26 234 Vergaderingen interim- Committee en Development Committee

Nr. 168 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 januari 2015

Op 11 en 12 oktober jl. vond de Jaarvergadering van de Wereldbank Groep (WBG) in Washington DC plaats. Op 29 september jl. is uw Kamer per brief (Kamerstuk 26 234, nr. 163) geïnformeerd over de beoogde inzet, welke ik tijdens het Algemeen Overleg op 2 oktober jl. in detail heb besproken (Kamerstuk 26 234, nr. 165). In deze brief, die ik stuur mede namens de Minister van Financiën, koppel ik terug over de belangrijkste onderwerpen die tijdens de jaarvergadering zijn besproken en opgebracht:

  • de internationale strijd tegen Ebola;

  • het post-2015 proces;

  • gedeelde welvaart;

  • samenwerking Nederland-Wereldbankgroep binnen de Global Practice Water

De schriftelijke en de mondelinge interventie die Nederland, namens de Kiesgroep, heeft ingebracht in de vergadering, zijn bijgevoegd, evenals het communiqué voor de Development Committee1.

De Jaarvergadering heeft aangetoond dat de Wereldbank een onverminderd sterke partner is bij de realisatie van de Nederlandse beleidsagenda en dat de inzet van de Wereldbank complementair is aan de Nederlandse agenda van hulp, handel en investeringen. Dit bleek bij de bespreking van de strijd tegen Ebola, de post-2015 agenda en de nieuwe Global Practice Water, maar ook tijdens de discussie over «shared prosperity» (gedeelde welvaart). Dit is één van de twee hoofddoelen van de Bank en één van de drie doelen van mijn beleid («duurzame en inclusieve groei»).

Ebola «Ebola is the earthquake, the economic effects are the Tsunami.»

De Jaarvergadering van de Wereldbank werd overschaduwd door de Ebola-epidemie in Liberia, Sierra Leone en Guinee. De vergadering bood een uitgelezen kans om met alle relevante internationale spelers een strategie vast te stellen om de strijd tegen Ebola aan te gaan.

Tijdens de Jaarvergadering vond een high level meeting over de Ebola-epidemie plaats onder leiding van President Kim, in aanwezigheid van SGVN Ban Ki-Moon, MD Lagarde van het IMF, de regeringsleiders van de 3 getroffen landen, de president van de African Development Bank en vele ministers. President Kim was zelfkritisch ten aanzien van de strijd tegen Ebola: «We have to put out the fire: we were not prepared, no finance, no plan. The international community is way -way beyond the curve in tackling the outbreak, we have to speed up and scale up global response.»

De centrale boodschap was dat haast bij de bestrijding van de epidemie is geboden. Alle aanwezige landen werden opgeroepen zo spoedig mogelijk financiële middelen toe te zeggen om snelle actie ter bestrijding van de Ebola-epidemie mogelijk te maken. Daarbij ligt de nadruk op het 1.) stoppen van de epidemie, 2.) behandelen van zieken, 3.) organiseren van noodzakelijke (publieke) diensten, 4.) stabiliseren van de getroffen landen en 5.) voorkomen van infecties in niet-geraakte landen. Lagarde riep de getroffen landen op hun uitgaven op te voeren: «The IMF does not say this very often, but in order to cure the epidemic, it is good to increase the fiscal deficit.»

Tijdens de high level meeting heb ik aangekondigd dat Nederland de Zs. Ms. Karel Doorman zal inzetten, 16 miljoen euro versneld zal vrijmaken en ondersteuning in de vorm van douanesamenwerking zou aanbieden. Daarnaast heb ik het belang van goede coördinatie met VN, WHO, IMF en AfDB, onderstreept. Hiertoe heb ik tevens opgeroepen in het oral statement tijdens het development committee, waarbij ik ook mijn waardering heb uitgesproken voor daadkracht van de Wereldbank in de strijd tegen Ebola. Tot slot heb ik tijdens de high level meeting gewezen op de bereidheid van de private sector ter plaatse, zoals Heineken en Shell, om bij te dragen aan een oplossing. Op verzoek van de Guineese President Condé heb ik met hem gesproken over de gevolgen van de Ebola-epidemie voor zijn land. Condé dankte Nederland voor de inspanningen in de regio. Ik heb daarnaast gesproken over de mogelijkheid een bezoek aan Guinee te brengen als de omstandigheden dat weer toelaten, vergezeld door een handelsdelegatie.

