26 396 Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR

Nr. 87 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 7 juni 2011

De vaste commissie voor Defensie1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 21 april 2011 inzake de twaalfde jaarrapportage over het project «Vervanging Pantservoertuigen M577 en YPR» (Kamerstuk 26 396, nr. 86).

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 1 juni 2011. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Van Beek

De adjunct-griffier van de commissie,

Lemaier

1

In hoeverre kan de CV-90 de rol van de Leopard tank overnemen? Tot welke operationele beperkingen zou dit kunnen leiden?

De CV-90 kan de rol van de Leopard gevechtstank voor een deel overnemen. De CV-90 levert echter minder vuurkracht en bescherming dan de Leopard. Het verlies aan vuurkracht wordt gedeeltelijk opgevangen door de Medium Range Anti Tank (MRAT) eenheden. Ook de Apache-gevechtshelikopter en het F-16 jachtvliegtuig kunnen een deel van de rol van de tank overnemen.

2, 3, 4, 5 en 40

Is het waar dat Duitsland vanwege bezuinigingen een significante reductie van het aantal te verwerven Boxers overweegt? Zo ja, wat kunnen de gevolgen zijn voor de stuksprijs voor Nederland en de omvang van de industriële participatie?

Welke besparing zou een halvering van het aantal te verwerven Boxers met zich meebrengen op het gebied van investeringen en exploitatie?

Welke besparing zou het afzien van de verwerving van de Boxer met zich mee brengen op het gebied van investeringen en exploitatie?

Bieden de tot dusver gesloten contracten met betrekking tot de Boxer ruimte om het aantal te verwerven voertuigen te reduceren, zonder dat dit tot extra kosten leidt die de leverancier in rekening brengt?

Met welke kosten zou ontbinding van het contract m.b.t. de aanschaf van de Boxer gepaard gaan? Welke schadevergoeding is dan aan de orde? Welke specifieke bepalingen zijn hierover in het contract opgenomen en hoe luiden deze?

Duitsland en Nederland hebben samen door tussenkomst van het wapenagentschap OCCAR een productiecontract gesloten met het ARTEC-consortium voor de verwerving van de Boxer. Het contract biedt de mogelijkheid de aantallen te verminderen of de verwerving te annuleren maar dit heeft kosten tot gevolg. Zo moet het land dat een bestelling geheel of gedeeltelijk annuleert, de kosten voor de fabrikant vergoeden zoals winstderving, annuleringskosten van onderleveranciers en kosten van aangeschafte grondstoffen en productiemiddelen. Het is mij niet bekend dat Duitsland een vermindering van het aantal Boxers zou overwegen. Omdat de behoefte aan Boxers niet ter discussie staat, is geen onderzoek gedaan naar de omvang van de genoemde kosten.

6 en 48

Waarom is bij het Boxer-project slechts sprake van een herfasering in het kader van de maatregelen van de Beleidsbrief, en wordt niet bezuinigd op het Boxer-project? Voorziet de Boxer in een urgente operationele behoefte die niet op een andere wijze ingevuld kan worden?

Hoe verhoudt de operationele behoefte aan 200 Boxers zich tot de instroom van inmiddels 86 Bushmasters, alsmede de CV-90? In hoeverre kunnen de Bushmasters en CV-90's de taken en capaciteiten van de Boxer overnemen?

De 200 Boxers voorzien in de behoefte aan gepantserde capaciteiten op de gebieden van commandovoering, gewondenvervoer, logistiek en genie. De Bushmasters en de CV-90 leveren deze capaciteiten niet. Deze voertuigen voorzien in andere behoeften. De Bushmasters waar Nederland over beschikt zijn ingericht voor het vervoer van personeel en voor een aantal specifieke genietaken. De CV-90 wordt ingezet als gevechtsvoertuig.

Defensie heeft zoals vermeld in vraag 48 in totaal 86 Bushmasters aangeschaft. Tien van deze voertuigen zijn echter verloren gegaan in Afghanistan zodat Defensie nu beschikt over 76 Bushmasters.

7, 8, 12, 13, 15 en 20

Wat is het gewenste niveau van inzetbaarheid van de Fennek?

Kunt u een overzicht geven van de feitelijke inzetbaarheid van Fenneks in 2009 en 2010, onderverdeeld naar de types, en dit voortaan ook standaard in de jaarrapportage opnemen?

Wanneer kan de Kamer de evaluatie van de aanschaf van de Fennek (E-brief) dit jaar uiterlijk tegemoet zien?

