nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID DE WIT
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel II (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering), onderdeel
A, wordt artikel 1, eerste lid, onderdeel k, vervangen door:
k. rechtens zijn vrijheid is ontnomen: rechtens zijn vrijheid is ontnomen,
behoudens de gevallen, bedoeld in:
1°. de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;
2°. artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;
3°. de artikelen 57, eerste lid, 63, eerste lid en 65, eerste lid,
van het Wetboek van Strafvordering;.
II
In artikel III (Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen),
onderdeel A, wordt artikel 1, eerste lid, onderdeel n, vervangen door:
n. rechtens zijn vrijheid is ontnomen: rechtens zijn vrijheid is ontnomen,
behoudens de gevallen, bedoeld in:
1°. de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;
2°. artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;
3°. de artikelen 57, eerste lid, 63, eerste lid en 65, eerste lid,
van het Wetboek van Strafvordering;.
III
In artikel IV (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten),
onderdeel A, wordt artikel 1, eerste lid, onderdeel i, vervangen door:
i. rechtens zijn vrijheid is ontnomen: rechtens zijn vrijheid is ontnomen,
behoudens de gevallen, bedoeld in:
1°. de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;
2°. artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;
3°. de artikelen 57, eerste lid, 63, eerste lid en 65, eerste lid,
van het Wetboek van Strafvordering;.
IV
In artikel VII (Algemene nabestaandenwet), onderdeel A, wordt artikel
1, eerste lid, onderdeel m, vervangen door:
m. rechtens zijn vrijheid is ontnomen: rechtens zijn vrijheid is ontnomen,
behoudens de gevallen, bedoeld in:
1°. de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen;
2°. artikel 37, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;
3°. de artikelen 57, eerste lid, 63, eerste lid en 65, eerste lid,
van het Wetboek van Strafvordering;.
Toelichting
Zolang een gedetineerde niet onherroepelijk is veroordeeld en hij dus
mogelijk ten onrechte is gedetineerd, is het niet gerechtvaardigd zijn uitkering
te beëindigen.
Het beëindigen van de uitkering heeft bovendien grote sociale consequenties
voor preventief gehechten. Zij hebben er belang bij om in ieder geval zolang
hun onherroepelijke veroordeling nog niet vaststaat de financiële middelen
te behouden om hun vaste lasten te betalen en aan hun overige financiële
verplichtingen te kunnen blijven voldoen. Preventief gehechten behouden daarom
tijdens hun detentie tot aan de onherrroepelijke veroordeling hun uitkeringsrechten.
Het amendement beperkt zich tot die wetten waarin thans geen regeling
is opgenomen ten aanzien van degene die rechtens zijn vrijheid is ontnomen.
De Wit