De Wereldbankgroep heeft inmiddels duidelijk haar niche gevonden binnen de internationale inspanningen ter bestrijding van de Ebola-epidemie. Het comparatieve voordeel van de WBG zit in het feit dat de Ebola-epidemie veel verder gaat dan een gezondheidscrisis. De directe en indirecte effecten van de epidemie zoals het niet oogsten van gewassen, stilvallen van handel en tot stilstand komen van publieke diensten (scholen en overheid) hebben ingrijpende sociale en economische gevolgen.

De Wereldbank heeft een viervoudige respons op de Ebola-crisis. Ten eerste is er in totaal 520 miljoen dollar beschikbaar gemaakt voor emergency response, waarvan ruim 420 miljoen dollar2 emergency financing is vrijgemaakt vanuit het zogenaamde Crisis Response Window (CRW) binnen IDA. Ten tweede is een Ebola Recovery and Reconstruction Trust Fund (ERRTF) opgericht. Dit is complementair aan het CRW en mobiliseert extra donormiddelen om de langere termijn economische en sociale gevolgen van de crisis te verminderen, en een betrouwbaar en deugdelijk gezondheidssysteem op te bouwen in de getroffen landen. Ten derde wordt door de WBG in samenwerking met het IMF nagedacht over een «rapid response mechanism» om de mondiale reactie op toekomstige epidemieën die om snelle actie vragen te verbeteren en de kosten voor urgente mobilisatie van middelen te verkleinen. Ten vierde trekt de IFC tenminste 450 miljoen dollar uit voor investeringen in, en advisering aan banken en bedrijven in de drie getroffen landen. Hiervan zal 200 miljoen dollar aangewend worden voor economisch herstel op de lange termijn middels investeringen in de financiële sector, «small agribussiness», industrie, infrastructuur, gezondheidszorg en onderwijs.

De Nederlandse bilaterale betrokkenheid in de door Ebola getroffen landen in West-Afrika is bescheiden. Echter, bovenstaande inzet van Wereldbankgroep via IDA en IFC bedraagt bijna 1 miljard dollar. Nederland is een grote donor van IDA (en IFC) en draagt zo via de Wereldbank substantieel bij aan het gecoördineerd bestrijden van de Ebola-epidemie.

Post-2015

De post-2015 agenda vormde een belangrijk onderdeel van de Jaarvergadering. Mede uit hoofde van mijn co-voorzitterschap van het Global Partnership for Effective Development Cooperation heb ik de Wereldbank opgeroepen een grotere rol te spelen in de discussie over het vervolg op de Millennium Ontwikkelingsdoelen, en zijn ondersteunende en adviserende rol daarin verder uit te bouwen. Met de oprichting van de «Global Practices» lijkt de Bank klaar te zijn om effectief bij te dragen aan de post-2015 agenda en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. In mijn bilaterale gesprek met President Kim heb ik het belang van de Bank in het post-2015 proces onderstreept, mijn waardering uitgesproken voor de coördinatie met de VN op dit onderwerp en de wens geuit dat de vaart in het proces blijft. Ik heb voorts geparticipeerd in twee «side-events» over Post-2015 en Financing for Development. In een ontmoeting met o.a. SGVN Ban-Ki Moon, de heer Mohieldin (special envoy post-2015 van de Wereldbank) en mevrouw Ngozi (Minister van Financiën van Nigeria) is gesproken over de voorbereidingen van de Addis Abeba conferentie in 2015, waarbij de kernconclusie is dat de Wereldbank een cruciale rol heeft te vervullen bij het financieringsaspect van de post-2015 doelstellingen.

Het onderwerp domestic resource mobilization nam een prominente plaats in de discussie in. Ik heb daarbij het belang onderstreept van goede belastingheffing, facilitatie van remittances en eerlijke belastingverdragen. Ook heb ik gepleit voor een focus op fragiele staten, actieve participatie van de private sector in het post-2015 proces en commitment van de betrokken landen. Net zoals bij de voorjaarsvergadering heb ik ook deze keer in het kader van mijn co-voorzitterschap van het Global Partnership for Effective Development Cooperation een aantal gesprekken gevoerd. Ditmaal heb ik onder andere gesproken met Minister Gondwe van Malawi, co-voorzitter van het Global Partnership.