Kunt u uiteenzetten welke gevolgen de beschikbaarheid van reserveonderdelen in 2012 heeft voor de inzetbaarheid van de CV-90 in de komende periode

Wat is het gewenste niveau van inzetbaarheid van de CV-90?

Kunt u een overzicht geven van de feitelijke inzetbaarheid van de CV-90 in 2009 en 2010 en dit voortaan ook standaard in de jaarrapportage opnemen?

Hoe kan het zijn dat de initiële reservedelenvoorraad van de CV-90 niet toereikend bleek te zijn de eerste drie jaar na ingebruikname?

Bij de Fennek is het gewenste inzetbaarheidspercentage minimaal 80. De werkelijke inzetbaarheid van de Fennek bedroeg in 2009 gemiddeld ongeveer 60 procent en in 2010 gemiddeld ongeveer 55 procent. Er waren geen grote verschillen tussen de verschillende typen van de Fennek.

Bij de levensduurkostenanalyse van de CV-90 is uitgegaan van een inzetbaarheid van minimaal 70 procent. Omdat de geautomatiseerde ondersteuning van de onderhoudsorganisatie pas gedurende de invoering van de CV-90 is ingericht is op dit moment geen exact inzetbaarheidspercentage te geven. Niettemin is het aannemelijk dat de inzetbaarheid tot onder de 70 procent is gedaald als gevolg van de problemen met de exploitatiebudgetten. De initiële reservedelenvoorraad van de CV-90 voor de eerste drie jaar is bepaald op grond van een analyse van de fabrikant. Voor een aantal onderdelen bleek deze voorraad ontoereikend. Zoals uiteengezet in het antwoord op vraag 54 zal de reservedelenvoorraad in 2012 aanzienlijk verbeteren. Dit zal een positief effect hebben op de inzetbaarheid.

Overigens zegt een inzetbaarheidspercentage van de CV-90 niet alles over de bruikbaarheid van het aantal voertuigen. Niet alle functionaliteiten van de CV-90 zijn voor elke vorm van gebruik noodzakelijk. Zo staat een voertuig met een defect aan het kanon te boek als niet inzetbaar, maar kan het gewoon worden gebruikt voor het grootste deel van het opleidings- en trainingsprogramma. Bij de Fennek is dit aspect minder relevant omdat dit voertuig minder functionaliteiten heeft.

In de jaarrapportages van het project Vervanging pantservoertuigen wordt gerapporteerd over de verwerving en invoering van drie typen voertuigen: de Fennek, de CV-90 en de Boxer. De inzetbaarheid komt aan de orde vanwege het verband met de ingebruikneming. Ten aanzien van de Fennek geldt dat het verwervings- en invoeringsproces dit jaar wordt afgesloten met de evaluatie (E-fase). De Kamer zal de E-brief nog voor het einde van dit jaar ontvangen. In de volgende jaarrapportage zal ik daarom niet meer terugkomen op de Fennek of de inzetbaarheid daarvan. Wel zal ik te zijner tijd in overeenstemming met het Defensie Materieel Proces in het jaarverslag van Defensie rapporteren over de gebruikservaringen met de Fennek. In de volgende jaarrapportage van het project Vervanging pantservoertuigen zal ik wel ingaan op de inzetbaarheid van de CV-90 voor zover die relevant is voor de invoering van dit voertuig.

9 en 19

Zijn de reserveonderdelen voor de Fennek blijvend duurder dan voorzien?

Kunt u duidelijker uiteenzetten hoe het komt dat het budget ontoereikend was, de reservedelen beduidend duurder werden en de hersteltijden langer bleken te zijn?

Naar verwachting zullen de reservedelen voor de Fennek duurder blijven dan aanvankelijk was voorzien. De meeste reservedelen voor de Fennek zijn alleen geschikt voor dit voertuig en kunnen niet voor andere voertuigen worden gebruikt. Het totale aantal geproduceerde Fenneks is kleiner dan verwacht omdat alleen Duitsland en Nederland dit voertuig hebben aangeschaft. Door de kleinere aantallen komt de stuksprijs van de reservedelen hoger uit.

Veel reparaties aan clusters van onderdelen (line replaceable units), zoals de motor van de Fennek, worden uitgevoerd door de leverancier. Kort na de ingebruikname werd duidelijk dat de leverancier daarvoor veel tijd nodig had. De gemiddelde reparatietijd is verkort doordat Defensie meer herstelwerkzaamheden zelf is gaan uitvoeren.

