneks in 2011, onderverdeeld naar de types?

De norm voor de inzetbaarheid is 80 procent. De werkelijke inzetbaarheid van de Fennek bedraagt nu 67 procent en bedroeg over 2011 gemiddeld 60 procent. Er zijn hierbij geen grote verschillen tussen de typen.

6

Zijn de reserveonderdelen voor de Fennek blijvend duurder dan voorzien? Zo ja, in hoeverre?

Ja, naar verwachting zal de prijs om twee redenen hoger blijven dan was voorzien. Ten eerste zijn de meeste onderdelen alleen geschikt voor de Fennek en kunnen zij niet voor andere voertuigen worden gebruikt. Daarnaast blijft de afzetmarkt voor deze onderdelen beperkt tot de twee landen die Fenneks gebruiken, te weten Nederland en Duitsland. Door de kleinere aantallen is de stuksprijs van reservedelen relatief hoog.

7

Kunt u uiteenzetten of de levering van reserveonderdelen als gevolg van een afroepcontract uit 2009 op gang gekomen is?

Ja. De levering van reserveonderdelen geschiedt volgens de afspraken en de leverancier houdt zich aan de overeengekomen levertijden.

8

Wordt bij nieuwe materieelverwervingsprojecten nog steeds de keuze gemaakt voor een klein initieel reservedelenpakket?

In de regel berust de omvang van het initiële reservedelenpakket op het verwachte verbruik gedurende de eerste drie jaar. Indien bij een investeringsproject een budgetoverschrijding dreigt, is de vermindering van de initiële reservedelenvoorraad één van de mogelijkheden om de overschrijding te voorkomen. De ervaringen met de Fennek-voertuigen hebben echter het belang van een toereikende reservedelenvoorraad nog eens aangetoond. Defensie houdt daar rekening mee.

Naar boven