Shared Prosperity

De Wereldbank is een onverminderd sterke partner is bij de realisatie van de Nederlandse beleidsagenda en dat de inzet van de Wereldbank nauw aansluit op de Nederlandse agenda van hulp, handel en investeringen en daaraan tevens complementair is. Een voorbeeld hiervan is de tweede hoofddoelstelling van de Wereldbank, die deze vergadering centraal stond: gedeelde welvaart. Deze doelstelling bouwt voort op de bestaande zorgen dat een eenzijdige focus op groei in inkomen per capita van de bevolking niet voldoende is als ontwikkelingsdoelstelling. De gedeelde welvaart doelstelling sluit dan ook naadloos aan op mijn eigen beleidsagenda en laat zien dat de Wereldbank een hefboom is voor Nederlands beleid op dit punt.

Global Practice Water

Samen met President Kim heb ik een convenant (MoU) getekend, waarin is vastgelegd dat Nederland en de Wereldbank nauw zullen samenwerken bij het opzetten van de nieuwe Global Practice Water. Het mede vormgeven en invullen van deze Global Practice biedt Nederland de kans om invloed uit te oefenen op het nieuwe beleid voor de watersector – en daarmee op de grote leningenportefeuille van de Bank op dit terrein. Tevens is het een kans voor Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen om structureel met de Bank samen te gaan werken.

Nederland is bereid om de Global Practice Water te ondersteunen met 50 miljoen dollar, verspreid over 5 jaar (2015–2019). Hiermee worden de bestaande Multi-donor Trust Funds (MDTF’s) voor het Water and Sanitation Program (WSP) en het Water Partnership Program (WPP) onder één paraplu gebracht. Dit is in lijn met mijn beleid om nieuwe en bestaande Trust Funds te consolideren in overkoepelende (umbrella) fondsen. De eerste resultaten – afname aantal Trust Funds waaraan Nederland bijdraagt – zijn al zichtbaar. Per 1 juli 2014 is het aantal actieve Nederlandse Trust Funds bij de WB en IFC teruggebracht van 185 tot 119. Hiermee neemt Nederland tevens leiderschap in het consolidatieproces van de Wereldbank Groep richting meer overkoepelende trustfunds.

Ik heb bij president Kim aangegeven dat het model van samenwerking in partnerschappen wat mij betreft navolging verdient, en aangeboden de dialoog aan te gaan voor andere Global Practices waar Nederlandse kennis en kunde duidelijke meerwaarde kunnen hebben.

Overig

Ik heb en marge van de Jaarvergadering diverse gesprekken gevoerd. Met Managing Director Sri Mulyani Indrawati sprak ik over de borging van de participatie van NGO’s in het proces van de herziening van de safeguards (toezegging aan uw Kamer in het AO Wereldbank 2 oktober jl.), hetgeen door de Bank gestand is gedaan middels een consultatie op 10 november j.l. in Brussel. Ik heb mij voorts nader laten informeren over het brede proces van de safeguards herziening. Ik blijf nauw betrokken bij dit onderwerp en ik blijf inzetten op mechanismen die effectief, gebruiksvriendelijk en overkoepelend zijn. Tevens herhaalde ik in mijn gesprek met Sri Muliyani Indrawati de oproep tot sober beloningsbeleid en heb ik met haar van gedachten gewisseld over de rol van de Bank in fragiele staten.

Tijdens het voornoemde bilaterale onderhoud met President Kim sprak hij zijn waardering uit voor de relatie tussen Nederland en de Bank. Ik heb opnieuw steun uitgesproken voor het hervormingsproces dat onder zijn leiding is ingezet, per 1 juli jl. zijn beslag heeft gekregen en momenteel verder wordt uitgerold. President Kim benadrukte dat de Bank beseft welk belang Nederland hecht aan kostenbesparingen.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Stand 4 december 2014

Naar boven