10

Kunt u uiteenzetten waarom de levering van reserveonderdelen als gevolg van een afroepcontract uit 2009 pas in juni 2011 op gang komt?

Een afroepcontract houdt in dat Defensie gedurende de looptijd van dit contract nieuwe bestellingen kan doen. In 2010 is enkele maanden een verplichtingenpauze van kracht geweest die ook betrekking had op eerder gesloten afroepcontracten. In die periode konden geen reservedelen worden besteld. Verder kennen enkele reservedelen lange levertijden, oplopend tot een jaar. Dit heeft tot gevolg dat veel reservedelen die vorig jaar zijn besteld pas in de loop van dit jaar worden geleverd.

11

Wat zijn de operationele ervaringen die met de Fennek zijn opgedaan in Afghanistan?

De Fennek heeft goed voldaan aan de operationele eisen van de inzet in Afghanistan. Wel bleken extra beschermingsmaatregelen voor het personeel nodig. Het gaat daarbij ondermeer om versteviging van de voertuigbodem.

16

Waarom bleken er nog modificaties nodig te zijn aan 72 CV-90 voertuigen? Wat is er aan de voertuigen verbeterd en tot welke meerkosten heeft dit geleid?

Bij de levering van de eerste voertuigen waren de ontwikkeling en de kwalificatie van de Nederlandse modificaties aan de CV-90 nog niet voltooid. Met een modificatieprogramma worden alle CV-90’s op de juiste standaard gebracht. Deze gang van zaken was voorzien en leidt niet tot meerkosten voor Defensie.

17, 30 en 32

Is de leverancier inmiddels alle contractuele afspraken rond levering van onderdelen en opleidingen nagekomen en wat zijn de verwachtingen op dit punt voor de toekomst?

Hoe staat het momenteel met de onderhoudscapaciteit van de CV-90? Is deze nog steeds onvoldoende?

Wanneer kan Defensie zonder ondersteuning van de leverancier het onderhoud volledig uitvoeren?

De leverancier van de CV-90 is inmiddels de afspraken over opleidingen en over de levering van onderdelen, documentatie en speciale gereedschappen vrijwel geheel nagekomen. Enkele kleine punten moeten nog worden opgelost en de verwachtingen van Defensie met het oog op de toekomst zijn positief. De leverancier biedt ondersteuning aan de eenheden die de CV-90 gebruiken en hierdoor nemen de vaardigheden van het onderhoudspersoneel toe. De onderhoudscapaciteit van Defensie voor de CV-90 is inmiddels voldoende voor het middenniveau onderhoud.

Voor het hoger onderhoud aan de CV-90 streeft Defensie naar een samenwerking met de industrie waarbij routinetaken zoals jaarlijkse onderhoudsbeurten volledig worden uitbesteed. Een deel van het hoger onderhoud voert Defensie zelf uit om strategische kennis te behouden. Op die manier kan Defensie een volwaardige gesprekspartner blijven van de industrie als smart buyer en smart maintainer.

18

Hoeveel pantservoertuigen die uit Afghanistan terug zijn gekomen hebben langdurig onderhoud nodig en hoeveel gaat dit Defensie kosten? Is er niet geanticipeerd op de hoge onderhoudskosten als gevolg van de missie in Afghanistan?

Na de beëindiging van de bijdrage aan ISAF in Uruzgan zijn dertig Fenneks teruggekomen uit Afghanistan. Al deze voertuigen hebben langdurig onderhoud nodig als gevolg van intensief gebruik en hoge slijtage. De geschatte kosten hiervan bedragen € 4 miljoen, waarvan 90 procent ten laste komt van HGIS en 10 procent van de reguliere defensiebegroting. In de raming van de redeployment uit Zuid-Afghanistan is met deze herstelkosten rekening gehouden.

21

Wat is de reden voor het disfunctioneren van de oude FAPDS-munitie? Levert de leverancier 25 000 stuks munitie kosteloos ter vervanging van de oude, of is bedoeld dat de leverancier geen meerkosten rekent bij de verkoop van 25 000 stuks nieuwe munitie?

In het contract over de CV-90 was de eis opgenomen dat dit voertuig de oude 35mm FAPDS-munitie zou kunnen verschieten. Aan deze eis is niet voldaan omdat de munitietoevoer voor dit type granaten onvoldoende betrouwbaar bleek. Met de leverancier is overeen gekomen dat hij kosteloos 25 000 stuks nieuwe 35mm-munitie levert.

