26 063
Wijziging van de Ziektewet en enkele andere wetten in verband met het uitsluiten van het recht op een socialeverzekeringsuitkering bij vrijheidsontneming en het openstellen van socialezekerheidsregelingen in die gevallen waarin de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel buiten een justitiële inrichting plaatsvindt (Wet socialezekerheidsrechten gedetineerden)

nr. 15
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DIJKE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 14

Ontvangen 8 april 1999

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I (Ziektewet), onderdeel B, wordt aan artikel 19b een lid toegevoegd, luidende:

5. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de verzekerde, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het uitsluiten van het recht op ziekengeld, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

II

Artikel II (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering) wordt als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel C wordt aan artikel 19a een lid toegevoegd, luidende:

6. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de verzekerde, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van niet toekennen van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

B. Onderdeel D wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt de zinsnede «twee leden» vervangen door: drie leden.

2. Na artikel 43, zesde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:

7. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de persoon, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het vijfde lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het intrekken van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

C. In onderdeel F, onder 2, wordt in artikel 47, zesde lid, «19a» vervangen door: 19a, eerste tot en met vijfde lid,.

III

Artikel III (Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen) wordt als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel C wordt aan artikel 7b een lid toegevoegd, luidende:

6. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de verzekerde, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het niet bestaan van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

B. Onderdeel D wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt de zinsnede «twee leden» vervangen door: drie leden.

2. Na artikel 19, vijfde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:

6. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de verzekerde, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het vierde lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het eindigen van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

C. In onderdeel F wordt in artikel 21, zevende lid, de zinsnede «Artikel 7b» vervangen door: Artikel 7b, eerste tot en met vijfde lid,.

D. In onderdeel H wordt in artikel 22, zesde lid, de zinsnede «19, vierde en vijfde lid,» vervangen door: 19, vierde, vijfde en zesde lid,.

IV

Artikel IV (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten) wordt als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel B wordt aan artikel 6b een lid toegevoegd, luidende:

6. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de jonggehandicapte, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het niet bestaan van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

B. Onderdeel C wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt de zinsnede «twee leden» vervangen door: drie leden.

2. Na artikel 17, zesde lid, wordt een lid toegevoegd, luidende:

7. Het Landelijk instituut sociale verzekeringen kan ten aanzien van de jonggehandicapte, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het vijfde lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het eindigen van het recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

C. In onderdeel E wordt in artikel 20, zevende lid, de zinsnede «Artikel 6b» vervangen door: Artikel 6b, eerste tot en met vijfde lid,.

V

Artikel VII (Algemene nabestaandenwet), onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:

A. Aan artikel 32c wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. De Bank kan ten aanzien van de persoon, bedoeld in het eerste lid, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het niet ontstaan van het recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering of wezenuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

B. Aan artikel 32d wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. De Bank kan ten aanzien van de persoon, bedoeld in het eerste lid, die buiten Nederland rechtens zijn vrijheid is ontnomen, het eerste lid buiten toepassing laten voorzover toepassing, gelet op het belang van het eindigen van het recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering of wezenuitkering, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Toelichting

Het is, gelet op het doel van het onderhavige wetsvoorstel, niet wenselijk dat uitkeringsgerechtigde gedetineerden in het buitenland hun uitkering verliezen, als de detentie evident in strijd is met een verdrag betreffende de rechten van de mens. Dit amendement beoogt dan ook de uitvoeringsinstanties de bevoegdheid te geven in specifieke gevallen van detentie in het buitenland het recht op een sociale zekerheidsuitkering te handhaven.

Van Dijke

Naar boven