26 063
Wijziging van de Ziektewet en enkele andere wetten in verband met het uitsluiten van het recht op een socialeverzekeringsuitkering bij vrijheidsontneming en het openstellen van socialezekerheidsregelingen in die gevallen waarin de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel buiten een justitiële inrichting plaatsvindt (Wet socialezekerheidsrechten gedetineerden)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 13 januari 1999

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

Artikel I, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «aan het einde van onderdeel f» wordt vervangen door: aan het einde van onderdeel h.

2. De onderdelen g en h worden verletterd tot de onderdelen i en j.

2

Artikel II, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «aan het einde van onderdeel h» wordt vervangen door: aan het einde van onderdeel j.

2. De onderdelen i en j worden verletterd tot de onderdelen k en l.

3

Artikel III, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «aan het einde van onderdeel l» wordt vervangen door: aan het einde van onderdeel m.

2. De onderdelen m en n worden verletterd tot de onderdelen n en o.

4

Artikel IV, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede «aan het einde van onderdeel g» wordt vervangen door: aan het einde van onderdeel h.

2. De onderdelen h en i worden verletterd tot de onderdelen i en j.

5

Na artikel XIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XIIIA. WIJZIGING ARTIKEL XI

Indien het bij koninklijke boodschap van 7 oktober 1998 ingediende voorstel van wet houdende nadere wijziging van een aantal socialezekerheidswetten en enige andere wetten, houdende technische alsmede enige andere wijzigingen (Veegwet SZW 1998; Kamerstukken 26 239) voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet tot wet wordt verheven en in werking is getreden, wordt artikel XI van deze wet vervangen door:

ARTIKEL XI. WET INKOMENSVOORZIENING KUNSTENAARS

Aan artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Het eerste lid, onderdeel d, is niet van toepassing op bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorieën personen waarbij tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel plaatsvindt buiten een penitentiaire inrichting, een inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden, of een inrichting voor justitiële jeugdbescherming zijnde een landelijke voorziening als bedoeld in artikel 65 van de Wet op de jeugdhulpverlening.

Toelichting

1

Bij de inbreng van de SGP-fractie ten behoeve van het verslag wordt gewag gemaakt van de veronderstelling dat de door artikel I, onderdeel A toegevoegde onderdelen vanwege de inwerkingtreding van de Koppelingswet per 1 juli 1998 nog moeten worden omgenummerd. Deze veronderstelling is juist. Met de bij dit artikel voorgestelde vernummering wordt niet alleen rekening gehouden met de Koppelingswet maar tevens met de per 1 oktober 1998 in werking getreden Wet van 11 juni 1998 tot wijziging van de Ziektewet, de WAO, de WW en enkele andere wetten in verband met het wegnemen van belemmeringen in sociale verzekeringswetten bij het opnemen van onbetaald verlof (Stb. 412). In artikel 1, eerste lid, onderdeel g, van de Ziektewet is nu een omschrijving opgenomen van het begrip vreemdeling en in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, een omschrijving van het begrip onbetaald verlof. Vervolgens worden met dit wetsvoorstel twee onderdelen toegevoegd die een omschrijving geven van de begrippen «rechtens zijn vrijheid is ontnomen» respectievelijk «justitiële inrichting».

2 tot en met 4

Zie voor de toelichting hetgeen vermeld staat onder 1, maar nu met betrekking tot achtereenvolgens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.

5

Het wetsvoorstel «Veegwet SZW 1998» voorziet reeds in een toevoeging van een tweede lid aan artikel 5 van de Wet inkomensvoorziening kunstenaars. Deze uitsluitend technische wijziging ziet er op toe dat het in het onderhavige wetsvoorstel vastgestelde tweede lid van artikel 5 wordt vernummerd tot derde lid. Voor alle duidelijkheid wordt hiertoe artikel XI geheel vervangen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. F. Hoogervorst

Naar boven