22, 23, 24, 34, 35, 47, 67 en 70

Kunt u uitvoeriger ingaan op de precieze oorzaak van de vertragingen die zijn ontstaan in het ontwikkel- en kwalificatietraject van de Boxer?

Wat is de reden dat het basisvoertuig een te lage betrouwbaarheid heeft? Waarin uit zich dat?

Hoe gaat u bewerkstelligen dat Nederland tussen 2012 en 2016 betrouwbare Boxers geleverd krijgt?

Kunt u uitvoeriger ingaan op de precieze oorzaak van de vertragingen die zijn ontstaan in het ontwikkel- en kwalificatietraject van de Boxer?

Wat is de reden dat het basisvoertuig een te lage betrouwbaarheid heeft? Waarin uit zich dat?

Naar verwachting zal de kwalificatie van de drive module in het begin van 2012 zijn voltooid, terwijl de levering van de eerste Nederlandse Boxer in mei 2012 wordt verwacht. In hoeverre is het praktisch en effectief om de mission module samen met de driver module te kwalificeren?

Wat kunt en gaat u doen om verdere vertraging in het Boxer-programma te voorkomen?

Welke beheersmaatregelen kunnen genomen worden om de dreigende budgetoverschrijding bij de Boxer te mitigeren?

Het ontwikkelings- en kwalificatietraject van de Boxer is vertraagd doordat de industrie niet in staat bleek alle activiteiten binnen de daarvoor gestelde termijn uit te voeren. Daarnaast kwamen tijdens het kwalificatieproces problemen aan het licht en moet voor de oplossing daarvan opnieuw een kwalificatie worden uitgevoerd. Het gaat om problemen met enkele onderdelen en met de voertuigsoftware.

Momenteel wordt in een aantal Duitse voertuigen technische verbeteringen aangebracht, waarna in de tweede helft van dit jaar met het basisvoertuig opnieuw beproevingen worden uitgevoerd. Volgens planning zal de kwalificatie van het basisvoertuig begin 2012 zijn voltooid. Ook bij de missiemodules zijn de beproevingen nog niet klaar. Pas na de voltooiing van alle beproevingen is de Boxer gekwalificeerd voor seriematige levering.

Defensie wil verdere vertragingen van het Boxer-programma voorkomen. De planning en de beheersing van het kwalificatieprogramma worden daarom verbeterd. Ook is onlangs een plan gepresenteerd om de logistieke ondersteuning te verbeteren. De resultaten van al deze activiteiten worden betrokken bij de lopende onderhandelingen over de contractaanpassing.

Om de voortgang te volgen houden Nederland en Duitsland regelmatig besprekingen op directieniveau. Daarnaast bespreken de projectmanagers maandelijks de knelpunten tijdens een bijeenkomst van alle partijen inclusief de moederbedrijven van het ARTEC-consortium. Daarmee kan snel worden gereageerd op nieuwe ontwikkelingen of tegenvallers in het programma.

25, 26, 28, 37, 38 en 68

Wat zijn de financiële consequenties van de vertraging van de Boxer?

Wordt Nederland gecompenseerd door de leverancier voor de hierdoor ontstane vertraging? Zo ja, hoe en hoeveel? Zo nee, waarom niet en wat is dan de «schade»?

Wat is de omvang van de vertraging en wat zijn de precieze financiële consequenties van deze verdere vertraging in het Nederlands programmadeel van de Boxer?

Wat is de omvang van de vertraging en wat zijn de precieze financiële consequenties van deze verdere vertraging in het Nederlands programmadeel van de Boxer?

Wordt Nederland gecompenseerd door de leverancier voor de hierdoor ontstane vertraging? Zo ja, hoe en hoeveel? Zo nee, waarom niet en wat is dan de «schade»?

Zijn met de leverancier van de Boxer nadere afspraken gemaakt? Is met de leverancier van de Boxer een tegenprestatie afgesproken?

Met de leverancier wordt onderhandeld over een aanpassing van het contract en over een nieuw leveringsschema. De financiële consequenties van de vertraging van de Boxer zijn nog niet vast te stellen. Een belangrijke factor daarbij zijn de extra exploitatiekosten van de te vervangen YPR en M577-voertuigen als gevolg van het langere gebruik. Deze extra kosten zijn lastig te schatten omdat de voertuigen aan het einde van hun technische en economische levensduur zijn waardoor vaker onvoorspelbare defecten optreden. In het Boxer-contract is een boeteclausule opgenomen voor vertragingen die een bepaalde termijn overschrijden.

27 en 39

Wat is de reden dat gedurende het project nog dusdanige wijzigingen worden doorgevoerd die leiden tot vertraging en een dreigende forse budgetoverschrijding?

Wat is de reden dat gedurende het project nog dusdanige wijzigingen worden doorgevoerd die leiden tot vertraging en een dreigende forse budgetoverschrijding?

Sinds de eerste formulering van de eisen zijn nieuwe inzichten ontstaan. Zo is bijvoorbeeld de standaardbepakking van de militair met scherfvest omvangrijker dan enige jaren geleden. Dit stelt onder meer andere eisen aan de afmetingen van luiken. Over de uiteindelijke kosten van de veranderingen wordt nog onderhandeld.

29, 42, 45, 46 en 71

Hoe groot zou de overschrijding van het budget zijn op grond van de in maart 2011 ontvangen offertes?

Wanneer neemt u een besluit over de offertes en wanneer en op welke wijze wordt de Kamer hierover geïnformeerd?

Kunt u nader ingaan op de dreigende overschrijding van het budget voor de technische oplossingen van het groot pantserwielvoertuig? Met welke insteek zal Defensie met de industrie onderhandelen en hoeveel geld zou er vanuit de projectreserve eventueel moeten komen?

Hoe groot zou de overschrijding van het budget zijn op grond van de in maart 2011 ontvangen offertes?

Kunt u de Kamer informeren over de nu al bekende potentiële overschrijding op basis van de voorliggende offertes? Wanneer verwacht u de Kamer te kunnen informeren over de daadwerkelijke overschrijding die resulteert na de gevoerde onderhandelingen?

Pas nadat de onderhandeling met de industrie over een aangepast contract en een aangepast leveringsschema zijn voltooid kan ik meer duidelijkheid geven over het benodigde budget. Ik verwacht een principeakkoord in het midden van 2011 waarna de contracten in de tweede helft van 2011 zullen worden aangepast. Ik zal de Kamer hierover informeren met de dertiende jaarrapportage of eerder indien dit haalbaar is.

31

Kunt u uitgebreider ingaan op de technische problemen van de CV-90 die aan het licht zijn gekomen, voornamelijk het wapensysteem en de koepel van de commandant?

De technische problemen deden zich voor in het eerste jaar van invoering en staan beschreven in de elfde jaarrapportage (Kamerstuk 26 396, nr. 79 van 27 april 2010). De problemen zijn opgelost en er hebben zich geen nieuwe problemen voorgedaan.

33, 36, 41 en 44

In hoeverre worden de mogelijkheden onderzocht om het onderhoud en de instandhouding van de CV-90 en de Boxer met andere landen vorm te geven?

Welk deel van het basisvoertuig is specifiek Nederlands? Hoeveel eigen specificaties heeft Nederland gesteld in vergelijking met Duitsland en wat zijn de meerkosten daarvan?

In hoeverre bemoeilijken de eigen specificaties die Nederland gesteld heeft bij de Boxer de mogelijkheden tot samenwerking met Duitsland?

Wat is de stand van zaken en welke resultaten zijn geboekt inzake de Duits-Nederlandse voornemens tot samenwerking op het gebied van gezamenlijke instandhouding van de Boxer?

Voor de samenwerking bij de instandhouding van de Boxer hebben Duitsland en Nederland in 2009 een Memorandum of Understanding ondertekend. Tijdens recent ambtelijk overleg hebben Duitsland en Nederland de intentie tot samenwerking nogmaals bevestigd. Op dit moment moeten beide landen veel aandacht geven aan de oplossing van de ontwikkelingsproblemen en de start van de productie. In de tweede helft van dit jaar echter zal de aandacht kunnen verschuiven naar de instandhouding en de mogelijkheden voor samenwerking daarbij. Het Nederlandse basisvoertuig is identiek aan het Duitse voertuig en van meerkosten van het Nederlandse basisvoertuig is dan ook geen sprake. De missiemodules berusten op nationale eisen en zijn daarom enigszins verschillend, maar bij zowel het basisvoertuig als de missiemodules is samenwerking mogelijk.

Voor internationale samenwerking bij de instandhouding van de Nederlandse CV-90’s bestaan naar verwachting vooral mogelijkheden met de industrie. Andere landen beschikken over slechts kleine aantallen van vergelijkbare CV-90’s of over oudere, sterk afwijkende versies waardoor samenwerking weinig voordelen zou opleveren.

43

Waarom was het project C4I-Boxer tot op heden een los project en geen onderdeel van het totale Boxer-project c.q. het groot project pantservoertuigen?

Bij het begin van het project «C4I-Boxer» was het vanwege de snelle ontwikkelingen op dit gebied nog niet mogelijk de specificaties voor het commandovoeringssysteem gedetailleerd vast te stellen. Daarom is toentertijd gekozen voor gescheiden projecten zonder de onderlinge samenhang uit het oog te verliezen. Inmiddels zijn de eisen echter wel vastgesteld en kunnen beide projecten worden samengevoegd.

49

Wat zijn de te verwachten extra kosten van IED-bescherming voor de Boxer? Zijn de verbeteringen die in het basisvoertuig zijn aangebracht voldoende, of zijn aanvullende investeringen noodzakelijk?

De aanpassingen aan het basisvoertuig zijn inmiddels goedgekeurd en de kosten daarvan staan vast. Een en ander zal worden verwerkt in de contractaanpassing in de tweede helft van dit jaar. De noodzaak van aanpassingen aan de missiemodules wordt nog bezien.

50, 51 en 53

Wat is de contractueel verplichte prijsstijging van de CV-90 over 2010?

Wat is de verklaring voor het feit dat de leverancier ruim € 28 miljoen minder in rekening brengt voor prijsstijgingen dan waar Defensie in het projectbudget rekening mee heeft gehouden?

Is het bij andere projecten dan de CV-90 ook denkbaar dat er grote mee- en tegenvallers ontstaan als gevolg van verschillen tussen de geraamde prijsescalatie en de door de leverancier in rekening gebrachte prijsescalatie? Zo nee, waarom is voor CV-90 deze afwijkende systematiek overeen gekomen? Zo ja, kunt u een overzicht geven van alle projecten in 2010 waarbij deze verschillen ook zijn opgetreden?

Jaarlijks past Defensie de budgetten aan van alle projecten aan het prijspeil van het lopende jaar. De aanpassing berust op prijsescalatieformules in contracten en schattingen van prijsstijgingen over de gehele looptijd van het project. Vervolgens wordt het projectbudget verhoogd met inachtneming van de totale defensiebegroting. De leverancier gebruikt in zijn eindafrekening de definitieve prijsindexcijfers en die kunnen afwijken van de voorlopige. Soms leidt dat tot een voordeel en valt een deel van het projectbudget vrij. Voor de CV-90 bleek in 2010 dat voordeel € 28 miljoen te bedragen. Dit bedrag betreft het totale verschil tussen de geschatte en werkelijke prijsstijgingen in een aantal jaren en niet uitsluitend in 2010. Bij de meeste andere materieelprojecten wordt dezelfde methode van prijsbijstelling gehanteerd als bij de CV-90. In 2010 zijn er geen andere projecten geweest waarbij verschillen in deze orde van grootte optraden.

52

Zijn er nog prijsstijgingen of dalingen te verwachten over de nog openstaande te betalen bedragen voor 2011 en later?

Prijsstijgingen of -dalingen zijn mogelijk als de actuele indexcijfers op het moment van facturering door de leverancier afwijken van de door Defensie geschatte cijfers. Op dit moment zijn er nog geen aanwijzingen dat er voor 2011 en volgende jaren afwijkingen van de prijs in het verschiet liggen.

54

Kan worden gesteld dat de meevaller van € 28,1 mln. in 2010 als gevolg van een gunstige prijsontwikkeling voor € 12,2 mln. weer benut is voor reservedelen en een reservering voor de inrichting van de line replaceble units? Zo ja, is daarmee de financiering van reservedelen weer volledig op orde?

De meevaller is onder meer benut voor de aankoop van reservedelen van de CV-90. Daarmee is de behoefte aan reservedelen voor 2011 vervuld, maar nog niet alle bestelde reservedelen zijn inmiddels geleverd. Naar verwachting zal de beschikbaarheid van reservedelen begin 2012 duidelijk zijn verbeterd.

55

Kunt u toelichten hoe een aanvullende behoefte aan munitie leidt tot een verlaging van het projectbudget?

De verlaging van het projectbudget is vooral het gevolg van de beëindiging van de reservering voor de inrichting van de line replaceable units. De munitiebehoefte leidde tot een toename van het budget maar de beëindiging van deze reservering leidde tot een grotere daling. De bedragen zijn opgenomen in de commercieel vertrouwelijke bijlage bij de jaarrapportage.

56

Welke prijswijzigingen zijn er per medio maart 2011 bekend met betrekking tot het project Boxer? Kan, net als bij de CV-90, ook voor de Boxer het actuele projectbudget inclusief de mutaties in 2011 worden gegeven?

De mutaties voor 2011 worden betrokken bij de huidige onderhandelingen over de contactaanpassing voor de Boxer. Het streven is het voor de aanpassingen gereserveerde budget niet te overschrijden, zodat het totale projectbudget zoals vermeld in tabel 4 van de jaarrapportage toereikend blijft.

57

Welke risico’s zijn er met betrekking tot prijsmutaties aangezien het grootste deel van het projectbudget nog geboekt staat als «te betalen»?

Ten aanzien van prijsmutaties is in het contract een prijsherzieningsformule vastgelegd. De variabelen uit deze formule worden vastgesteld en openbaar gemaakt door verschillende onafhankelijke instituten. Er is geen reden aan te nemen dat de toekomstige prijsontwikkelingen sterk zullen afwijken van die in het recente verleden.

58

Welk deel van het productiedeel van het Boxer-project (€ 705,7 miljoen) is inmiddels verplicht, in het licht van het feit dat tot nu toe slechts € 87,2 is betaald?

De openstaande verplichtingen voor het productiedeel per 31 december 2010 bedragen € 574,4 miljoen.

59 en 60

Hoeveel compensatie voor het Nederlandse bedrijfsleven bij ontwikkeling en productie van de CV-90 is er einde 2010 daadwerkelijk contractueel vastgelegd?

Kan nader worden toegelicht dat er inmiddels meer dan 100% van de initiële contractwaarde is gecompenseerd bij het Nederlandse bedrijfsleven?

De firma BAE Systems Hägglunds heeft, zoals afgesproken, meer dan 100 procent van de initiële contractwaarde aan compensatieopdrachten geplaatst bij het Nederlandse bedrijfsleven. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) vraagt bij defensieopdrachten 100 procent compensatie over het uiteindelijke contractbedrag. Dit contractbedrag betreft de initiële contractwaarde verhoogd met de aanschafwaarde van de aan het systeem verbonden onderdelen gedurende de eerste jaren van het contract. Aan het contractbedrag wordt nog de contractueel overeengekomen prijsescalatie toegevoegd. Om deze redenen zal voor de CV-90 het gecompenseerde bedrag hoger zijn dan de initiële contractwaarde. De eerstvolgende rapportage van het ministerie van EL&I over compensatieafspraken is voorzien voor eind juni van dit jaar.

61, 62 en 66

Wat is het afgesproken werkaandeel in ontwikkeling en productie van de Boxer voor het Nederlandse bedrijfsleven?

Wanneer verwacht u de resterende compensatieafspraken rond de Boxer bekend te kunnen maken?

Bent u bereid een overzicht naar de Kamer te sturen van de tot dusver gerealiseerde orders voor de Nederlandse industrie in het Boxer-project, al dan niet vertrouwelijk?

Het afgesproken werkaandeel bedraagt € 337,2 miljoen. Daarnaast is een bedrag van € 140,8 miljoen gemoeid met compensatieorders en kennisoverdracht aan de Nederlandse industrie. De compensatieafspraken zijn gemaakt door het ministerie van EL&I en de industriepartners. De afspraken kunnen gedurende de gehele looptijd van de overeenkomsten – van 2006 tot en met 2016 – worden gerealiseerd. Het ministerie van EL&I rapporteert tweejaarlijks over compensatieafspraken en de eerstvolgende rapportage is voorzien voor eind juni van dit jaar.

63

Hoeveel van het afgesproken werkaandeel voor de Nederlandse industrie voor de productiefase is tot nu toe gerealiseerd? Verwacht u dat de omvang van de compensatieorders volledig gerealiseerd zal worden?

Van het afgesproken werkaandeel voor de Boxer is tot nu toe € 193,8 miljoen onder contract gebracht bij de Nederlandse industrie. Naar verwachting wordt de overeengekomen compensatie volledig gerealiseerd.

64

Is het waar dat ongeveer 60% van de participatie- en compensatieorders voor de Nederlandse industrie nog niet gerealiseerd zijn? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?

Het werkaandeel (participatie) is voor ongeveer 60 procent gecontracteerd. Ten aanzien van de compensatie ligt dit percentage nu nog onder de 5. Het ministerie van EL&I toetst momenteel een groot aantal orders voor de Nederlandse industrie. Goedkeuring van al deze orders zou het percentage op 50 kunnen brengen. Gelet op de beschikbare tijd, tot eind 2016, verwacht ik dat de compensatie volgens afspraak tot stand komt. Het ministerie van EL&I heeft regelmatig contact met de industrie om de voortgang te bewaken.

65

Waarom is bij de werkverdeling bij de ontwikkeling en productie van de Boxer een bedrag van 478 miljoen gemoeid, terwijl het projectbudget inmiddels 819,9 miljoen bedraagt? In hoeverre vloeit de Nederlandse financiële bijdrage in het geheel in de vorm van werk terug naar het Nederlandse bedrijfsleven, zoals beweerd wordt?

In het productiecontract is overeengekomen dat een bedrag van € 478 miljoen in de vorm van werk terugvloeit naar het Nederlandse bedrijfsleven. Het verschil met het huidige projectbudget wordt verklaard door vier factoren. In de eerste plaats bestaat het projectbudget naast een productiedeel ook uit een ontwikkelingsdeel. Ten tweede is er voor het participatieprogramma geen prijscompenstatieregeling, terwijl deze regeling wel geldt voor de levering van de voertuigen. In de derde plaats worden er ook onderdelen geleverd door andere landen dan Nederland en Duitsland, en ten vierde is er in het projectbudget een projectreserve opgenomen.

69

Is het opschorten van betalingen aan het consortium, zoals aangekondigd wordt op pagina 10 van de jaarrapportage, een contractueel vastgelegde optie of een door de minister voorgenomen maatregel?

In het contract is geen bepaling opgenomen over een opschorting van betalingen aan het ARTEC-consortium. Opschorting kan echter aan de orde zijn indien een vertraging van de serielevering zou optreden die niet in overeenstemming is met het contract. Ik verwacht echter de komende maanden overeenstemming te bereiken over een aangepast contract, inclusief een aanpassing van het betalingsschema.

72

Kunt u uiterlijk 31 mei, dus nog voor het notaoverleg van 6 juni a.s., de brief met de gevolgen van de beleidsbrief voor het groot project Vervanging pantservoertuigen aan de Tweede Kamer sturen?

Nee, dat vergt meer tijd. Zo moet onder andere het afstotingsplan en het infrastructuur- en/of beleggingsplan nog worden bezien. Wel is duidelijk dat het bestand aan Fennek (MRAT) wordt gehalveerd. Zoals nu voorzien heeft de beleidsbrief geen gevolgen voor de aantallen CV-90 en Boxer.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Beek, W.I.I. van (VVD), Voorzitter, Bommel, H. van (SP), Staaij, C.G. van der (SGP), Timmermans, F.C.G.M. (PvdA), Eijsink, A.M.C. (PvdA), Miltenburg, A. van (VVD), Knops, R.W. (CDA), Jacobi, L. (PvdA), Brinkman, H. (PVV), Voordewind, J.S. (CU), Broeke, J.H. ten (VVD), Dijk, J.J. van (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Rouwe, S. de (CDA), Ondervoorzitter, Berndsen, M.A. (D66), Kortenoeven, W.R.F. (PVV), Monasch, J.S. (PvdA), Bosman, A. (VVD), El Fassed, A. (GL), Hernandez, M.M. (PVV), Bruins Slot, H.G.J. (CDA), Hachchi, W. (D66) en Grashoff, H.J. (GL).

Plv. leden: Taverne, J. (VVD), Raak, A.A.G.M. van (SP), Dijkgraaf, E. (SGP), Smeets, P.E. (PvdA), Wolbert, A.G. (PvdA), Dijkhoff, K.H.D.M. (VVD), Ferrier, K.G. (CDA), Samsom, D.M. (PvdA), Helder, L.M.J.S. (PVV), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Vacature, VVD (), Irrgang, E. (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Ormel, H.J. (CDA), Schouw, A.G. (D66), Bontes, L. (PVV), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Hennis-Plasschaert, J.A. (VVD), Peters, M. (GL), Roon, R. de (PVV), Haverkamp, M.C. (CDA), Pechtold, A. (D66) en Braakhuis, B.A.M. (GL).

Naar boven